Wat anderen van ons zeggen Voor al Uw FEESTGEBAK naar Banketbakkerij J. PoillGrsi Spaarndammerstr. 122-124, lel. 46480 De supporters van Ajax die vindt U beslist na afloop van de wedstrijd Café VERWOEST Wij ontlenen aan „De Veluwepost" van 30 Januari 1952, de volgende beschouwing aan het adres van ons publiek IK ZAG AJAX—WAGENINGEN Het ware goed dat veel meer toeschouwers uit Wageningen deze wedstrijd hadden bijgewoond, want er viel heel wat te leren. Ik bedoel dan natuurlijk voor het publiek, want o, dat Wage- ningse publiek. De haren rijzen je soms ten berge als je hoort hoe sommige spelers worden uitgekafferd. Gelukkig maar dat die jongens niet alles horen. 's Is jammer, dat de elftal-commissie haar oor niet te luisteren legt tussen het publiek, want ik kan U vertellen, dat daar prima spelers tussen zitten, gewoonweg je van het. De een weet het nog beter dan de ander en ik voor mij betreur het dan ook ten zeerste, dat de spelers van zulk een prima ge halte alleen maar aan de buitenkant van het speelveld staan. Het Bestuur van Wageningen schijnt er alles van te weten, want het liet niet voor niets adspiranten langs het publiek paraderen met borden waarop kalmerende en opvoedende leuzen waren geschilderd. Alles tot schande van datzelfde publiek dat met goedkeurend gebrom deze leuzen las. Heeft U wel eens gezien naar het gezicht van een der velen, wanneer de tegenpartij een volkomen eerlijk en verdiend doelpunt maakt Storm en regen leest U er van af en als de spreekbuis open gaathou je vastgekanker op die of die speler die zo stom was om zus of zoEnfin, U kent dat wel. En als dit opgewonden oordelen nu allemaal nog voortkwam uit grote aanhankelijkheid jegens de voetbalclub Wageningen, dan zou men nog kunnen zeggen ,,nu ja, ze zijn erg opgewonden als ze straks wat bekoeld zijn zullen ze het anders formuleren. Maar het is juist de vraag of die aanhankelijkheid zo groot is, want wat gebeurt er als Wageningen vlak voor het einde met bijv. twee doelpunten achter staat? Men verlaat het terrein en laat de spelers ploeterend achter. Wint Wageningen en fluit de scheidsrechter het eind-signaal dan is alle aandacht van het veld verdwenen en rent men onmiddellijk naar de uitgangen. De spe lers begeven zich dan, soms vermoeid en vuil, naar de kleed kamers, vaak een weg banend tussen het publiek, hetwelk zich op het speelveld bevindt om zodoende sneller bij de uitgangen te komen. Waarlijk een fraaie vertoning. Stelt U zich eens voor dat men dit ook deed na een concert of een toneelstuk en als een bezetene naar de garderobe rende, zonder te applaudiseren als dank voor het gebodene. Ziet ge en zo was het nu juist niet bij Ajax—Wageningen. Ieder weet dat het Amsterdamse publiek gevoel voor humor heeft en gemakkelijk in de omgang is, maar het is ook uitermate sportief. Ik zat als eenling te midden van Amsterdammers, maar ik heb genoten van hun reacties en aanmoedigingen, ook voor de Wageningse spelers. Aanhoudend was er applaus voor beide ploegen na staaltjes van prima voetbal, maar ook wel gemeende deernis met de verwonding van Bleijenberg (heeft U er op gelet dat onmiddellijk drie Ajax-spelers Bleijenberg van de grond tilden, zodat deze niet met z'n warme lichaam op de koude grond bleef liggen!) Toen de rust ingang stak men z'n bewondering voor Wageningen niet onder stoelen of banken. En het klinkt misschien voor vele Wageningers ongeloofwaar dig, maar in de tweede helft hoopten mijn Amsterdamse mede kijkers net zo veel op een doelpunt voor Wageningen als ik zelf. Als het eindsignaal klinkt, blijkt dit geen startschot te zijn voor een enerverende ren naar de uitgangen, integendeel, alles rijst op van z'n zitplaats en klapt de spelers van beide ploegen toe tot de laatste speler is verdwenen onder de tribune. Zo was het in Amsterdam, wanneer zal het zo zijn op de berg, nooit H. Overgenomen uit het „Nieuwsblad van het Noorden": OOSTERPARKERS HIELD TOT DE RUST STAND. Toen sloeg Ajax toe en won met 