De Meer en Ajax
AJAX-R.C.H. Vóór de rust kwam onze voorhoede slechts
sporadisch voor het R.C.H.-doel
Foto Desmit
door Meerum Terwogt (Nwe Rott. Courant)
AMSTERDAM, Zondagavond.
De Meer is de Meer niet meer!
De Meer in de vorige eeuw had een uitgesproken landelijk
karakter, zeer champêtre-achtig De Middenweg, met het stoom-
trammetje, melancholisch drenzend en jengelend, met het
voortdurend eentonig gebel, voortkruipend langs de smalle
rails, bracht de Amsterdammers naar 't Gooi. De weg sneed de
weilanden met het vee achter de boerderijen en rechts en links
waren er buitenplaatsen als Frankendael en Oud-Roozenburgh,
waar de patriciërs van de grachten hun buitenverblijf hadden.
Toen het voetbal kwam, zo in de jaren van negentig, gingen
de jongens, die nu geposeerde oude heren zijn, voetballen op
die weilanden. Ze verkleedden zich in de stal van de boer en
wasten zich met het water uit de sloot.
De Meer is nu gemoderniseerd. Er staan nu keurige huisjes
in monotone rijen, er zijn bartjes en café's met muziek. Er wo
nen brave lieden. De Middenweg heeft zijstraten, de Kruislaan
is bebouwd. Watergraafsmeer is geen afzonderlijke gemeente
meer, het is geannexeerd door Amsterdam.
Maar gevoetbald wordt er nog steeds. Hier en daar is er nog
ruimte. Zo heeft Ajax er zijn stadion, massief en practisch,
temidden in wat er nog aan weiland restte, neergezet. Daar
heeft vanmiddag Heracles verloren. De Meer was vol zon en
de 17.000 mensen zaten zich lekker en knus te koesteren. Er was
goeds te genieten. Bij beide ploegen. Visser is een goed doelman,
met talent en veine. Boskamp is een intelligent speler. Michels
heeft dozijnen doelpunten in de neuzen van zijn schoenen en
Bartels, op de linkervleugel, maakte, toen de tweede helft zes
tien minuten oud was, een juweel van een doelpunt en het was
10. Het enige doelpunt.
Heracles zal het nog menige partij lastig maken. Er lopen
stevige knapen bij. De Almeloërs hebben de schandelijk partij
dige grensrechter helemaal niet nodig. Deze heer zwaaide bij
elke gevaarlijke aanval van de voorhoede van Ajax voor bui
tenspel, of voor iets anders, maar hij zwaaide met zijn vlag, wijl
er gevaar dreigde voor zijn club. De man zou arbitraal misdadig
geworden zijn, ware het niet dat de heer J. H. Martens, die voor
treffelijk scheidsrechterde, 's mans ontoelaatbare capriolen in
de gaten had en hem tot de orde riep, wat maar weinig aan het
onverantwoorde gedrag veranderde.
Er blijft in de K.N.V.B. nog een grensrechtersprobleem op
te lossen.
De heer Martens is een goed scheidsrechter met gezag en met
kwaliteiten, die hem voor de internationale lijst geschikt maken,
naar het ons voorkomt.
Bij Ajax zijn er nog steeds de goede clubgeest en de gezellige
sfeer, die, door het blijven meeleven van oud-spelers, oud-leden
en niet het minst door de dames in ere gehouden worden en die
het oude Ajax tot nieuwe glorie zullen brengen.
De Meer mag dan de Meer niet meer zijn, maar Ajax is nog
steeds Ajax!
En dat is belangrijk voor Amsterdam en voor het Nederlandse
voetbal.
Meerum, wat een mieters stukje,
Héél Rood-Wit voelt zich verguld,
Als we ons wat gaan verbeelden,
Wie is hiervan dan de schuld
Maar we prijzen ons gelukkig
Dat je onze „Meer" goed kent,
Enal werk je in de Maasstad,
Mokum niet vergeten bent.
Ja, die Meer is wèl veranderd,
Zonde, maar helaas een feit,
Wat was 't vroeger da&r één lusthof,
Jammer, dat's verleden tijd,
Auto's, bromfiets, stank en herrie,
Claxons, heiwerk, bèrg je maar,
Vroegerenkel het getingel
Van de Gooise Moordenaar.
Toch, al is er véél verdwenen,
't Is en blijft hèt voetbaloord,
Waar de schoten lustig knallen,
Waar gemist wordt engescoord,
En 't Paleis van „Koning Voetbal",
Als een sprookje in beton,
Het Walhalla der Rood-Witten,
Ishet Ajax-stadion.
Ook het daar vertoonde spelpeil,
Vond je blijkbaar nogal gaaf,
Noudaar snappen we geen bal van,
Je bent wèl een witte raaf,
Aad van Leeuwen slaakt één treurzang,
Net een Mossadeq in spé,
En van E'tje mèt Jan Blankers,
Grienen „op commando" mee.
Laat ze klagen, laat ze kliemen,
Wat ze willen wéét U wel,
Maar voetbal moet ontspanning blijven,
Eerst de arbeid, dè.n het spel,
Jammeronze slechte amateurtjes,
Heeft het buitenland dolgraag,
Maar naar „puike" journalisten
Is er blijkbaar minder vraag.
TRIC-TRAC.