EngelandOostenrijk.
Nooit heeft een interlandwedstrijd zó internationaal de
belangstelling getrokken als EngelandOostenrijk, waarbij
naar mijn mening het nuttigste voetbal tegenover het mooiste
stond.
In ons vorig nummer vond U een reportage uit de Rivièra,
in dit nummer zult U een verslag aantreffen over de big-
match uit het Wembley-Stadion van Jan de Boer. Interessant
is het ook nu weer in de verslagen van de Engelse bladen een
zekere „afkeer" aan te treffen tegen het mooie, dat niet nood
zakelijk en daarom in hun ogen overbodig is.
Over doelverdediger Zeman schreef de „Daily Express":
„Zeman deed alles wat U van een continentale doelman kon
verwachten, hij dook op de bal wanneer er geen gevaar was en
sprong er op zonder noodzaak. Toch leek hij een goed doel
verdediger." De stijl van Gerrit Keizer „ligt" hun waarschijn
lijk meer!
Ocwirk, de aanvallende spil, wordt geroemd om zijn spel,
was de „main-spring", wij zouden zeggen de „motor" van zijn
elftal en trokf de ballen als een magneet naar zich toe. Maar
toch wijst men daarnaast naar het feit, dat slechts één van
zijn passes resulaat opleverde, n.l. die naar rechtsbuiten Mel-
chior, die het eerste doelpunt opleverde.
Maar naast deze gereserveerde lof, verzucht toch dezelfde
Daily Express: „Hoe dan ook, het was een wedstrijd met
mooie patronen en de wijze waarop de Oostenrijkers deze
weefden, was een openbaring, of beter nog een recapitulatie
van hoe het spel vroeger in ons land gespeeld werd. Jammer
dat wij het aan hun overdeden."
Hier spreekt toch wel enige weemoed uit naar de tijd toen
Engeland niet alleen nuttig, maar ook mooi speelde, m.a.w.
toen het stopper-spil-systeem nog niet was uitgevonden!
Nieuws van het „Thuisfront".
Van het front in ons land is weinig nieuws de door regen
afgekeurde velden dunden de toch al mager bezette program
ma's maar dit weinige nieuws was voor ons van prima
kwaliteit. Ons eerste heeft, dank zij overwinningen op Ensche
de, R.C.H. en D.O.S. de leiding in afdeling B. overgenomen.
Ajax
13
10
2
1
22
30—16
Wageningen
14
10
2
2
22
46—12
R.C.H
14
8
3
3
19
37—20
Be Quick
13
7
2
4
16
27—16
Leeuwarden
13
7
2
4
16
24—18
Vitesse
13
6
4
3
16
27—19
D.O.S
14
6
3
5
15
35—26
Zwolse Boys
14
5
5
4
15
23—22
V.S.V
14
4
5
5
13
22—23
Blauw Wit
14
3
6
5
12
20—25
Enschede
14
5
2
7
12
17—28
Oosterparkers
14
2
2
10
6
16—47
Achilles
13
1
1
11
3
11—32
Sneek
13
1
1
11
3
14—47
verder kan op goede resultaten
l van
onze
senioren-elf-
tallen, vooral van Ajax 3, gewezen worden.
De door onze vriend Bruynesteyn verstrekte competitie
standen, die U hiernevens worden aangeboden, geven U daar
van een duidelijk beeld.
AjaxR.C.H.
Nog geen minuut was de wedstrijd oud, toen reeds een
kogel van Bakker rakelings over de lat en eei* totaal onbe
schermde doelhoek vloog. Een teken, dat het menens was, in
de goede zin des woords dan, want het was de inleiding tot een
felle, maar faire voetbalkamp, waardige opvolger in de vele
prettige en toch spannende ontmoetingen met de Racing Club.
De beste man van het veld was m.i. onze doelman Visser,
die op een foutloze wedstrijd terug kan zien en op het wel
licht beslissende moment ons voor een achterstand behoed
de. Na hem komt de Haarlemse doelman Wille op de' lijst,
vandaar de magere 21 score. Na vijf minuten was het raak.
