WEES WELKOM WEER en JA, JAN, JIJ Wat heb 'k U destijds in dit clubblad gezegd toen Brown er het bijltje bij neer had gelegd; als broodetend prof eh profeet toen geschreven? Die man komt terug, die kan zonder niet leven! We kunnen er lang, breed of kort over praten: Vriend Brown komt weerom, want hij kan het niet laten. Hij kan het niet laten voor 't clubblad te schrijven, dat heet: de redactie daarvoor te bedrijven. Nu is het zover dan, en wéér is de vent met die „baan zonder end", met die rotbaan content. En waar ik m# over verbaas en verheug: Hij geeft al zijn tijd weer Nou, ieder z'n meug. Hij wil 't niet bekennen maar diep in zijn hart is hij met z'n overzicht nu al gestart Hij ziet op een rij ze reeds allemaal wachten die redactionele, dus slaaploze nachten. Kijk lieden, zolang er nog worden gevonden dezulken, zolang gaan de clubs niet te gronde. Wat belangrijker is: Dank zij mensen als Brown is ons amateurisme nog lang niet knocked-down! Vriend Frits (vrij naar Reuter) blaas die eerste partij met Schwung en met verve maarhoed je daarbij ik mag dit toch zeggen als een héél oude vrind die je „stukkies" bewondert; jou een sportkerél vind de pers te belagen in vinnig verweer. Juist, soms is dit nodig, doch'n énkele keer. Ja stil maar, ik weet het je meent het steeds goed. 't Is louter uit clubmin waarom jij dat doet. Ik heb ja ik meen het respect voor je moed. Maar heus Frits, geloof mij, té vaak zet 't kwaad bloed. Er lopen geruchten, nee erger: wij duchten dat Potharst het eerste zou willen ontvluchten. Hij vindt zich te oud, nee ik vraag U: te oud Zo'n snonee dat kan niet, de man is getrouwd. Te oud? met net dertig dan kom je pas kijken. Dan gaan er routine en inzicht pas blijken. Dan ben j' er pas achter wat vóétbal is, Jan. De voorbeelden zijn er te over van, man. Denk nooit: „Ik ga stoppen met eerst één seizoen; desnoods kan ik later er weer aan gaan doen." 'k Weet zeker, wanneer je er één overslaat je heimwee weer krijgt. Maar dan is 't te laat. Mijn oude vriend Dollef 'k meen Adolf van Kol die 'k nog heb getraind maar hij maakte steeds lol,*) die Adollef dan zei ons eens in vertrouwen: „Ik had er zo vroeg nooit mee op moeten houwen." H ij had daar dus spijt van, maar kon niet terug; de bondswetten zijn op dit punt wel „wat" stug Men zei, je bent prof wat hijzelf zich niet vond en ook ik niet maar tja: Zo wil het de Bond. Bedenk dit JA JAN, JIJ voordat je besluit. En schei om wat anders er óók nog niet uit. Dat andere is, ik kan het jou vragen omdat jij een man bent die dat kan verdragen, dat Ajax je vast nog niet missen kan, man. Bedenk eens: Een ploeg zonder aanvoerder Jan. Nee, Ajax jouw Ajax kan jou nog niet missen. Dit weegt en ik kan mij hierin niet vergissen zeer zwaar bij een speler van Potharst-formaat. Bedenk je dus goed, Jan nóg is 't niet te laat. B. S. LE MARCHé. Als excuus geldt, dat hij toen 13 was en in Sport 3 tegen mannen met snorren moest spelen; weet je 't nog, Dolf?

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1952 | | pagina 3