Thank you very much
Reisbureau N aars e Kroon
Voor Uw uitwedstrijden in Europa!
Overtoom 477 bij de Zocherstraat - Tel. 85252
DE RELATIEVE WAARDE VAN SPORTPRIJZEN.
(voor afbeeldingen, zie nevenstaande foto's.)
Met opvallende eensgezindheid hebben de sportjournalisten na het
A.R.O.L.-tournooi verteld, dat de door Ajax veroverde beker een waarde
heeft van 2500 gulden.
Nu kan ik U met de hand op m'n hart verzekeren, dat]daaraan nie
mand bij ons gedacht heeft, ons bestuur niet, toen het tot deelneming
besloot en de spelers, toen zij A.F.C., Blauw Wit en V.S.V. er uit knik
kerden, evenmin.
En ik kan V tevens verzekeren, dat als de volgende A.R.O.L.-beker
maar 2499 gulden waard is, dit geen punt van overweging zal zijn bij
de beslissing over al of niet deelname.
Hoe die waardevan 2500 gulen berekend is, is niet bekend, waar
schijnlijk bedoelde men de tegenwoordig nogal eens gebruikte term van-
vervangingswaarde", want dat er voor twee en een half mille aan zilver
aan zou zitten, kan ik niet aannemen en ik geloof, dat als Roef Vun
der ink of Ar ie de Wit eens per ongeluk bovenop de beker gingen zitten,
deze even plotseling als sterk zou devalueren.
En onder ons gezegd, als ik de volgende maand 2500 gulden van
min salaris overhou, koop ik er niet zo iets als een A.R.O.L.-beker voor.
Onze medewerker B. S. Ie Marché is over een en ander in z'n vulpen
geklommen en de resultaten van deze vulpenklimmerij vindt V onder
de titel „V er ander de tijden" elders in dit nummer.
Waar het in wezen om gaat is de eer tournooi- of prijswinnaar te zijn
en vorm noch stof van de prijs zelf hebben hier meer dan bijkomstige
betekenis.
Een historisch voorbeeld is wel de „Grote Beker" van „De Sport
wereld", de eerste prijs van het internationale voetbaltournooi, in Brus
sel gehouden ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling.
Wat hebben daarvoor onze mannen niet gezwoegd, wat hebben wij
niet onze kelen schor geschreeuwd op de tribune om hen aan te moe
digen en wat hebben onze bestuurderen zich niet opgewonden, toen
men ons de verdiende eerste prijs onthouden wilde?
Was die beker zó mooi of zó kostbaar?
Geen van beide, maar het was het tastbare bewijs, dat onze mannen
de sterkste waren in dit sterk bezette tournooi. Daar ging het om.
Het is overigens teleurstellend, om niet te zeggen verbijsterend, hoe
weinig aandacht er dikwijls besteed wordt aan de kunstzinnige zijde
van het prijzenvraagstuk.
Over „Kitsch" gesproken.
Ik heb voor ons „Gouden Boek" een paar jaar geleden ons hele prij-
zenbezit gesorteerd op belangrijkheid en schoonheid. IJ ziet, de „waarde"
speelde zelfs geen rol en het was opvallend, dat heel vaak de mooiste
dingen zeker niet de duurste waren. Het Kroatisch gebeeldhouwde wijn
vaatje b.v. en de tijger van Kopenhaags porselein resp. op blz. 288 en
267 van ons gedenkboek). Er waren natuurlijk ook uitzonderingen. Onze
Gouden Meer-beker bijvoorbeeld, waar schoonheid en waarde samen
gaan. Maar over het algemeen was het troosteloze woestenij van wan
smaak met - en dat is het ergste weinig perspectief voor ver
betering. In ons „Gouden Boek" heb ik U als contrast 3 medailles ge
toond uit de tijd van ongeveer 40 jaar geleden en 3 stuks van meer
moderne schepping en wellicht daarmee de indruk gemaakt, dat naar
mijn mening de tijd van „Kitsch" op het gebied van sportprijzen voor
bij is. Niets is minder waar, ik had IJ met gemak 3 -en meer!
prijzen kunnen laten zien van na de tweede wereldoorlog, die in wan
smaak nauwelijks onderdoen voor de voorbeelden uit de oude tijd.
Er is nauwelijks een tweede gebied, waar de „Kitsch" zo welig tiert
als op het gebied der sport-prijzen. Eén blik in de etalage van de
„speciaal-zaken" op dit gebied kan U daarvan overtuigen.
