Hebt U nog geluisterd naar het radio-verslag van de voetbal
wedstrijd EngelandNederland Wij wel, d.w.z. we hadden het
buitengewone genoegen nog net het laatste half uur van de
match te kunnen meepikken. Commentaar zullen we binnens
kamers houden, maar we vinden het toch beslist triest, dat men
een man als Dick van Rijn, verreweg de beste radio-reporter
die er in ons landje rondloopt, bij dergelijke gelegenheden aan
de kant laat staan. Wijlen de heer Han Hollander had in zijn
tijd voor het verslaan van voetbalwedstrijden het monopolie.
Dat was goed, want hij was, om het zo eens uit te drukken,
,,hors concours". Is het nu werkelijk onmogelijk dit monopolie
aan de heer Van Rijn over te dragen? Dat geloven we niet,
te minder daar ook de heer Van Rijn „hors concours" is. Dage
lijks komen wij met veel sportmensen in aanraking en vaak
horen wij minder vleiend spreken over de sportreportages die
ons worden voorgeschoteld. Over Dick van Rijn, wie in het
gehele land wordt gevraagd lezingen te houden en die buiten
gewoon populair is, spreekt men altijd vol lof.
Wij vragen U, als weldenkend mens, wat zoudt gij doen in
dit radio-geval? 't Lijkt ons nogal eenvoudig. Misschien weet
men in de eerstvolgende bondsvergadering de sleutel te vinden
die op dit slot past? 't Zou erg prettig zijn en door duizenden
luisteraars worden toegejuicht. We hebben veel te lang „slappe
kost" geslikt en één man (Abe) onnodig aan de kant is al erg
genoeg.
We hebben ons gouden boek er eens op nageslagen. In dat
„stukje trots" van ons heeft oud-redacteur Tric-Trac de bui
tenlandse trips van rood-wit vastgelegd. Dat weet U natuurlijk.
Wellicht zit U tijdens een verloren uurtje nog wel eens in ge
noemd boek te bladeren en bij een bepaalde bladzijde te mijme
ren over door U gepleegde voetbal-heldendaden. Dat kan, want
het is plezant werk in prettige voetbal-herinneringen te wroe
ten. Enfin, wij hebben ons boek na lange tijd ook weer eens ter
hand genomen. Bij bladzijde 283 hebben we even stilgestaan.
Waarom? Wel, tijdgenoten van het hedendaagse vierkantige
sofvoetbal, luistert naar hetgeen Tric-Trac op deze pagina
vertelt:
„Bij de speech van Mr. Widow (de Wimbledon-secretaris),
waarin deze liet uitkomen dat Ajax de eerste Hollandse ver
eniging was, die in Londen een overwinning had behaald, zwol
len onze Meerse borsten van trots."
Dat was in 1927, na de match WimbledonAjax (02).
Twee dagen eerder had onze ploeg gewonnen van Clapton F.C.,
ook geen onbekende in de Engelse amateur-voetbalwereld. We
zullen een stukje van deze strijd vertellen:
„Wat Clapton ook probeert, ze wordt eenvoudig overspeeld;
steeds zijn we een tempo vlugger dan onze tegenstanders. Met
02 komt het einde; we hebben een mooie en alleszins verdien
de overwinning behaald."
Dat gebeurde vijf en twrintig jaar geleden. Jawel, U leest
het goed, vijf en twintig jaar geleden.
Onze club is later nog een paar maal in Old-England geweest.
Bij zo'n gelegenheid werden de Islington Corinthians met 06
van het veld geveegd. Er zaten enige internationals in dat
elftal. Het was de dag na de beruchte wedstrijd Engeland
Italië. De Britse kranten schreven over ons team„het was een
genoegen om naar het spel van de Hollandse amateurs te
kijken."
In 1912 trok onze club voor het eerst over de grens. Nu,
40 jaren later, doen we dat nog. „Van Budapest tot Reykjavic",
zo luidt de titel van Tric-Tracs verhaal. Wat een genot, dit
stuk Ajax-geschiedenis nog eens door te lezen; de heroïsche
voetbalgevechten die onze club leverde, nog eens de revue te
laten passeren. Er waren nederlagen bij, maar ook prachtige
victories. De zege op de prof-club „Sochaux" fantastisch spel
van onze ploeg, bekroond met twee doelpunten van Henk Blom-
vliet staat met gouden letters op Ajax' erelijst. Er staan
nog vele glanzende overwinningen op deze lijst vermeld. Ook
kleine nederlagen en gelijke spelen tegen sterke Engelse
eerste-klasse-profclubs. En als U nu weet, dat het Engelse
profvoetbal vóór 1940 op een veel hoger peil stond dan na de
oorlog en nu pas weer begint bij te komen ,hebt U zo'n klein
idee van de kracht van het huidige Nederlandse voetbal.
