Onze biljarters bij A.F.C. op visite Voor en tegen Bij de prijsuitreiking van het door D.W.S. georganiseerde biljarttournooi tussen de Amsterdamse eerste klassers en A.F.C. animeerde haar voorzitter A.F.C. en De Volewijckers iets dergelijks op touw te zetten. De vertegenwoordiger van A.F.C., Teun van Veen, beloofde een en ander te zullen bespreken en wat hij met zijn collega Staats (waar zouden beide heren toch zo'n sympathiek buikje van hebben?) overweegt en bespreekt, levert altijd resultaat op. Het was dan ook helemaal niet te verwonderen, dat onze vereniging een invitatie ontving om deel te nemen. Zaterdag avond aantreden om 7.30 uur (met dame) in Krasnapolsky, luidde de uitnodiging en er rekening mede houden, dat een en ander om 4 uur is afgelopen. Bij het betreden van de arena werden wij direct medegenomen naar de grote matchtafel die, overdekt met het biljartzeil, een keurcollectie van alle mogelijke prijzen torste. Beide genoemde managers hadden gebruik makende van hun zakenrelaties - kans gezien deze uitgebreide sortering op tafel te brengen, zonder dat de portemonnaie van de penningmeester assistentie had behoeven te verlenen. De D.W.S.-voorzitter zou zeggen: „voor mij kunnen ze wat" en ik kan dit slechts beamen. Het heeft wel een kwartiertje tijd gekost om dit voor elkaar te brengen. Er werd volgens afvalsysteem gespeeld, met aanvulling van de beste verliezers. Voor de tweede ronde wisten onze spelers R. de Wit, A. de Wit en F. Louwaard zich te plaatsen; R. de Wit als verliezer en beide andere heren door hun overwinning. De partij die ons bestuurslid De Wit tegen Welsch van A.F.C. speelde, trok veel belangstelling. Welsch was namelijk de sterk ste biljarter van het tournooi, hij moest 205 punten maken tegen De Wit 136. Onze representant maakte de partij met een serie van 24 uit, waarna Welsch in de nastoot met 14 caramboles remise wist te bereiken. Een ovatie was hun beloning. Het reglement luidde: bij remise moet getrokken worden; de speler die de bal het dichtst bij de band brengt, is winnaar. Welsch, oog hebbende voor de prestatie van De Wit, toonde zicll uiterst sportief door het zijn tegenspeler niet moeilijk te maken en zijn speelbal zo te plaatsen, dat hij wist verliezer te zijn. Door deze overwinning schaarde De Wit zich onder de laatste acht, doch sneuvelde toen zeer eervol tegen Niessink (Blauw Wit), die 55 caramboles moest maken. Met de heren Feldman (A.F.C.), Bungert (D.W.S.) en Metz (A.F.C.) plaatste de Blauwwitter zich voor de demi-finales. Winnaars hiervan wer den Metz en Niessink. Gewoontegetrouw bestond er voor de partij om de derde en vierde prijs, die de jeugd (Bungert) van de oude garde (Feld man) won, minder belangstelling dan voor de finale Metz Niessink. De voorgift die laatstgenoemde in deze kleine partij moest geven, bleek te zwaar voor diens krachten en Metz won de eerste prijs. Eindresultaat: 1. Metz (A.F.C.); 2. Niessink (Blauw Wit); 3. Bungert (D.W.S.); 4. Feldman (A.F.C.). Verenigingsprijs: A.F.C. De prijsuitreiking geschiedde na een dankwoord van de A.F.C.-voorzitter Holtzappel tot de organisatoren, door de vlotte jongens Staats en Van Veen. Buiten de gewonnen prijzen, troostprijzen enz., waren er nog prijzen voor de langste deel nemer, waarbij mijn collega Frits de Bruyn zelfs geen kans zou hebben gehad, en voor de kleinste deelnemer, waar ik nog te groot voor was. De verenigingsprijs bestond uit een zilveren biljart en is be doeld als wisselprijs. Namens de deelnemende clubs bedankte de heer Erbé, voor zitter van De Volewijckers, voor de ontvangst, organisatie, prij- zencollectie enz. en hoopte, evenals alle anderen, een volgende keer wederom