Oude glorie vraagt Uw aandacht W.ADDICKS Ik moet U even mede terugnemen naar de oude tijd van de Volksvoetbalbond, waar vele latere prominente Ajax-spelers hun eerste schreden op het groene veld zetten. Dat groene moet U met een korreltje zout nemen, want het waren over het algemeen zand- en gedeeltelijk grintterreinen, waarop de voetbalsport intensief werd beoefend. In deze A.V.V.B. speelde Wim Addicks van 1913 tot 1917 in ,,de Meeuwen", een club met een zekere reputatie, waarvan o.a. Th. Schetters ook deel uitmaakte. Dit was nog de periode, waarin men voor de match begon, al een zweetdruppeltje had gehaald. Het terrein moest zo goed mogelijk uit- en afgezet worden. Eerst dan kon de wedstrijd voor een enthousiast en talrijk publiek gespeeld worden. Het zou mij waarschijnlijk niet veel moeite kosten om een Nederlands elftal samen te stellen uit voetballers van onze hoofdstad, die in de A.V.V.B. hun leerschool hebben gehad. De fusie met de Amsterdamse Voetbalbond heeft naar de mening van onze oud-eerste elftalspeler geen spelpeilverbete ring gebracht, waarvoor de oorzaak z.i. gemakkelijk te vinden is. In de A.V.V.B. lagen de velden naast de deur en elke avond werd een balletje getrapt, terwijl men in de A.V.B. hier veel minder de gelegenheid voor kreeg, daar de velden verder af gelegen waren. De beste spelers, die op vrije Zondagen in A.V.B. en N.V.B. wel eens wedstrijden op grasvelden zagen, voelden dat op deze velden betere prestaties waren te bereiken. Addicks behoorde ook bij deze categorie en trad in 1917 toe tot A.F.C. Als speler van het eerste elftal verdedigde hij de kleuren der rood-zwarten tot 1922, om in het seizoen 19221923 naar onze vereniging over te gaan. Zijn opstellen als links binnen in het eerste elftal, was zowel voor hem zelf als voor onze club een groot succes. Als felle doorzetter was hij zijn gewicht aan goud waard. Spe ciaal zijn afwerking van through-passes (heftig gesticulerend als hij deze naar zijn smaak niet op tijd kreeg), met goede schoten en doelpunten, was zijn sterkste zijde. Wim was een voetballer, die het niet gemakkelijk opgaf en in de tijd van de getolereerde faire charge, rustig een speler van de „cent kilos"- gewichtsklasse opzij drukte. Wanneer hij het op zijn heupen had, eiste hij de volle aandacht van de verdediging der tegenpartij voor zich op. Diezelfde heupen zouden later nog een minder prettige perio de in zijn leven brengen. Zoals ik reeds memoreerde, was zijn optreden een succes. In het eerste seizoen met 24 doelpunten, topscorer van het Wes ten met Wout Buitenweg op de hielen met 23, was een pres tatie die gezien mocht worden. De grondlegging voor deze record-score was er reeds in de eerste competitie-wedstrijd en nog wel AjaxBlauw Wit. Een hat-trick en een 40 overwinning waren een dubbel succes. Seizoen 1923'24 was voor hem een gedwongen rustperiode, waarvan blessures de oorzaak waren. In 1924'25 keerde hij in het eerste elftal terug, maar een successeizoen zoals in 1922 '23 werd het niet. Vanaf de aanvang van het seizoen 1925'26 maakte mijn cliënt deel uit van het tweede elftal, waar hij tot 1930'31 nog vele successen vierde. Wanneer het tweede elftal ter sprake komt, mengt de vrouw des huizes zich ook in het gesprek en haar uitlating: „Dit was de gezelligste periode in Ajax", werd door haar echtgenoot volledig bevestigd. In het seizoen 1922'23 besloot de N.V.B. hem op te stellen in ons nationale team, waarvoor hij in totaal drie maal uit kwam, n.l. tegen Frankrijk, België en Duitsland. Stedenwedstrijden met het elftal van onze hoofdstad tegen Essen, Wenen en Brussel en een oefenwedstrijd tegen de Corin thians met Howard Baker in doel, liggen hem nog fris in het geheugen. Vanzelfsprekend komen de reizen naar het buitenland ter sprake en speciaal waarbij hij zelf betrokken was, n.l. Joego slavië, Noorwegen, Zweden en Engeland, waarvan prettige en dankbare herinneringen zijn overgebleven. Wanneer bij de oude garde het woord herinneringen er uit komt, is het mijn ervaring geworden, dat de tongen wat rapper bewegen. In de tijd van H.V.V. met de Kesslers speelde Ajax in Den Haag. Jan de Boer raakte geblesseerd, André de Kruyf ging onder de lat en Ten Herckel viel in. Om van H.V.V. in Den Haag te winnen, moest je wat in de mars hebben en U kunt zich de vreugde van het gehavend elftal voorstellen, toen Addicks kort voor tijd de winnende goal maakte. Het tweede elftal heeft echter blijkbaar zijn hart gestolen. Steeds komt dit team, dat kampioenschappen aan de lopende band behaalde, weer ter sprake. De N.V.B. bekerklusjes, die het met opmerkelijke resultaten opknapte, zowel binnen als buiten Mokum, tegen eerste klas- sers, om daarna de taak over te geven aan de eerste elftal spelers, die het destijds in Charlois tegen C.V.V. moesten af leggen. Het was vroeger heel gewoon, dat ons reserve-team voor drie tot vierduizend man publiek speelde. Ik herken nu weer de Wim Addicks van vroeger, de toon wordt vinniger, de gebaren komen er weer bij en nu zit de man weer voor mij, die wij vroeger op trainingsavonden en in wed strijden altijd „kippendriffie" noemden. Weet je nog wel, oudje? Ik laat hem stil gaan en noteer maar: 1. de concurrentie was vroeger veel groter. 2. de technische capaciteiten waren beter. 3. men moest vroeger veel harder werken om in het eerste elftal te komen. 4. periodes dat de elftalcommissie uit zes prima halfspelers, b.v. Gebr. Andriessen, De Kruyf, Schetters, Martens en Den Boer, drie spelers moest kiezen voor het eerste, kwa men meermalen voor. 5. zo stond het er niet alleen met half backs voor, ook backs en voorhoedespelers boden een prima sortering. Het zou tegen de goede gewoonte van een Wilskrachtig Ajacied indruisen, indien hij niet blij was met het kampioenschap van ons huidige eerste elftal, met een grote kern van jeugdige spelers. Naar zijn mening zijn diverse van deze jonge spelers in ver band met te weinig concurrentie er te gemakkelijk gekomen, wat niet van gevaar ontbloot is. Wanneer het spelersmateriaal weer eens meer keus zou bieden en enkele spelers misschien

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1952 | | pagina 14