Toch maken we ons sterk, dat, als een of andere Engelse
amateurclub, hetzij hier of aan de overkant, tegen ons elftal
in het veld kwam, de beste papieren aan Nederlandse zijde
zouden liggen. En een Engelse profclub, in Amsterdam, zou
zeker de handen aan Ajax vol hebben. Gelooft U dat ook
Het Nederlands elftal is enige weken geleden de haringvijver
overgestoken om in Huil te gaan kijken wat de Engelse ama
teurs tegenwoordig met een voetbal uitvoeren. U weet het,
dat is nogal meegevallen. Van die Engelse amateurs dan altijd.
We hebben een half uurtje naar het radioverslag geluisterd,
maar daar werden we niet zo heel veel wijzer van. De dag
bladen gaven een betere indruk. De heer Jan Liber wist ons
te vertellen, dat „een sterke Engelse ploeg slechts gelijk kon
spelen tegen zwak Nederland", dat „Landman de held van
Hull was" kon iedere Rotterdamse voetbalfan, met aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, vooruit vertellen
en dat, „we niet moeten praten over systemen, maar gewoon
leren voetballen." Deze 22 was volgens de heer Liber voor
ons elftal een nederlaag. „Een morele nederlaag, omdat ons
elftal niet in de schaduw kon staan van deze Engelse ama
teurs, van wie men gedacht had te zullen winnen. Van de elf
Hollandse jongens kunnen er acht niet voetballen."
Dank U! Maar mijnheer Liber, is dat niet een beetje erg on
vriendelijk van U? Er zijn een paar experts, die het „vierkant"
niet met U eens zijn. Sterker, „vierkant" teugen!
De sportredacteur van Het Parool schreef: „Het „vierkant",
waarvan de heren van de K.C. nu al jaren dromen, bestond in
deze wedstrijd alleen als er middenuit werd genomen."
Jasses, wat een nare droom. Echt om midden uit je bed te
vallen. Verder schreef „onze sportredacteur": „Er is in dit duel
van amateurs negentig minuten lang slechts één elftal geweest,
dat voetbal heeft gespeeldhet Engelse. Er was een klasse
verschil. Nederland kon tegenover techniek, lichaamsbeheersing
en begrip voor combinatie, slechts ijver en goede wil eneen
doelman van formaat stellen."
U voelt met Uw klompen aan, dat er nog wel het een en
ander uit dit opgewekte voetbalverslag te citeren valt. Laten
we echter ook eens luisteren naar de klanken uit de krant der
experts. Daarin stond op de eerste pagina, vet gedrukt, „mis
Abe". We dachten zo op het eerste gezicht, dat de zetter een s
had vergeten en dat Abe's zus, miss Abe, het woord had ge
kregen. Dat bleek een misvatting. Abe moet het mis hebben
gehad, maar of Abe het mis had gehad, bleef uiteindelijk nogal
(mis) tig.
Maar goed, we lazen dan dat een „offside-goal en een straf
schop Nederland van een overwinning hadden beroofd." Nou
moe, was dat even onaardig van die „ref" en die Engelse ama
teurs? Verder stond er, dat „de Engelsen technisch beter spel
leverden, maarde onzen beter afwerkten." Dat het „ma
gisch vierkant" bij de Engelsen viel te roemen en gunstig afstak
bij dat der Nederlanders."
Dat „bij de Nederlanders het verdedigend deel van de taak
het meest (om niet te zeggen uitsluitend) moest worden ge
prezen."
Tussen twee haakjes, het lijkt ons wel leuk zo'n stuk steeds
verdedigend vierkant eens uit te tekenen. We hebben zo'n idee
dat het een aardig futuristisch schilderij zou worden. U weet
wel, allemaal halen en klodders, waaruit je als leek niet wijs
kunt worden.
Maar wat een mazzel, dat doelman Landman het verdedigend
zo goed werkende „vierkant" zo schitterend heeft geholpen.
Niet aan denken, als er een ander in het doel had gestaan, of
dat Landman die dag vanwege de „senuwe" zijn opdracht had
vergeten. Wat had de goede man dan moeten schrijven?
„De horde van quasi-deskundigen" dit schoons (journalis
tiek om je neus voor op te halen) hebben we werkelijk ergens
gelezen had dan helemaal op haar hoofd gestaan. Als we U
nu nog vertellen, dat men ons durfde wijsmaken „met Abe
eneen betere arbiter zouden we hebben gewonnen", vindt
U het vermoedelijk wel goed, dat we deze mislukte plumpud
ding verder maar rustig in de pan laten zitten, te meer daar de
heren ook nog lichtpuntjes zagen. We geloven eerder, dat het