Televisie SPUI 6 Amsterdam Telefoon 35614 Alles op gebied van Radio en Gramophones stukje uit, al was dit gedeeltelijk aan een milde bui van de veld- scheidsrechter te danken. Inderdaad werd Beumer uitgetikt voordat hij het derde honk had bereikt. De honkman liet de bal na het tikken echter even uit zijn hand wippen, waarna hij hem weer opving. Regel 43 (9) van de spelregels vermeldt o.a., dat de velder de bal ook na het uittikken flink moet vasthouden; deze mag b.v. niet uit zijn handen springen, al zou hij hem daarna weer vangen. In de 7e inning verkregen Prins en Beumer 4 wijd. Wel haalde R. Kok het eerste honk niet, doch Prins kon zij het op het nippertje een demonstratie droogzwemmen op de thuisplaat geven. Door deze gelijke stand vatten de onzen weer moed, het geen in de 8e inning tot uiting kwam. Nadat Kraan ten onder was gegaan, kon de moegestreden werper Nanne de situatie plotseling niet meer beheersen. Door niet minder dan 5 vrije lopen en een fout kon Ajax tot 52 uitlopen. H. Kok, die voor De Sterke meespeelde, werd met 3 slag geëlimineerd, doch honk- slagen van Hordijk en Kraan brachten mede, dat de stand 92 in ons voordeel werd. Ruud Kok besloot de wedstrijd door een lage bal van Smit languit vallende zeer mooi te vangen. Bij af wezigheid van de aangestelde bondsscheidsrechters namen de heren Notebaard, Wijnands Jr. en Van Tuyl de honneurs waar. Direct na afloop wensten de Haarlemmers, die heldhaftige tegenstand hadden geboden, onze spelers geluk met het door Ajax behaalde kampioenschap en de daaraan verbonden pro motie naar de le klasse. Aanvoerder De Bok deed zijn woorden van een bloemstuk vergezeld gaan. Een sportief gebaar! In de bestuurskamer feliciteerde het Ajax-bestuur bij monde van de heer De Wit het honkbalteam met het bereikte resultaat. Ook de heer Notebaard richtte zich tot onze kampioenen. Namens de dames van de spelers offreerde mevrouw Kok - of liever Stien onze captain een bouquet bloemen. Verder hebben de H.P.V. „De Kieviten", de redactie van „Honkbalnieuws" en O.V.V.O. nog schriftelijk hun gelukwensen aangeboden, waarvoor wij hen gaarne dankzeggen. Het succes werd bereikt door de volgende spelers: G. Duin- ker, J. ter Heide, R. Kok, B. D. de Sterke, A. Kraan, W. Prins, H. Bosboom, G. J. Beumer, A. M. Hordijk en H. Kok. Voorts hebben F. Timp, H. L. Pasteuning en B. J. Ras enige malen hun medewerking verleend. Deze opsomming zou niet volledig zijn zonder de naam van J. Neefjes te vermelden, die tengevolge van een ongeval ontijdig werd uitgeschakeld. Mannen, pro ficiat! Ajax 2 naar lagere regionen. Dat Ajax 2 het dit seizoen moeilijk zou krijgen, was te voor zien, daar de kracht van de eerste negentallen van andere ver enigingen steeds toeneemt. Er zijn echter factoren, die op de verrichtingen van onze reserves een ongunstige invloed hebben gehad. Dit team ontbrak het aan een behoorlijke werper. Daar aan dient echter te worden toegevoegd, dat er geen week voor bij ging, of de opstelling moest worden gewijzigd, doordat ver schillende clubgenoten hun dienstplicht moesten vervullen en anderen wegens vacantie niet konden uitkomen. Erger is het, dat meer dan eens iemand zonder bericht van verhindering wegbleef. Voorts is de medewerking van bepaalde officials nog steeds voor verbetering vatbaar. Intussen hebben Ras c.s. het zoet der overwinning nog niet geproefd. D.O.S. behield zijn goede positie door Ajax 2 met 15-8 het nakijken te geven. Wegens een onvoldoend aantal spelers moes ten wij tegenover The Catchers in gebreke blijven. Dat mag in onze vereniging toch niet voorkomen! E.D.O. gaf ons er met 50 van langs. Tegen E.H.S. wisten onze reservisten geruime tijd stand te houden, doch ten slotte kregen zij een 2110 ne derlaag te slikken. Ofschoon er bij Ajax verscheiden werpers op de plaat ver schenen, kon dit H.F.C. Haarlem er niet van weerhouden door vele vrije lopen en honkslagen een 103 zege te behalen. Ons veldwerk