't MEUBELPALEIS nieuwekdijkm-uo Amsterdam tel. 49269 4 toch zeker zelf niet. Wij hebben Hans vanaf zijn adspiranten- tijd, zo gezegd, op schoot gehad, hem jarenlang week in week uit als voetballer zien groeien. Toen hij voor het eerst het Ajax- shirt om zijn schouders liet glijden, zagen de leden van onze jeugdcommissie met één oogopslag, dat er in deze knaap een zeer goed voetballer stak. Onder de goede leiding van onze club is Hans na lange jaren uitgegroeid tot een prima back en zelfs ook als b.v. linksbuiten een prima kracht. Wat die centrale training betreftgeen korreltje, maar een flinke zak zout lijkt ons hier om z'n plaats. Knollen en citroenen weten wij voor de schrijver jammer genoeg nog steeds uit elkaar te houden. In hetzelfde blad troffen wij ook een verhaal aan, overge nomen uit de „Juliana-Banier". Een Oostenrijks official moet volgens dat blad hebben gezegd, dat voor Nederlandse clubs in Oostenrijk te enen male geen publiek kan worden gevonden, „weil die Hollander kein gutes Spiel mehr machen können." En zeker niet meer na het recente bezoek van Ajax aan dat land. Pats, dat kunnen we in onze zak steken! Was dat even koren op een zekere molen? Vijf nul voor de expert! Alleen jammer voor de goede man, dat de Oostenrijkers, van wie we met 31 verloren, in Holland met dezelfde cijfers klop kregen. En dat D.O.S. met 21 won en V.U.C. met 00 gelijk speelde. Tegen wie? Nou, tegen diezelfde Oostenrijkers. Maar daar praat je niet over. Wij wel endie fair spelende knapen mogen bij ons terugkomen, met de onbekende, vlot schrijvende official erbij. Piet van Heusden is wereldkampioen geworden. Op de fiets. Zo maar! Hij mocht eigenlijk niet eens meedoen. Was niet goed genoeg. De heer W. van Steenbergen, ex-voorzitter van de ren nersclub „Olympia", die in zijn tijd een rap sprintje sloeg en, omdat er gewerkt moest worden van papa, de Olympische Spe len van '32 uit de verte zag, is de heren van het Sportkomiteit even iets gaan vertellen. Piet reed. Veegde een serie snelle- lange-adem-keien van de baan en trok de regenboogtrui over zijn schouders. We hebben voor deze ,,Piet" even onze hoed afgezet. Waarom? Wel, in de rennerswereld doen de jongens het zo. Afkijken! Van elkaar. Op de baan en op de weg. Nie mand, die met een microfoontje langs de kant staat en technische boeken zijn er niet. Joris v. d. Bergh schreef eens een boek over Moeskops. U moet het lezen. Schrijft zo nu en dan in een krant. Over tubes, spaken, tandjes etc. Meer niet. En de jongens: „rijen maar". En weet U wat Karei van Wijnendaele, de Belgische wieler-expert zo ongeveer geschreven zou hebben, als Van Heusden uit Vlaanderenland stamde? „Piet van Heusden is niet een serre-blóem of een prachtboom uit een rijke hof. Hij is een eik, die groeide uit de veie grond en in de gezonde lucht van Vlaanderen, met een kruin, die te waai en stond in de gure wind van 't blonde Noorden! Renners lijk Van Heusden, die doen denken aan kleppers, die winnen omdat ze sterk zijn, lijk hanen kraaien omdat het och tend is, en baren rollen omdat ze van de zee zijn! Kerels, die gemaakt zijn over winter, en getemperd in de smidse van te lande, waar de koude door de spleten van de deure komt, en de wind in de schouwe zingt!" En Piet komt uit Amsterdam. Stapte op z'n fietsie en: „rijen maar". Langs 's Heren wegen. De polder in. Weer of geen weer. Wind of geen wind. Stuikte tegen de grond, stond weer op, en: „rijen maar". En niemand langs de kant met een pilletje en een vitamine-tabletje. En niemand met een microfoontje en niemand met een technisch boek. En toch werd Piet wereld kampioen! Joris heeft het geschreven: „Wat goed is groeit snel." En wat wij schrijven: toch lopen er in ons landje nog plenty goede voetballers rond. En toch