60. Toen Ajax bij de thee tegen Oosterparkers een 02 voor sprong had behaald en de Amsterdammers daarna de ijzige wind mee kregen, zal niemand van de groen-witte aanhang nog op enig succes van de thuisclub hebben gehoopt. Dat de tweede helft echter een zó eenzijdig aanzien zou krijgen als nu het geval was, is toch nog een domper op de zo aardig begonnen strijd, die, ondanks de grote moeilijkheden, somtijds aardige momenten bood, tegen de rust ontsierd werd door enkele geniepigheidjes van weerskanten, om tenslotte te verlopen in een volledig over wicht van de Amsterdammers, die zich, naarmate de speeltijd verliep, steeds beter aan de veld- en weersomstandigheden aan pasten en met 60 wonnen. Inderdaad, de strijd begon zo aardig. Er werd in een behoorlijk tempo gestart waarbij Oosterparkers haar minder technische vaardigheid compenseerde door een grote animo, waardoor de partijen weinig voor elkaar onder deden. Een uitstekende kop bal van Kruger, uit een verre pass van Bolhuis, luidde zelfs een periode van thuiscluboverwicht in, doch over het geheel werd het gewenste open aanvals- en samenspel te weinig in het ge weer gebracht. Het individuele pogen van een Dilling en Van der Veer was wel aardig, maar leverde geen zoden aan de dijk, daar spil Elzer Visser's doel behoorlijk afschermde tegen de slechts sporadisch komende voorzetten. Ajax hield er een betere en succesvoller methode van spelen op na; weliswaar liep het spel hier ook grotendeels over de vleugels maar èn Bartels èn Bakker vooral eerstgenoemde gaven het leer tijdig door of wisten met handig driehoekspel op hun kanthalfs, de Ooster- parkers-verdediging voor hete vuren te stellen. Vooral Bauman, die Van der Veen op de linksbackplaats verving, had het soms uiterst moeilijk en het was ook een foutje aan zijn zijde, dat Ajax het openingsdoelpunt opleverde. Zijn naamgenoot, als linkshalf in het Amsterdamse team opgesteld, zag zijn kans op een gegeven moment schoon en Van der Velde werd met een ver en listig schot gepasseerd (01). (Bouwens?? Red.) Dit doelpunt verontrustte Oosterparkers echter geenszins; er werden vele en vlotte pogingen gedaan om een Groninger suc cesje te behalen, maar het ging over het geheel toch niet zó, dat dit voor het grijpen lag. Vooral Potharst deed als rechtsback uitstekend werk en wist steeds te ruimen op een stuk niemandsland, dat door Ooster parkers' linkervleugel teveel verlaten werd. Ondanks alles bleef de strijd het aanzien volkomen waard, ook nadat de gasten hun voorsprong tot 02 hadden vergroot, toen aanvalsleider Michels uit een voorzeg van links tegen de paal schoot en rechtsbuiten Bakker gelegenheid kreeg de terugspringende bal in een leeg doel te deponeren. Er was toen ruim een half uur gespeeldeen half uur dat geen bepaald Ajax-overwicht had gegeven, doch de gasten, door het beter gebruikmaken van de kansen, een waardevolle voorsprong had bezorgd. Tot aan de rust onderging het spelbeeld geen verandering; het werd alleen iets robuster en scheidsrechter Heneman moest meermalen ingrijpen. Na de hervatting waren de gemoederen weer gekalmeerd, doch hoe geheel anders werd ook het spelbeeld Er was maar één ploeg die speelde en dat was Ajax, dat zich zienderogen had aangepast aan het moeilijk te bespelen veld en steeds de lakens uitdeelde. Het regende hoekschoppen op het Oosterparkers-doel en ieder voelde wat er zou gaan gebeurenHet was rechtshalf Krist die de stand op 03 bracht, waarna middenvoor Michels technisch uitstekend het vierde doelpunt voor zijn rekening nam. Rechtsbinnen De Groot maakte met twee doelpunten het laatste was het mooiste uit de strijd het halve dozijn vol. Eerst toen kwam Oosterparkers nog even weer in haar spel; in de laatste minuten gingen zelfs twee uitstekende scorings kansen verloren. Firma H. Nagtegaal Bezorgen door de gehele stad. bij Verwoest voor de kist. Rembrandtsplein 16 - Telef. 33423 - Amsterdam-C.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1952 | | pagina 9