Oude glorie vraagt Uw aandacht!
W. F. EGEMAN, ere-voorzitter.
In ons vorige clubblad maakten wij U er op attent, boven
staande rubriek te willen inschakelen.
De vraag wie als eerste slachtoffer zou moeten fungeren,
was zeer eenvoudig te beantwoorden. Er is echter altijd een
toestemming nodig van de persoon zelf. Dus maar ev%en gebeld
met de man, die alle rechten had om als eerste geïnterviewd te
worden, n.l. onze ere-voorzitter.
,,Ja, kom dan maar om zeven uur tot half acht," luidde het
antwoord.
Victorieplein 45 betekent de 7de verdieping in de wolken
krabber. De hoogte van deze étage, die mij geweldig imponeer
de, bleek voor mijn gastheer niets te betekenen, daar een étage
op zijn vroegere kantoor op de 27ste verdieping hem niet de
minste moeite had opgeleverd om te acclimatiseren.
„Zo, wat kom je nu eigenlijk doen?"
De heer Egeman „een paar weken" kennende, was het beste
antwoord om direct maar te zeggen, waar het op stond.
Er volgden geen bezwaren en zodoende wil ik U wat vertellen
over iemand, die in zijn 47-jarig lidmaatschap wel „iets" voor
onze vereniging heeft gedaan.
Gek gemaakt door één van zijn bedienden, n.l. Holst, die van
af de beginperiode tot en met 1913/14 diverse functies in ons
bestuur bekleedde, werd de heer Egeman in 1903 donateur van
onze club en zijn portemonnaie hierdoor per jaar 2.50 lichter.
Dat mocht de pret niet drukken.
Zijn ambitie voor de voetbalsport en voor Ajax waren redenen
om in 1904 van donateur over te stappen naar de categorie
werkende leden.
Verstandig besluit geweest, heer Egeman!
Vele voorspoedige jaren volgden en voor zover de juiste jaar
tallen in het hoofd van „njijn bron" even afwezig waren, geeft
de grafiek in ons gouden jubileumboek U de gewenste gegevens.
„Welke dingen mij het best zijn bijgebleven, wil je weten?
Óm er maar enkele te noemen:
Onze eerste international Fortgens.
De intocht bij onze promotie naar de eerste klasse in Am
sterdam.
De uitdagingswedstrijden als 2de klasser tegen de kampioen
van Nederland, Go-Ahead.
Oh ja, vergeet niet de Schollenbrug-periode.
Ik heb diverse functies bij Ajax bekleed: voorzitter Trai
ningscommissie; secretaris Elftalcommissie; voorzitter Trai
ningsfonds; 12 jaar voorzitter; 9 jaar 2de voorzitter.
Maar de functie, die niemand na mij heeft bekleed, was deze
heet waterdrager voor de spelers na afloop der training bij
Schollenbrug.
De machtigste manifestatie heb ik gevonden, de oprichting
van een trainingsfonds, waaruit onze eerste Engelse trainer
Kirwan kon worden bekostigd.
Er was „een malle", die 100.gaf en de bestuursleden stel
den een week loon voor dit doel beschikbaar.
Ons eerste klasserschap van 1911—14 werd in het seizoen
1913/14 door degradatie verstoord.
Wij speelden toen al op ons oude veld aan de Middenweg,
waarbij de notulen der vergaderingen uit die jaren zouden kun
nen bewijzen, dat een besluit om dit veld te huren met menige
discussie gepaard is gegaan. Het zou echter ook het terrein
worden, waar Ajax zijn meeste triomfen vierde en het Amster
damse publiek in extase bracht.
De periode van 1914/19 is voor mij onvergetelijk. In 1915
kwam Reynolds, na enkele jaren volgde promotie bij keuze en
1918 bracht het eerste kampioenschap van Nederland, gevolgd
door een herhaling in 1919, maar dan ongeslagen!
Wij mogen daarna nog wel eens een crisisjaar hebben door
gemaakt, maar wij zijn nooit meer uit de eerste klasse gegaan.
Er zijn ook wel eens crisisjaren in de leiding geweest en ik
heb nog altijd het diepste respect voor diegenen, die toen „hun
Ajax" trouw bleven."
Hoewel het onderhoud door de heer des huizes gelimiteerd
was tot half acht, was het inmiddels 9 uur geworden.
Enkele pauzes waren dankbaar door mevrouw Egeman aan
gevuld in de vorm van een kopje thee, sigaartje en eigen gebak.
Alleen voor dat laatste zou ik nog wel eens de lucht op het
Victorieplein willen inklimmen.
Onze thans 78-jarige ere-voorzitter blijft echter maar aan het
woord en steeds komen er, zonder op de chronologische volgorde
te letten, nieuwe te memoreren dingen naar voren: Gouden
Onze Ere-voorzitter W. F. Egeman, die nog altijd een trouwe
bezoeker van onze velden is.
Meerbeker; Gouden Ploeg; Ajax in 't Goud; opening van ons
eigen Stadion; Insulinde Cup (prachtige geste van onze In
dische leden) en eindelijk krijg ik toch ook nog even gelegen
heid om iets te mogen vragen
„Wat was het mooiste moment in Uw Ajax-loopbaan?"
Ik werd gesommeerd op te staan en samen stonden wij toen
voor een keurig uitgevoerd diploma, zijn „mooiste moment" de
benoeming in 1943 tot ere-voorzitter!
„Wie waren naar Uw mening in Uw periode de beste
spelers?"
„De Natris, Hordijk en Van Kol."
„Maakt U nog wel eens gebruik van Uw recht om bestuurs
vergaderingen te bezoeken?"
„Heel dikwijls wel, want het wel en wee van de vereniging
heeft nog mijn volle interesse."
Het is wel meestal een vraag, die de kruidenier stelt, n.l.
„Hebt U niets vergeten?", die ik nu naar voren bracht.
„Laat mij even rustig denken," was het antwoord.
„Oh ja, ik ben alle bestuursleden waar ik in de loop der jaren
mede heb mogen samenwerken, uiterst dankbaar voor de pret
tige wijze, waarop wij de Ajax-belangen hebben mogen be
hartigen.
Ik ben verder zeer tevreden, dat wij geregeld een goed be
stuur en goede commissies hebben, die door krachtige leiding
de juiste koers in onze club handhaven.
Verder verheugt het mij, dat onze jongere generatie in ons
Ajax-stadion de vruchten mag plukken, waarvoor ouderen vóór
hen, de weg geëffend hebben."
Zo nam ik afscheid van onze ere-voorzitter: Willem Frederik
Egeman, wiens initialen W.F.E. ik gaarne wil gebruiken voor
een vrije verandering in de volgende woorden: Wilskracht
Fraaie Eigenschap, in het volle vertrouwen, dat deze drie woor
den een aansporing mogen zijn voor elke Ajacied, die het goed
met zijn club meent.
Heer Egeman, bedankt voor Uw meer dan gezellig en prettig
onderhoud. Ik wens U een 50-jarig lidmaatschap, dat moge
klinken als een klok en nog heel veel jaren in goede gezondheid
in Uw wel zeer geliefd Rood-Wit. C. E. d. V.