Leven in de brouwerij
SPUI 6
Amsterdam
Telefoon 35614
Alles op gebied van Radio en Gramophones
Afdrukken van indrukken.
Waarom zou ik niet met deze woorden beginnen. Het eerste
zowel als het laatste ligt mij na aan het hart. Je moet leven
en laten leven. In de voetbalwereld schijnt dit voor sommigen
enigszins voor andere uitleg vatbaar te zijn. Je mag schijnbaar
niet meer je mening zeggen, ook al is hij gedocumenteerd.
Het gaat hier bij mij namelijk om het feit, of het profes
sionalisme in engere zin in Nederland mogelijk is. Men schreef,
dat het professionalisme hier niet mogelijk was, aangetoond
met cijfers. Nu ben ik het daar toevallig niet mee eens. Dat
mag toch wel in ons vrije landje? Ik prijs me gelukkig ruim
tien jaar de ontvangsten en uitgaven te bekijken en te admini
streren van onze op zuiver amateuristische leest geschoeide
vereniging, die de uitgebreide amateurbepalingen van de
K.N.V.B. ten volle eerbiedigt, en kan dus uit dien hoofde wel
iets af weten van de huishouding ener voetbalclub. Maar om
dat ik dit nu juist ben, moet ik er niet over spreken en schrij
ven, want dan zou men wel eens te veel aan de weet kunnen
komen, dat voorstanders van het professionalisme kweekt.
Ik heb dan cijfers genoemd, die volgens een ander weer niet
goed zijn; best. Misschien moet er nog iets bezuinigd worden.
Maar mogelijk is het, daar blijf ik bij. Dit wil echter in het ge
heel niet zeggen, dat ik er een voorstander van ben. Integen
deel, ik ben tegenstander zowel van het volle- als van het
gedeeltelijke professionalisme en daar heb ik mijn reden toe.
En toch kan ik mij voorstellen, dat er voetbalspelers zijn, die
er wat mee willen verdienen.
Nu kan men nog zulke mooie gedichten maken en humoris
tische stukken hierover schrijven, daar praat je de werkelijk
heid m.i. niet mee weg. Als men het eenvoudig niet wil, dan
moet men het zo zeggen en geen struisvogelpolitiek voeren.
De heer Ad. M., dewelke ook le Marché schijnt te zijn,
schrijft een heel amusant artikel in Sportparade als tegenstuk
op mijn interview in Sport. Hij schrijft daarin, dat ik op de
stoel van Salomo gekropen ben. Ach, wat maakt dat nu uit,
of ik op de stoel van een goocheme jongen kruip of niet. Zo
zou ik kunnen zeggen, dat Ad. M. in het bed is gaan slapen
van Melchior, één van de drie wijzen uit het Oosten, hoewel
hij daarop misschien meer rechten kan doen gelden, dan ik op
die stoel, aangezien zijn naam meer gelijkenis vertoont met
die van de Wijze, dan die van mij met de Profeet.
Verder moet ik volgens Ad. M. die ik overigens een aar
dige knul vind, als ik de goede tenminste voor heb een
vroege Aprilmop verkocht hebben. Ik heb hierover trouwens
al een klein stukje in Sportparade geschreven. Daarbij heb ik
meteen de gelegenheid te baat genomen een „late Aprilmop" te
annonceren. Namelijk: Er worden in Nederland voetbalspelers
tegen een koopsom van 50.000.en 100.000.per stuk
met een groot maandsalaris en flinke premies gevraagd. Als
ik deze „mop" twee jaar geleden in ernst verteld zou hebben,
hadden ze me zeker in paviljoen 3 opgesloten en in het
De plaat: Ajax-marsch en
„Ga je mee naar
het Ajax-stadion"
nog in beperkte mate te leveren.
T
dwangbuis. Neen, heren tegenstanders, gij moet de werkelijk
heid onder de ogen zien. Gij wilt het niet. Dat is Uw goed
recht, maar zèg het dan zo. Jaren geleden heb ik ook gezegd,
het professionalisme is hier onmogelijk. Maar de tijden zijn
veranderd. De drang van veel spelers om geld met het voet
balspel te verdienen is veel groter geworden dan vroeger.
