aiotf it
OUDE DOOS
OMSTREEKS DEZE TIJDMAAR DAN VEERTIG JAAR
GELEDEN
was de spanning in de promotie- en degradatie-competitie ten
top gestegen.
Alle drie de candidaten hadden nog een kans op een plaats
in de Westelijke le klasse, maar elke verdere misstap be
tekende de tweede klasse. Onder die omstandigheden viel het
niet te verwonderen, dat zowel de Ajacieden als de Heraclieden
„de zenuwen in de benen hadden" bij de return-wedstrijd in
Amsterdam.
Onze doelman bezorgde voor de rust onze supporters haast
een ontijdig einde, door een klein rollertje in zijn doel te laten
verdwijnen. Gelukkig voor ons, had de scheidsrechter reeds
voor een overtreding gefloten. De rust kwam nog met dub-
belblank, maar daarna waren de Ajacieden plotseling hun
zenuwen de baas en reeds na vijf minuten spelen scoorde Ton
Kooy ons eerste doelpunt. Een tweede doelpunt, nu door Seyl-
houwer gescoord, en een derde uit een door Pelser ingeschoten
strafschop, brachten in het laatste kwartier Ajax een fraaie
30 zege. Hier volgt een nabeschouwing in „Het Sportblad":
VOETBAL-INDRUKKEN VAN AJAX—HERCULES.
Zo is dan gebeurd, wat vrij algemeen verwacht werd, Ajax
heeft het oude Hercules de tweede klasse ingeduwd. Wat nu,
zullen de Utrechtse blauw-witten het zelfde lot ondergaan als
Ajax L., Quick A. en andere gevallen grootheden, of zal aan
Hercules nog een kansje geboden worden, door indeling in
de Oostelijke le klasse?
Maar ook dan moeten de Stichtenaren voor een betere voor
hoede zorgen, want zoals ik hun aanval dit seizoen nu reeds
tweemaal zag spelen, is daarvan ook in de Oostelijke le klasse
weinig succes te verwachten.
Zondag hebben de Amsterdamse rood-witten door hun voor
hoede, die na rust uitstekend speelde, welverdiend gewonnen.
Het was anders weer geen fraai spel en alleen na de rust werd
er door het gehele Amsterdamse team le klasse voetbal ge
speeld.
Terecht ergerde het publiek zich een paar maal aan Abele
ven, die Fortgens met de vuisten in de rug bewerkte. Maar het
ergerde zich niet, toen daarop de Amsterdammer door woord
en gebaar op nog veel ergerlijker wijze reageerde. Ook zijn
optreden in de rust, toen hij bedankte met Hercules gekiekt
te worden, nadat daartoe besloten was, dient gelaakt. Overi
gens was hij Zondag de minste in de Amsterdamse verdediging
en ook v. d. Lee was minder goed dan anders. Daarentegen
waren Schoevaart Sr. en Pelser in grootse vorm; vooral de
laatste, die steeds fair blijft en over een enorm schot beschikt,
bracht het publiek herhaaldelijk in extase. In de Utrechtse
middenlinie blonk Begeer uit, doch hij trad dikwijls veel te
ruw op. Met hem noem ik Gratama en speciaal voor dit twee
tal veteranen zal het ieder leed doen, dat Hercules nu uit de
Westelijke eerste klasse is gewipt. Algemeen is men in span
ning, of ook het Zesde dit zelfde lot zal ondergaan. Het zal
een uiterst spannende wedstrijd worden, Zondag over een
week in Breda en over de uitslag valt weinig te voorspellen.
Mocht Ajax winnen of gelijk spelen, dan wordt het in Am
sterdam een feest van belang en geen wonder, want ik weet
uit ervaring, welk een voldoening het is om het le klasser-
schap te behalen.
Met 4 punten uit 3 wedstrijden hadden onze mannen het lot
in eigen hand en al zaten zij nog niet op „fluweel", hun
positie was sterker dan 't Zesde. Met één punt voorsprong op
de Breda'se club was een gelijk spel voldoende om Ajax in de
le klasse-haven te loodsen.
De „Amsterdamse Krabbels" uit „Het Sportblad" geven U
een beeld van wat er zich op 21 Mei 1911 in Breda afspeelde.
AMSTERDAMSE KRABBELS.