van de partij te mogen zijn. Dit was het einde van het eerste bedrijf. Het tweede vond plaats in een andere zaal, waar bij de muziek nog menig dansje werd gemaakt. Met tussenpozen werden de clubliederen ge zongen en toen het clublied van de organiserende vereniging aan de beurt was, verhieven allen zich van hun plaatsen om deze community-song aan te horen. Het was prima en er leken mij nog diverse stemmen geschikt voor de Nederlandse Opera. Er volgde nog een massale tombola en ik kan U aanraden, neem altijd nummers met 19 op het eind. Het viel moeilijk om afscheid te nemen van deze meer dan geslaagde biljartavond, waarbij voor het eerst in de geschiedenis een totalisator werd gebezigd. A.F.C.-ers, en speciaal het duo Staats en Van Veen, het was „uit de kunst"! C. E. de V. Hij die nog jong is of degeen die graag nog jong zou wezen. Dat wil dus zeggen: iedereen, moet dit met aandacht lezen. Zoals bij alles is ook hier een „voor" dus ook een „tegen". Want „Bést alleen weer is het bier", wil dat wel overwegen. Op Hoeve Voorland zal eerdaags verrijzen een heel nieuw kleedlokaal, maar geen gewoon. 't Zal er een zijn naar d'allerhoogste eisen. Het wordt in twee betekenissen: schoon. Er komt beslist geen keet van houten planken. Al hadden wij destijds daarin niet minder lol. Waswater uit de sloot, de jeugd zou zwaar bedanken; na afloop zit heur haar van 't groene kroos niet vol. Een stenen kleedlokaal met extra-sluizen tegen de tocht, en glas, dus licht rondom. Je zou er permanent in willen huizen. Zo'n fijne tent voor 't jeugdig voetbaldom wordt daar maar neergezet voor al die knapen en zonder dat er één ook maar een hand hoeft uit te steken of een steen te rapen. Het komt als 't ware zo van zel-le-vers tot stand. Vanzelf, ach' wat? Gij jeugd dient te beseffen dat dit alleen maar bij een club als Ajax kan. Een club die door haar spel bij ieder treffen er wat van maken wil, waar elke man in het bestuur, in de commissies, op de velden zijn taak verstaat en d u s zijn best wil doen. Wil strijden voor „de schaar der Meerse helden" van het begin tot 't eind van het seizoen. Herinner je de verkoop van de loten op d' Ajax-grounds ten bate van een club die tot het bouwen van een clubhuis had besloten. Die jongens hadden zelf daarvoor geen dup. Maar wat zij hadden was een heilig willen. Hun enthousiasme deed weldadig aan. Hun drift tot metselen was niet te stillen vóórdat zij 't eigen bouwwerk stijlvol hadden staan. Een ander voorbeeld, en hier wil ik noemen de naam der vereniging 't is W.V.V. dat om dat zelfdoen ik hier eens wil roemen. Want alle leden van die club die bouwden mee aan 'n overdekte die werd opgetrokken geheel uit steen en ijzer, een juweel. Winschotens club moest hiervoor minder dokken dan 't kleedhuis kost, dat jullie valt ten deel. Neen, Ajax wil - zolang het kan niet laten bouwen door jullie aan een kleedhuis of -lokaal. Maar dat je hebben zou de kost zo voor het kauwen, is óók niet waar, dat weten we allemaal. De leiding wil jou mede laten bouwen aan 'n groot en machtig Ajax, zo je weet. Geen training overslaan en, in vertrouwen, 'k meen dat niet één van jullie dat ooit deed. Toch is het zelfdoen-voor-je-eigen-club zo nuttig, al weet ik dat je al die service zeer waardeert. Wees daarom bij 'n corvéedienst nooit pietluttig. Dat doet geen jongen die zich respecteert. ,,'t Gaat goed," sprak praeses Koolhaas: „Deze knapen zijn bij een oproep vrijwel allemaal present. Toen laatst op Zaterdag ze bladeren moesten rapen, heeft bij 't vergaren niemand lopen slapen. Wat dat betreft, ben ik bepaald content." B. S. LE MARCHË.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1953 | | pagina 16