is er een goed Neder lands elftal samen te stellen. Als we de juiste mensen op de juiste plaats zetten en zo rap mogelijk een hoop flauwekul over boord smijten. Er hangt weer een Ajax-shirt aan de muur. Theo Brok- mann Jr. was de eigenaar. De „prof "-klasse heef t hem opgeslokt. Het stemt altijd een tikkeltje melancholiek als je een jongen uit de Ajax-school ziet verdwijnen. Vooral als het een telg uit een roemruchtig Ajax-geslacht is, vooral ook, als je hem van adspirant naar het eerste elftal hebt zien opklimmen. Een voet balkei als eens zijn vader was, is Theo nooit geworden, daar niet van. Maar wel een voetballer, die je overal in de voorhoede kon opstellen, dat zonder morren accepteerde en z'n best deed er iets goeds van te maken. Het lukte hem niet altijd, speelde soms puike wedstrijden, kon het soms lelijk laten liggen. Enfant chéri van het publiek is Theo dan ook nooit geworden en toch heeft hij de kijkersschare op heel wat fraaie doelpunten ge- tracteerd. Vele jaren heeft hij in het eerste elftal gespeeld, enige kampioenschappen helpen bevechten. Ajax heeft Theo veel vreugde geschonken en omgekeerd heeft Ajax aan hem veel vreugde beleefd. En nu is dan ook voor deze Ajacied het gordijn dichtgeschoven. Cirkelgang, levensloop waaraan niet te tornen valt. S.L.T.O. heeft hem in de familie opgenomen. Als trainer. Laten we hopen, dat het voor beide partijen een succes wordt. Het kan, want Theo heeft een goede school gehad. Wat rest ons verder? De herinnering aan een goed clubman, die de Ajax-zaak naar beste kunnen en kennen diende. Theo, nog maals" bedankt en het ga je goed! De oefencampagne voor het eerste en de lagere elftallen is in volle gang. Combinaties trekken over de velden. Er wordt weer gevochten voor de plaatsen in de hoogste elftallen. Een onvolledig eerste elftal ontving de Belgische ere-divisie-club R.S.C. Luik. Ca. 2.000 kijkers kwamen qua wedstrijd niet aan hun trek. De Belgen speelden te sterk. Wonnen met 41. Van der Wel scoorde voor ons. Penalty! 't Eerste half uur ging het nog, maar toen aan het licht kwam, dat v. d. Wel hopeloos uit vorm was en het goede spel van Michels en Van Dijk daardoor vaak mislukte, ging de Ajax-lamp uit. We moesten het doen met een miezerig pitje. Er was maar één elftal dat speelde en dat was het Luikse. De Belgische knapen hadden meer met een bal omgegaan. Speelden een spelletje en nu mag U gerust smalen, „och, och dat „vroeger" toch, die „goeie, ouwe tijd" maar ze voetbalden, zoals ons team uit „die goeie, ouwe tijd". We kregen geen been aan de grond en dank zij krampachtig verdedigen en goed spel van Visser bleef het 14. De weg blijvers hadden weinig gemist. Elinkwijk heropende haar terrein. Het eerste elftal was uit genodigd om een handje mee te helpen. Onze jongelui hebben dat gedaan. Ze hielden zich goed, gooiden geen roet in de feest vreugde-pap. Kwamen met 20 achter, gingen toen aardig voetballende naar 24 (Michels schoot wat doelpunten bij elkaar) om tenslotte heel slordig naar 54 te dwalen. Men vertelde ons we hebben de match niet bijgewoond dat het niet nodig was geweest. Die plaat stond meer op een draaischijf. Doelman Pieters-Graafland en Jan Looyen hadden het gedaan. Zondebokken moeten er zijn. Oud als de weg naar Rome. Let op, 'n volgende keer dragen zij de lauwerkrans, want bij de baard van de profeet, het zit er in. Een eerste en een tweede prijs hebben we alweer te pakken. Bij de Jagers haalde een combinatie de tweede prijs weg. Re serves van Wageningen 1(10), R.F.C. (30) en de Jagers (30), werden geklopt. De finale ging tegen N.A.C. Weer werd het net als om het kampioenschap gelijk (22). Drie se ries penalties gaven N.A.C. de eerste plaats.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1952 | | pagina 4