En ze kwamen weer, die enthousiaste supporters, met rood
witte dassen, met rood-witte jassen, met rood-witte hoeden en
met rood-witte petten. Maar er waren er ook, die louter mee
trokken uit belangstelling voor de voetbalsport.
Bon zag er nog deftiger uit dan in Alkmaar.
Breda was in rep en roer. Breda met z'n Breda'se bliksem
heeft ook z'n lieve meiskes en ik heb mijn trouwring die mid
dag in mijn portemonnaie geborgen.
Eindelijk dan was het 2.45 uur. En toen begon het abele
spel, de reuzenstrijd, de strugle for life, de kamp, die een
ideaal kon verwezenlijken.
Idealen zijn anders onbereikbaar.
Met toeters, scheepsroepers en andere oorverdovende in
strumenten, werden de teams aangemoedigd. De spelkwaliteit
was niet hoog en in de eerste drie kwartier bleef het 00. In
de rust een angstige angst bij de supporters, de gedachte van
een ongelukkig doelpuntje, dat een einde zou maken aan een
jaar van zwoegen, van ploeteren, van succes.
Toen in de tweede helft de militairen fanatieker en fanatie
ker zich op de bal wierpen en steeds heftiger en heftiger be
gonnen aan te vallen, toen klopte menig Ajax-hart en toen
werd iedere meter terrein, die de militairen wonnen, door een
zucht gevolgd.
Wanneer dan Schutte en v. d. Lee weer opluchting brachten
en ze de helft zuiverden, dan hoopte men weer dat het zo zou
blijven. Het publiek roerde zich geducht. Wonderbaarlijke
mensen zijn er toch.
Dicht bij me een hoge, met sterren en strepen: „Een ver
duiveld gehoor toch, al die toeters en bellen!"
En enige minuten daarna, toen het Zesde met een scheeps
roeper werd aangemoedigd, toen zegt meneer: „Het is toch
verduiveld aardig, zo'n scheepsroeper, hè."
Het einde nadert meer en meer. Nog tien minuten te spelen.
Het is nog steeds 00.
Je hoort de Ajax-harten kloppen.
Nog vijf minuten. Nog steeds 00.
Nog vier minuten. Nog steeds 00.
Nog drie minuten. Nog steeds 00.
Dan weer een poging van het Zesde, een laatste troef en
danweerklinkt het eindsignaal en is het 00 voor Ajax.
Nog is de laatste triller uit de fluit van mijn baas te horen,
of de Ajax-supporters hollen het veld op en maken een
vreugdedans om het team.
Mijn potlood is niet bij machte U, lezer, de voetbalvreugde
te schilderen, die daar op dat ogenblik wordt genoten. Ik ben
niet in staat U te beschrijven, dat heerlijk enthousiasme, dat
daar te zien werd gegeven.
Maar daar werd aan .de andere zijde voetbalsmart geleden.
De keerzijde van de medaille.
De één zijn dood is de ander zijn brood en het Zesde was
Hercules gevolgd en er door Ajax uitgewipt.
Zo veroverde onze club voor het eerst de vurig begeerde
eerste klasse-titel en onze secretaris schreef in het volgende
clubbericht
„Tengevolge van het gelijke spel tegen 't Zesde te Breda,
00, plaatsten wij ons aan het hoofd der promotie-competitie
en zien wij onze vurigste wens vervuld. Er is ontegenzeggelijk
hard voor gewerkt. De promotie zal gevierd worden op een
even schitterende wijze, als de ontvangst, ons door Amster
dam bereid."
En toen trokken onze mannen de rood-wit gestreepte trui
tjes, die we tot dusver hadden gedragen, voor goed uit.
De ongeschreven wet was n.l., dat de nieuwe eerste
klasser z'n tenue wijzigde als het gelijk was aan dat van één
van de oude garde. En onze rood-witte strepen waren dezelfde
als Sparta toen en nu nog droeg. Zo kwamen de truitjes
met de brede rood-witte baan, met rode omslagen aan de
mouwen eneen Amsterdams wapen op de linkerborst. Dit
wapentje is „weggesleten", wel jammer, want het stond toch
keurig en symboliseerde zo aardig dat Amsterdam de stad
van ons hart was.
En hiermee eindig ik deze serie uit „De Oude Doos".
Adé.