HONKBAL Ajax wint het A.B.C.-tournooi. In memoriam E. Bleesing. Van ons voornemen, zowel het eerste als het tweede negental vóór de competitie een aantal oefenwedstrijden te laten spelen, moest wegens de weersomstandigheden en de gesteldheid der terreinen worden afgezien. Toch kwam Ajax nog een keer uit, n.l. tegen V.V.G.A. Wel iswaar scheen de zon, doch voor een zomersport was het toch te koud. Over dit eerste optreden van onze vertegenwoordigers mogen wij geenszins ontevreden zijn. De veldprestaties waren in het algemeen goed en het slaan ondanks het feit, dat er pas enkele weken in de gereedgekomen slagkooi is geoefend zelfs zeer behoorlijk. Bij de gasten ontbraken Pronk en C. Holewijn, doch zij hadden de oud-H.C.K.-er Wille in hun ge lederen. Ons team moest het zonder Los en Beumer stellen. Tijdens de wedstrijd werden ook enkele reserves in de strijd geworpen. Ter Heide en de zijnen zegevierden met 118. Onze degradatie ten spijt, mochten wij in het prille seizoen reeds vier uitnodigingen voor deelneming aan tournooien ont vangen. Hoewel wij daarvoor zeer erkentelijk zijn, hebben wij na overleg met de spelers gemeend, hieraan geen gevolg te moeten geven. De onzen hebben zich tot doel gesteld zo spoe dig mogelijk weer een plaats in de eerste klasse te veroveren, weshalve zij geen onnodig risico wensen te nemen. Voor het A.B.C.-tournooi werd echter een uitzondering ge maakt, omdat er op twee dagen zou worden gespeeld. Boven dien was de beker in ons bezit. Met het oog op de competitie gaf het bondsbestuur echter alleen toestemming voor 30 April. Daar Koninginnedag nu eenmaal niet voor iedereen een vrije dag betekent, kwamen de deelnemende ploegen niet op oorlogssterkte uit. Vooral Ajax was gehandicapt. Bovendien moest Jan ter Heide wegens een verstuikte pols werkeloos toezien. De cricketter H. Pil was zo bereidwillig F. Dukker Jr. van huis te halen. Toevallig was ook G. de Groot uit ons jeugdteam op het terrein aanwezig. Onze combinatie moest het opnemen tegen O.V.V.O., welke club tevoren met 10 de eer aan V.V.G.A. had moeten laten. Rud Kok begon al heel goed, want hij liet een homerun op een worp van de internationaal J. Urbanus noteren. Met mede werking van zijn velders, kon Weppner zijn tegenspelers lange tijd in bedwang houden, doch twee fouten in ons binnenveld waren voldoende voor een 21 overwinning der landskam pioenen. De ambtenaren hadden dus de beste kans om als eerste in deze poule te eindigen. V.V.G.A. trad aan met Hoit- zing en F. Bloem en zeven spelers uit haar tweedel negental. Aan onze zijde had Kraan de plaats van Dukker ingenomen, terwijl R. Kok de taak van Weppner had overgenomen. Prins opende met een driehonkslag, doch hij kreeg geen gelegenheid thuis te komen. In de laatste inning kon Blom door een fout van de werper alle honken aflopen. Prins gaf daarna weer een slag en Neefjes haalde het eerste honk, door dat de korte stop de bal niet goed onder controle had. Dank zij een klap van H. Kok werd de stand 30. Bij de G.A. kwamen Boers en Wille er nog aan te pas, doch zij slaagden er niet in onze voorsprong ongedaan te maken. Door de beste score plaatste Ajax zich in de eindstrijd. De andere afdeling toonde hetzelfde beeld. A.B.C., Blauw Wit en S.C. Haarlem behaalden ieder twee punten uit twee wedstrijden. Hier was A.B.C. de gelukkige. De eerste slagbeurt leverde de organiserende vereniging geen enkele punt op. Ajax daarentegen stak goed van wal. Neefjes, H. Kok, Kraan en Wepnner legden er goed het hout op, hetgeen in drie punten resulteerde. Na een keurige drie