Natuurlijk stellen wij noch fabrikant noch handelaar voor de wan
smakelijkheden aansprakelijk. Zij richten zich naar de smaak van hun
kopers en dat die zo bedroevend is, kunnen zij ook niet helpen.
En als het nu alleen de kleine clubs waren, die in smaak te kort
schoten, zou ons verhaal wat opgewekter kunnen zijn, maar zelfs de
K.N.V.B. verzuimt hier het goede voorbeeld te geven.
Neemt U nu eens de Gouden Medaille voor het kampioenschap van
Nederland, de felst begeerde prijs in ons voetbalwereldje.
Ik ga weer eens even terug naar de tijd, toen ik de illustratie van
Ajax 19001950 aan het voorbereiden was. Zeven kampioensplakken
waren begin 1949 reeds in ons bezit en het wachten was op de achtste,
die ofschoon in 1947 reeds behaald, door de na-oorlogse omstandigheden
pas in Juli 1949 aan ons zou worden overhandigd.
Ik had er al een extra plaatje voor in mn hoofd: Onze eerste en onze
laatste kampioensmedaille, die dan eens zou laten zien hoe de smaak
zich gunstig ontwikkeld had tussen 1917 en 1949.
Want dat, vooral nu door de oorlogsomstandigheden het uitreiken van
kampioensmedailles enige jaren niet had plaats gehad, onze K.N.V.B.
wéér terug zou grijpen naar hetzelfde cliché, dat in 1917 reeds gang
baar was, leek mij niet mogelijk.
En toch was het zo. Precies hetzelfde: een juffrouw in een nachthemd
met wat veren in haar hand en in de wazige verte een paar poppetjes,
die iets met voetbal te maken moesten hebben.
Nu zou men nog kunnen denken, dat het beeld symbolisch bedoeld
was. Dat bijvoorbeeld de juffrouw in nachthemd de K.N.V.B. voor
stelde, met in haar hand de veren, geplukt van de eerste klassers en
mogelijk zouden de paar magere voetballers op een veld zonder publiek
de toekomst van ons amateur-voetbal moeten uitbeelden.
Maar waarschijnlijk is dat nietwant het beeld bestond óók al in 1917
en toen zocht men nog niet zo hardnekkig naar amateur-voetballers in
rein-cultuur. In 1917 was men nog tevreden met gewone exemplaren,
die al liepen er dan misschien zo hier en daar eens een paar profes-
sionalistische bacteriën tussen door zó voetbalden, dat het een genot
was om er naar te kijken.
Maar begrijpt U mij goed, ook hier is vorm en materie voor de sport
beoefenaar bijzaak. We zouden óók voor de kampioensmedaille vechten
als hij slechts van blik was met het portret van Lieftinck er op.
Maar jammer blijft het, dat onze grootste zeker de rijkste
sportbond hier geen beter voorbeeld gaf.
Waarom die beker-cultuur?
Natuurlijk begrijp ik heel goed. dat ook „de beurs" een woordje mee
spreekt en dat de ter beschikking gestelde prijzen soms uit beperkte
middelen bekostigd moeten worden.
Maar al is in zo'n geval een apart door een kunstenaar ontworpen
kunstwerk niet mogelijk, waarom houdt men dan toch vast aan de
beker-, lauwerkrans- en voetballers-op-een-balconnetje-cultuur?
Waarom dan niet een geïndustrialiseerd, maar toch door kunstenaars
hand ontworpen voorwerp gekocht?
Ik denk hier b.v. aan Leerdam s glas en Gouds of Delfts aardewerk.
„A thing of beauty is a joy forever". Hopelijk zal deze wijsheid eens
doordringen tot de over „prijzen beschikkende klasse". Adé.
Aangezien het mij onmogelijk is om allen persoonlijk te be
danken, die 21 September j.l., ter gelegenheid van mijn 70ste
verjaardag, voor mij tot eén onvergetelijke dag hebben ge
maakt, wil ik langs deze weg mijn hartelijke dank betuigen.
In alle mogelijke vormen heb ik van het bestuur, de leden,
leden van verdienste, werkende-, junior- en adspirant-leden als
mede de welpen, veel vriendschap ondervonden, die mij op
21 September weer jong hebben gemaakt en ik mij 60 voelde.
Ik wil graag mijn best doen om de wens van één der leden,
die mij een telegram stuurde, in vervulling te doen gaan:
Jack 70 not out many runs again.
Dan weet ik tenminste nog „many years" in de prettige Ajax-
omgeving te mogen verkeren.
Het was geweldig op 21 September.
JACK REYNOLDS.