Café „Populair" Reguliersbreeslraai 51, lel. 31996 2 We hebben ons laten flessen. Dachten we het beroemde Aus tria uit Wenen op de Olympische grasmat te zien huppelen en laten het nou doodgewone tweede-klasse half-om-half-profs uit Salzburg zijn. Neen, die rood-witte affiches op de Amsterdamse trams waren misleidend en de eerste helft kregen wij de nei ging om te gaan informeren, hoeveel mensen zich bij de voetbal- neus hadden laten nemen. Stelt U gerust, broeders, dit verhaal, of liever, dit stuk vrij vertaald uit een voetbal-verhaal is niet van ons. We hebben het gelezen. In een krant, 't Was bedoeld als sportverhaal, ofte wel voetbalwedstrijd-verslag. Het overlijden van Jan Boere- fluitje zullen we wel nooit te lezen krijgen. Jammer! Vreselijk jammer! Ca. vijfduizend 't is maar luchtigjes geteld voetbalfans zaten in het huis aan de Amstelveenseweg. We bedoelen het home van Dick Bessem. De ontbrekende 55 mille waren er niet ingetrapt. Linke jongens! Hadden zo maar begrepen, dat de vroede vaderen van onze club vergeten hadden op de affiches te zetten „dit is niet Austria uit Wien, maar uit Salzburg." Het had er met koeien van letters op moeten staan, want sommige brillen beslaan zo vreselijk snel. Presse-brillen, wel te verstaan De jongens uit Oostenrijk hadden meer gevoetbald. Dat be hoefden de buren ons niet wijs te maken. Je zag het aan hun balcontröle, positie-kiezen en het laag houden van de witte knikker. Het personeel van mijnheer Bessem lichtte ons n.l. bij. Zich snel verplaatsen konden die Salzburgers ook. Zij demon streerden het duidelijk. Je moest onder de 12 seconden komen om die lieden bij te houden. Er liepen Ajacieden op het gras, die snakten naar Mevr. Fanny BlankersKoen-benen. Zij keken de snelle Oostenrijkers meestal in de rug. Da's niet lollig. Een be langrijk ding konden die, in een soort hansop gestoken, athleten niet. Schieten! Maar dat zeiden wij jaren geleden al tegen el kaar, toen de zonen van Admira, First Vienna en al die andere beroemde Weense clubs, de Meerse grassprieten met hun be- dopte schoenzolen vertrapten. U lag toen misschien nog te schommelen in een wieg. Kunt het dus vragen aan Uw ,,old grand man". Controle moet er zijn. Visser, onze doelman, treurde er niet om, kon rustig kijken naar de figuren, die de Salzburgers met kwistige voet op de kort geknipte halmen legden. Een enkele maal moest hij op de knieën. Een verdwaalde bal wilde tussen de palen. Zijn over buurman bekeek de affaire anders. Moest nog al vaak in de lucht klimmen om schoten van Michels, Van Dijk en v. d. Wel te breken. Er waren venijnige pillen bij. Hij lustte ze. Het gerucht ging, dat de knaap kort geleden Helsinki had gezien. Wij ge loofden erin. Hebben zo'n vermoeden, dat er clubs in ons landje wonen, die zijn naam gaarne op de ledenlijst zagen. Tussen twee haakjes; „Besser Fuszball" hadden de Austrianen beslist niet gelezen. De spil trad zo nu en dan op als links- en soms als rechtsbuiten. Nou, eerlijk, lui, dat staat volgens zeggen niet in dat beroemde boek. Weet U wat een plezant gezicht was; acht man in de voorhoede ping-pongen. We hadden het nog nooit gelezen, keken er met open mond naar. Er waren Ajacie den, die dat spel niet goed konden volgen, maar, het moet ge zegd, ze hielden zich kranig. Eén knikker dreunde Visser's net binnen. Dat was vlak na de rust-consumptie. Onze goalie kon Aan de rand van 7 Rembrandtplein, daar moet men als Ajacied zijn Aanbevelend, H. Fleijsman onmogelijk de Oostenrijkse pret bederven. Meer van die grappen stond hij echter niet toe. Wolterink en Van Mourik hielpen hem daarbij. Zij moesten ter het een en ander voor doen. Wie er ook iets, of beter, veel voor deden, waren Bouwens, Krist en Beh- rens. Laatstgenoemde was tijdens het spel Boskamp komen vervangen. Een blessure bezorgde Hans een .gratis ritje met de auto van de G.G.D. Voor hem begon het nieuwe seizoen dus best. Spoedig beterschap, Hans Van der Wel kreeg een kwartier voor de laatste fluit-triller een ontstellend hard schot in zijn „brains". Het