honkslag van Kamstra kon Morson de achterstand tot 31 verkleinen, doch onze representanten kwamen terug. Zondagmorgen 13 Mei j.l. (Ie Pinksterdag) is de ere voorzitter van de Nederlandse Honkbalbond overleden. Na deze droeve tijding besloot het bondsbestuur on middellijk alle in dat weekeinde nog te spelen competitie wedstrijden af te gelasten. Bleesing en honkbal waren één begrip. Nagenoeg vanaf de oprichting van de N.H.B., heeft hij zijn beste krachten aan deze mooie zomersport ge geven. Ook in het maatschappelijke leven had hij zich een goede positie weten te verwerven. Helaas, hij heeft niet lang van zijn pensioen mogen genieten. Tot op zeer hoge leeftijd heeft de heer Bleesing in Quick de oudste honkbalclub in den lande honkbal actief beoefend. Daarnaast maakte hij lange tijd deel van haar bestuur uit. Voor zijn vele verdiensten bood Quick hem het erevoorzitterschap aan. In de bond zelf bezette hij tal van jaren de voorzit terszetel. Daarenboven had hij zitting in vele belangrijke commissies, o.a. de Negentalcommissie, Technische Commissie en Protestcommissie. Ook als scheidsrechter had hij zijn sporen verdiend. Bij het zilveren jubileum van de N.H.B. werd de thans ontslapene het erelidmaatschap verleend. Toen hij enige jaren geleden de voorzittershamer in andere handen leg de, werd hij tot erepresident benoemd. Deze grote figuur, die bij jong en oud zeer gezien was, bewees ons honkbalwereldje ook als propagandist belangrijke diensten. Hij hield vele lezingen en liet menig honkbal-artikeltje het licht zien. Verder bood hij tal van jongelui, die voor honkbal enthousiast waren, doch bij de aanschaffing van spel- benodigdheden moeilijkheden ondervonden, de helpende hand. Deze honkbalpionier was voorts erevoorzitter van H.H.C. Als de N.H.B. in 1952 veertig jaar bestaat, zal de plaats van deze grote voorvechter ledig zijn. Mijnheer Bleesing, wij, honkballers, danken U voor Uw baanbrekend werk en zullen U nimmer vergeten. Rust in vrede. Prins kreeg 4 wijd, Neefjes kwam fortuinlijk op het eerste honk en R. Kok gaf een keiharde grondbal, welke de tweede honkman miste en waardoor de score 71 te onzen gunste werd. H. Kok overschreed de thuisplaat na een tik van Kraan. Wel liepen de A.B.C.-ers nog niets in, doch Ajax won, nadat Weppner nog voor een punt had gezorgd, met 85. Aanvoer der R. Kok mocht de Bevrijdingsbeker in ontvangst nemen. Dit onverwachte succes voor onze vereniging werd behaald door R. Kok, H. Kok, Weppner, H. ter Heide, Kraan, Ras, Blom, Prins, Neefjes, F. Dukker Jr. en G. de Groot, die evenals een aantal scheidsrechters ter herinnering een boekenlegger met inscriptie kregen aangeboden. Proficiat, mannen! De beker is tot dusverre gewonnen door: 1946: Maple Leaves. 1947: Ajax. 1949: Blauw Wit. 1950: Ajax. 1951: Ajax. Voorts wist Ajax nog een keer tot de finale door te dringen, doch deze kon wegens het plotselinge vertrek der Canadezen niet doorgaan. De Bevrijdingsbeker wordt eigendom van de vereniging, die hem vijfmaal in totaal of driemaal achtereen heeft gewonnen, zodat onze honkballers in 1952 de kans krij gen om het zilveren kleinood voorgoed naar onze prijzenkast te doen verhuizen. Door verschillende omstandigheden heeft het competitierad voor onze teams nog niet gedraaid. De wedstrijd AjaxThe Catchers was aanvankelijk op Zaterdag vastgesteld. Nadien gaf laatstgenoemde vereniging te kennen, dat zij alleen op Zondag over haar terrein kon be schikken. Dit was echter voor ons een ongeschikte dag, om-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1951 | | pagina 4