Hieraan hebben zeker medegewerkt de exhorbitant hoge be
dragen, die het buitenland aan onze spelers biedt.
Een evolutie op dit gebied is alleen tegen te houden, indien
de K.N.V.B. voet bij stuk houdt. Laat die de boel los, dan is
het gebeurd. Dit zou trouwens m.i. tevens medebrengen, dat
het dan op veel goedkopere basis zou kunnen gebeuren, dan
op eigen initiatief.
Ach, er bestaan nog veel meer plannen, die het wel mogelijk
zouden kunnen maken tegen vergoeding te voetballen.
Laat ik ten slotte dit zeggen; ik kan slechts hopen, dat ik
ongelijk heb.
W. F. VOLKERS.
Amsterdam, 18 Januari 1951.
Dorp op de Veluwe,
A.G.O.V.V.Ajax. Louwmaand 1951.
In dit dorp zijn we trots op de „blauwen"Er is< de laatste tijd nog
al wat trouble geweest over hard spel in dit Oosten en terecht. En in
die troubles(want het zijn er meer) is Ajax betrokkenomdat de
eerste wedstrijd, AjaxA.G.O.V.V. in Amsterdam, ietwat catastrophale
botsingen toonde. De sfeer was dan ook geladen, toen het roemruchte
Ajax naar Apeldoorn kwam voor de revanche. Die stemming voelde je
aan bij deze door de blauwen onmiskenbaar volkomen verdiende over
winning op Zondag 14 Januari 1951. En we moeten dat niet zwaar
nemen! Tenslotte IS ons voetbal verruwd en de noodlottige speel-op-
de-man-methode is daarvan de enige en verwerpelijke grond.
Het is niet mijn bedoeling om over deze wedstrijd een verslag te
schrijven. Het is wèl mijn opzet om iets te zeggen over het spel van
onze eigen rood-witte jongelingen op het mooiste terrein, dat Nederland
bezit qua idyllische ligging: op Berg-en-Bos in Apeldoorn. Welnu, ik
ben overtuigd, dat ons team zonder spirit, zonder bezieling en volkomen
zonder leiding heeft gespeeld. Tegenover het frisse, open spel van
A.G.O.V.V. hebben wij staaltjes van individueel kunnen gezet, maar
zéér met mate.
Een virtuoos als Drager kan niets beginnen tegenover het constructief
prima verdedigingswerk van een halflinie als die van A.G.O.V.V. Nie
mand van onze ploeg heeft doorgehad hoe if any een kansje
te benutten. Ik heb enkele tranen geplengd van ontzetting (op mijn
provinciaalse zakdoek) over zó veel gemis aan inzicht bij onze (bloed
eigen) rood-witten.
Mijn situatie was niet rooskleurig. Ik zag de Ajax-bus over de Jacht-
laan rollen en de rood-witte vanen wapperen. Rondom mij, op het veld,
de trouwe, blauw-gekleurde massa! Ergens in mijn hart vonkte de hoop
op die wonderlijke (uit de oude tijd stammende) krachtsontplooiing,
die Ajax menigmaal in reserve houdt. En waarlijk, in de tweede speel-
helft werden de Apeldoorners een kwartier tegen de wand gedrukt.
Doch het was fictie! Geen schot, geen onderling verband.
Ajax heeft verdiend verloren! Zeer verdiend en dat is niet erg op
één voorwaarde, dat onze wijze vaderen de koppen eens bij elkaar
steken! Een kind in de voetballerij kan zien, dat wij ondanks alles
prima materiaal hebben, doch er is niet de VONK!
Mijn welpen- en leeuwen-verhaal moet overstaan. Ik had (geachte
redactie) juist nog tijd even dit krabbeltje te zenden, want het zou
al te gek zijn, die éne keer dat Ajax in het Dorpje op de Veluwe
speelt, daarvan niet te reppen.
En dan dit:
Ik blijf geloven in Ajax! D. K.