werd een rol ler, die de binnenkant van de paal toucheerde (1-1). Michels produceerde even later, met twee Oostenrijkers op zijn hakken en een tot duiken bereid zijnde doelman voor z'n neus, een zeer zonderlinge truc-goal. Het ding telde (21). Luttele minuten daarna stonden we op straat om elkander geestdriftig te ver tellen van het knetterende vuurwerk, dat Michels, Van Dijk en Van der Wel als sluitstuk hadden bewaard. Michels, rang, tegen de lat; Van Dijk, boem, tegen de paal; Van der Wel, knoert, in het net (31). O ja, om het verhaal compleet te maken: Bak ker en Herman Schep liepen ook in het Ajax-shirt. Eerstge noemde kwam niet tot voetbalheldendaden, waarvan over vijf tig jaar zijn kleinkinderen zullen genieten. En Schep? Vlieg- gewicht Herman hield zijn maidenspeech. Was wat zenuwach tig. Die potige Oostenrijkers en dat grote stadion ook! Maar koppig volhouden, my son, er lopen meer kriel-voetballers op de velden, die in 't klein begonnen. En we weten heel zeker, dat je er kaas van hebt gegeten. Resuméwat ons betreft mag Schep nog eens terugkomen, de Oostenrijkers ook enons team zal zich dit seizoen wel redden. De heer Joris van den Bergh U als sportsman kent na tuurlijk de Grote Joris heëft weer eens een paar artikeltjes geschreven. In het „Panorama". Zij waren machtig interessant, 't Ging over voetbal en hockey. Over onze nationale voetbal ploeg, de leiders en de trainer, 't Ging over het drama van Hel sinki. Over de 51 nederlaag tegen dezoals de heer v. d. Bergh zegtjongensploeg van Brazilië. Hij vertelt over doosjes vitamine C en doosjes vitamine A en B, over de voor uitgang na zes jaar systeem. Dwingend systeem. Hij doet iets uit de doeken over een leider, die niet geloofde dat die lui zo sterk waren. „Dat kè.n toch niet op die leeftijd." We zullen een stukje citeren: We gaan vooruit! constateerde v. d. Leek met blijdschap enne, wat dat betreft leven we eigenlijk in een blijde wereld. Want wij zijn nu precies zes jaar lang achter elkaar als maar door aan het vooruitgaan. Zes jaar lang hebben we het kunnen lezen, dat we dank zij onder meer „het systeem", en „de com missie", en de trainer, op de goede weg waren en aardig vooruit gingen; met onze verdediging waren we er al zowatwat dat betreft zouden de Brazilianen (zo werd slechts enkele dagen vóór de match door 'n officiële voetbal-examinator geschreven) nog raar op hun neus kijken. En daar gingen we dan met onze beste spelers, met „de beste trainer van Nederland", en met het beste systeem, naar Hel sinki, waar we niet speelden tegen de Braziliaanse ploeg die in het Wereldkampioenschap roem had verworven, en waar we óók niet speelden tegen professionals, doch tegen elf jongens, elf studenten, door elkaar negentien jaar oud, en amateurs. En het werd 51 voor die jongens. Omdat het niet kèn op die leeftijd. Of is het: omdat ze hier langzaam vooruitgaan (zes jaar!) en daór, in het onmetelijke Brazilië, vlugger. Wij schreven zoëven „de beste trainer van Nederland". U hebt zeker wel begrepen, dat deze superlatief niet van ons is. Hij werd door een bekend voetbal journalist neergeschreven: „Jaap v. d. Leek, de beste trainer van Nederland!" Wij dachten toen zodat ontvalt deze voetbaljournalist maar zo, want hoe wéét hij dat Maar een dag of tien later lazen wij een ander blad en daarin schreef een nog veel bekender voetbal journalist precies het zelfde: „de beste trainer van Nederland!" En toen hebben wij niet meer gedacht, dat het deze journalis ten maar zo ontvallen was. Toen hebben wij gedachtwaarom wordt zo iets neergeschrevenwelke bedoeling zit daarachter Het kan niet anders. Een dergelijke pertinente uitspraak moet zich keren tegen hem, die haar doet. Want er zijn in Nederland ruim vijftig full time voetbaltrainers (dat zijn de lui van het „grote" examen, die louter van de voetbaltrainer-ij leven) en dan zijn er nog ruim honderdvijftig voetbaltrainers van het slag van Leen Vente en Kick Smit, veelal puike prac-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1952 | | pagina 2