was nochtans veel beter. Na 2 innings leidden de rood-blauwen met 50, welke voorsprong in de 7e slagbeurt werd verdubbeld. Van der Pol, F. Mossing Holsteyn en Ras droegen er toe bij, dat de einduitslag wat schappelijker werd. Zondag 10 Augustus had V.V.G.A. 2 aan ons „zevental" een zacht kostje. Weer bleken er een aantal Ajacieden zonder af schrijving op het appèl te ontbreken. Enkelen van hen moesten die dag in het Olympisch Stadion defileren. Het zal wel vechten tegen de bierkaai blijven, maar waarom werd de ondergeteken de hiervan niet tijdig verwittigd? Noch voor de opgekomen clubgenoten, noch voor onze buren was het prettig, onder ongelijke omstandigheden te moeten honkballen. Trouwens, op die manier gaat ook voor de Honkbalcommissie het genoegen er af. Toon van Genderen was de enige, die een zuivere tik kon plaatsen. De ambtenaren trokken met 6—0 aan het langste eind. Juniores A. Deze ploeg slaagde er in ongeslagen kampioen van haar afdeling te worden. V.V.G.A. 2, Thor, De Volewijckers en A.H.C. '31 werden alle geklopt. De Volewijckers had tegen onze uitstekend werpende Eddie Drewes niet veel in te brengen. Het duurde vrij lang voordat Mossing Holsteyn als eerste man de plaat kon overschrijden. In de 6e en 7e inning kwamen de honkslagen los, die er toe bij droegen dat ons puntentotaal tot 9 werd opgevoerd. In de laat ste slagbeurt gelukte het de Over-IJers tweemaal tegen te scoren. De strijd tegen A.H.C. '31, die onze juniores het kampioen schap zou brengen, had niet veel om het lijf. De spanning was al heel spoedig geweken, want Ajax was in alle onderdelen van het spel veel sterker. Tal van tikken werden er gegeven, waarbij vooral Weppner, Pelser en Baartscheer zich niet onbetuigd lieten. Het team dat de titel veroverde, bestond uit Ipenburg, Drewes, Van der Velden, Weppner, Tielrooy, Mossing Holsteyn, Abraas, Kraamwinkel en A. de Wit Jr., terwijl ook Pelser en anderen hun steentje bijdroegen. Proficiat! Luitjes, gaat op de goede weg voort, want op jullie is onze hoop gevestigd. Dit seizoen ging het nogal gemakkelijk, doch in de toekomst zullen er ongetwijfeld hardere noten moeten worden gekraakt. In het R.C.H.-jeugdtournooi brachten Van der Velden en de zijnen het er behoorlijk af, al vielen ze niet in de prijzen. Naast twee overwinningen stond één verliespartij. In ieder geval kon den zij hun krachten met nieuwe tegenstanders meten. De orga nisatoren van dit groots opgezette sportevenement verdienen een pluim voor het vele en mooie werk dat zij hebben verricht om de honkballende jeugd een prettige dag te verschaffen. Als er geen terreinmoeilijkheden waren, zouden ook wij gaarne weer een jeugdtournooi houden. Mogelijk kan dit in 1953 het ge val zijn. Juniores B. In tegenstelling met de A.-ploeg waren onze benjamins in een zware afdeling ondergebracht. Het wekt dan ook geen verwondering, dat ze het tegen him grotere tegenspelers nog moeten afleggen. Toch hebben onze jongens van wie velen pas honkballen bijvoorbeeld tegen Zeeburgia goede tegen stand geboden, niettegenstaande een automatische nul. Al gooide de werper van Zeeburgia veel meer wijd dan zijn collega aan de andere kant, toch gingen beide winstpunten naar de club uit de Indische Buurt. Ons veldwerk was namelijk lang niet feilloos. Aanvankelijk ging de strijd gelijk op, doch The Whites bleken over een betere eindspurt te beschikken. De uitslag was 711. Baartscheer kwam met een honkslag uit de bus. Jammer is, dat er tussen het spelen van twee wedstrijden zo'n grote tijdruimte was gelegen. Misschien kan hierin een volgende maal worden voorzien. Vóór de aanvang van het nieuwe seizoen hoopt ondergete kende een spelregelavond te houden, waarbij dan tevens de fijne kneepjes in het spel zullen worden besproken. Mochten jullie intussen met spelregelproblemen zitten, komt er dan gerust mee voor de draad. Eté.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1952 | | pagina 10