Krist, afgedwaald op de linkervleugel, gaf een perfecte boog-
bal, die in dezelfde stijl door De Groot in een doelpunt werd
omgezet. Ijverige pogingen van R.C.H. om bij Visser te
komen, strandden vooralsnog op het hechte trio ElzerBos
kampPotharst, van wie laatstgenoemde deze wedstrijd het
meeste uitblonk. Het woord bleef aan Ajax en spannende en
voor de Haarlemmers benauwde momenten kwamen er
voor het R.C.H.-doel. Wille mocht niet klagen, toen tweemaal
uit vrije positie de bal recht op hem aangeschoten werd. Nog
minder toen Bakker, fel sprintend op een door De Groot los
gelaten bal, deze nog juist vóór de uitlopende doelman bereikte
en Bakker's schot nog even z'n schoen schampte. Juist genoeg
om de bal enkele centimeters uit z'n baan te wrikken en juist
langs de paal corner te doen gaan. Opvallend was het, dat in
dit wedstrijdgedeelte veel meer op links dan op rechts gespeeld
werd, v. Dijk werd slechts zelden in het spel betrokken. Het
geen jammer was, want Willemink verdedigde veel minder
zeker dan z'n partner v. Rheenen op rechts.
Een reeks foutjes, feitelijk begonnen in de voorhoede, voort
gezet op het middenveld, werd consequent voortgezet door
Elzer met een te zacht teruggespeelde bal. Visser, uitlopend,
trachtte ook hier nog te redden, doch kon slechts even uitstel
van executie bewerken en onze ontstelde rood-witte familie
zag centervoor Gallis alleen met| de bal op ons lege doel af
gaan. Dat werd 11.
Fel was de repliek van onze aanval en enkele minuten later
moest Wille zich< met twee vuisten in de baan van een kogel
van De Groot werpen. Daarna kwam toch R.C.H. wat meer
aan het woord. Biesbrouck, zo'n beetje als aanvallende spil
opererend, achter z'n voorhoede, joeg zijn mannen naar ons
doel, waar de Ajax-defensie echter steeds paraat was op het
gevaar te keren.
Luttele minuten na de rust raasde rechtsbuiten Koster door
onze verdediging, waar slechts Visser met z'n mooiste save van
de wedstrijd de twee voor R.C.H. van het score-bord weghield.
De twee voor ons was echter op komst, weer na vijf minuten
spelen! De Groot plaatste, fel gehinderd, een voorzet van
Bartels langs Wille. Dat het daarbij bleef was, ondanks het
goede keepwerk van Wille, wonderlijk. Een voorzet van links
streek onbenut langs de gehele Haarlemse doellijn en daarna
volgden weer vele benauwde momenten voor Wille's veste, o.a.
uit enige scherp door Bartels voor doel geplaatste corners. En
daarna kwam juist zoals in de eerste helft R.C.H. weer
in het offensief. Vooral Boskamp werd enige malen zeer in het
nauw gedreven, maar verder dan een paar hoekschoppen kwam
ook R.C.H. niet. De rush en het felle schot van Koster in het
zij-net, leek gevaarlijker dan het in feite was, doelman Visser
lag in de goede hoek van z'n goal. Vermoeidheid drukte ook
R.C.H.'s tempo en zo bleef het bij 21, een score waarmee
naar mijn mening onze voorhoede iets minder kreeg dan ver
diend was.
Maar het publiek, dat onze tribunes bij deze goede match in
afdeling B. overbevolkte, had waar voor z'n geld gekregen.
D.O.S.Ajax.
M'n poging om Zondag j.l. twee vliegen in één klap te slaan
en eerst D.O.S. 3Ajax 3 en daarna D.O.S. 1Ajax 1 bij te
wonen, mislukte. De weg van het oude D.O.S.-terrein naar
het Utrechtse stadion viel tegen en slechts dank zij de vlotte
medewerking van controleurs en gastvrijheid van het D.O.S.-
bestuur, bereikten wij onze plaatsen voor de eerste helft geheel
verstreken was.
Het werden dus slechts 1% vlieg in plaats van 2, maar wel
willende souffleurs om mij heen verzekerden, dat het enige dat
ik gemist had in het eerste half uur, gemiste kansen waren.
Nu, wat dat betreft ben ik toch nog wel aan m'n trek gekomen,
want deze match stond wel sterk in het teken van onbenutte
gelegenheden tot scoren. Nu moet men met weers- en terrein-
omstandigheden, zoals die Zondag j.l. waren, het missen van
kansen zeer mild beoordelen, al neemt dat niet weg, dat men,
als men iets van de wedstrijd wil' vertellen, ze toch wel moet
vermelden.
Nauwelijks zaten we op de ons toegewezen plaats of we
zagen no. één, uitgevoerd door de D.O.S.-voorhoede, die na een
slecht afgegeven bal van Bouwens in het middenveld, een
droom van een kans kreeg. Doch de enige man, die nog redding
brengen kon, was Visser eni die deed het ook, met een snelle
been-reactie reduceerde hij de scoringskans tot corner.
Voor de afwisseling werd ook aan de andere kant een goed