Een „Oude Kei"
ging been.
Voor wie Jan Schoevaart meer dan 40 jaar gekend heeft in
vrijwel altijd leidende functies, is het moeilijk te vatten, dat
hieraan nu een einde gekomen is.
Jan Schoevaart in 1910: De spil van ons eerste, wiens harde
kop de ballen wegsloeg, die het doel van zijn Ajax bedreigden.
En later kwamen uit diezelfde harde kop de talloze originele
ideeën, die mede Ajax een club van uitzonderlijk formaat en
karakter maakten.
Vrijwel geen enkele sector van ons verenigingsleven, of Jan
Schoevaart heeft er zijn stempel op gedrukt. Clubavonden,
feesten, jeugdvoetbal, clubblad, het is maar een greep uit het
vele. En om bij het recente verleden te blijven: onze revue
Ajax in 't Goud en onze Jubileum-tentoonstelling, daarin zaten
een enorme hoeveelheid Jan Schoevaart-eenheden!
,,De particuliere secretaris van de clubgeest" is geloof ik wel
de beste bijnaam, die we Jan kunnen geven.
Wat J.S. Tric-Trac voor het clubblad heeft betekend,
is moeilijk te schatten en ook op dit terrein zullen we hem
zeer missèn.
En hem niet alleen, want ik val hier van de ene vacature in
de andere, nog een plaats aan de redactietafel kwam leeg. Als
een donderslag aan de heldere hemel trof ons het heengaan
van Frits de Bruyn.
Hoezeer ik dit betreur, weet ieder, die op de Algemene Ver
gadering aanwezig was en mij hierover gehoord heeft. Ik blijf
ook hier bij mijn mening, dat Frits momenteel niet te ver
vangen is. Hij kende door zijn jarenlange werkzaamheden in
de Jeugdcommissie allen, die het rood-witte shirt droegen om
zo te zeggen van binnen en van buiten en was daardoor zó op
de hoogte van ons Ajax-leven, dat hij onze Kroniek kon schrij
ven als geen ander, want ook de journalistieke gave om het
geen hij te vertellen had, smakelijk en prettig leesbaar op te
dienen, ontbrak hem niet. Er is helaas tevergeefs van
verschillende kanten hemel en aarde bewogen om onze
„Brown" weer terug te brengen achter de redactie-tafel.
En zo is een van de merkwaardigste redacties, die ons blad
ooit bezeten heeft, uit elkaar gevallen.
Merkwaardig, omdat ze op tal van punten en zelfs belang
rijke, stopperspil, amateurisme b.v. het helemaal niet met
elkaar eens waren en desondanks voortreffelijk hebben samen
gewerkt. Een woord van dank voor de zeer prettige samen
werking is hier zeker op z'n plaats.
Ik moet helaas nog verder gaan met het uitluiden van
scheidende functionarissen. Deze A.V., die blijkbaar alle „op
gekropte" mutaties van de laatste jaren te verwerken kreeg,
nam ook afscheid van onze eerste penningmeester Wim
Volkers.
Wim heeft, na jarenlang onze club voortreffelijk op het
groene veld gediend te hebben, ook achter de groene tafel
een eerste rangs prestatie geleverd.
Toch voelen we dit weggaan niet zo erg, want ik geloof niet,
dat het blijvend is en zou er een lief ding om durven verwed
Onze scheidende penningmeester Foto: Desmit
den, dat we Wim Volkers t.z.t. wel weer in een andere functie
terug zullen zien. (Dat zelfde geldt trouwens ook voor Frits de
Bruyn). Hetgeen echter niet wegneemt, dat ook Wim Volkers
alleen al voor hetgeen hij reeds gedaan heeft, de dank van
ons Ajax ten volle verdiend.
Ik zou hier de „Afscheid-reeks" hebben besloten, ware het
niet, dat twee prominente leden afscheid hebben genomen van
de Elftallen-commissie. Henk Anderiesen, voortreffelijk en
bescheiden steunpilaar van onze club, die altijd bereid was onze
club te dienen, daar waar men vond dat het nodig was,
heeft ook het bijltje er bij neergelegd. En last not least, het
heengaan uit de Elftallen-commissie van Theo Brokmann.
Met opzet heb ik dit voor het laatst bewaard, om te beginnen
en te eindigen met een „Oude Kei". De man, waarover ik in
ons Gouden Boek reeds schreef: Theo Brokmann, die nu als
speler, bestuurslid en voorzitter van de Elftallen-commissie
een staat van dienst heeft, -die naar mijn mening in onze club
uniek is.
Sindsdien zijn er nog weer een paar jaar bijgekomen en
afscheid hoef ik hier niet van Theo te nemen, hij zit gelukkig
nog achter de bestuurstafel. Maar dank en waardering alléén
voor hetgeen Theo presteerde als voorzitter van onze Keuze
commissie, is zeker geen overdaad.
Dankbaar ben ik óók onze vriend Wim Bruynestein, omdat
hij op zijn besluit om heen te gaan terug is gekomen en met
mij waarschijnlijk wel heel Ajax, want secretaris van de Elf
tallen-commissie is een moeilijke taak, die we bij Bruynestein
in goede handen weten. Ik weet niet of U het reeds gemerkt
heeft, maar ik ben in feite zo ongeveer bezig een verslag te
geven van onze Algemene Jaarvergadering, waarin mutaties
in bestuur en commissies een zo grote plaats innamen, dat je
je afvraagt, of er ook nog wat anders gebe.urd is. Ja, natuur
lijk, want voor hen, die gingen, kwamen anderen. Dat Ferry
Dukker de plaats van Wim Volkers in zou nemen, sprak wel
vanzelf, hij heeft als 2e penningmeester z'n sporen reeds ver
diend en zal zeker niet teleurstellen. Leentvaar Ajacied van
het goede hout zal Ferry als 2e penningmeester terzijde
staan. Onze vriend Jan Koomen heeft reeds zo'n staat van