SPUI 6
Amsterdam
Telefoon 35614
Alles op gebied van Radio en Gramophones
Daartoe diende, dat hetgeen heterogeen was, versmolten
moest worden tot een innigheid.
De spelers van het Nederlands elftal mochten geen elf
heterogene bestanddelen blijven; er moest liefde voor het
milieu, liefde voor de stichting, liefde voor deze kleine en
aparte voetbalgemeenschap worden gekweekt; men moest zich
geen Noordhollands-, Zuidhollands-, geen Brabants speler
meer voelen, (dan voelde men zich terecht thuis)zodra men
zich naar het veld van V.U.C. begaf, moest men zich lid voelen
van de „Nederlands elftal-club", welke gelukkige kwalificatie,
evenals die van ,,de wondertent van V.U.C.", in die dagen
door een mij persoonlijk bevriend journalist in de „Sport
kroniek" werd neergeschreven. Daarin zijn wij toch geslaagd.
Wij zijn er in geslaagd de gemoederen op dit stuk dermate
te verbroederen, dermate te verinnigen, dat indien het mogelijk
ware geweest, de geest der spelers vorm en gestalte te geven,
het beeld van de één de copie van de ander zou zijn geweest.
Deze gestalten zouden elkaar, als patronen, welke naar een
ontwerp meervoudig worden uitgesneden, tot in de kleinste
onderdelen hebben gedekt.
Er heerste uniformiteit naar de geest, naar de innerlijke
gesteldheid; men was vervuld van een diepe genegenheid, van
een liefde tot het milieu, waar de versterkende, waar de en
thousiasmerende kerngezonde kameraadschap opbloeide, waar
het eigen „ik" verdween ten bate van het geheel, waar het
individu zich oploste in het doel.
„Men ging gaarne naar de tent van V.U.C.men kwam er
gaarne bijeenhet is zo gauw gezegd en neergeschreven.
Maar daartoe is iets nodig geweest, het heeft iets gevergd
om zover te komen. Er is ieta( eenvoudigs maar toch iets
moeilijks voor moeten geschieden; er moest iets teers, iets dat
hyper-gevoelig was, voor worden geschapen.
Er diende voor plaats te hebben: de conceptie van atmosfeer.
Men vrage mij niet: hoe doe je dat?
Ik heb reeds in de aanvang van dit schriftuur gezegd: men
moet er mens voor wezen.
Men moet de warmte en de gloed, de overtuiging en de
liefde tot het doel uit zijn binnenste doen uitstralen. Het is
die uitzending, die warmte-uitstraling van het gemoed, welke
de kilte der gereserveerdheid verdrijft, welke het gevoel van
afzonderlijkheid van het individu afneemt. Het is in die warm
te, dat de afzonderlijke, de enkeling, zich behagelijk gaat
voelen, en dan treedt het proces in werking dat de mens, die
zich behagelijk voelt, zich nog veel aangenamer begint te
voelen, als hij zich van behagelijk gestemde mensen omringd
weet.
Zo ontstond er een sterk contact tussen menselijk wezen en
menselijk wezen, de scherpe kantjes van het persoonlijke vein
vloeiden geheel en al, er ontwikkelde zich een gelijkgestemd
heid en eep innerlijke verwantschap. De gevoelens smolten
samen, er ontstond een mysterieuze onzichtbare band tussen
speler en speler, tussen leider en spelers, en als men zo gaarne
uit ver verspreide haardsteden optrok naar de concentratie
en z.g. oefeningsavonden in Den Haag, dan was dit omdat men
het behagelijk en belangrijk vond, omdat men er van hield
zich onder te dompelen in de atmosfeer in de „wondertent"
van V.U.C.
De wondertent van V.U.C.!
Ik vraag of U deze club-tent, deze bescheiden recreatie-tent
van V.U.C., kent?
De eenvoud zelve. Bijna primitief.
Een houten tent, vierkant, met een buffet als in een boeren
herberg. Venduhuis-tafeltjes en venduhuis-stoelen, houten, ge
schuurde vloer, hier en daar wat aan de wand, foto's. „Flinke
aannemers-keet" zou men kunnen zeggen. Dus allerminst een
De plaat: Ajax-marsch en
„Ga je mee naar
het Ajax-stadion"
nog in beperkte mate te leveren.
schepping vol stemming, allerminst een „intiem geval", waar
„atmosfeer" gemakkelijk geboren wordt.
Maar luister nu naar dit „vreemde" gebeuren.
Die simpele houten tent van V.U.C. was een moment niet
tot onze beschikking. En nu verhuisden we met onze concen
tratie-ploeg naar Rotterdam, naar het Sparta-kasteel, een
big-building, een voorname affaire, vergeleken bij het planken
gedoetje van V.U.C.
Maar daar in het Sparta-kasteeldaar ging het niet!
Daar kwam er van de concentratie-avonden niets terecht.
Geen vertrouwdheid tussen de wanden, de vloer, het pla
fond en de aanwezigen.
Geen fluïdium tussen concentratie-kwekers en spelers. De
spreker sprak. Het waren woorden van de lippen. Het gemoed
scheen verkild, bevroren. De spelers zaten als employé's, die
bij de directeur op gelegenheidsvisite zijn.
Het ging niet! Het ging er nietl Toen kwamen we terug
in het simpele houten geval van V.U.C., waar de intimiteit en
de innigheid, waar het vertrouwen en het goede geloof, waar
de overtuiging, de broederschap en de wil tot winnen, waar
het enthousiasme en de liefde tot de glorieuze daad waren
geboren.
De kieviten waren weer terug bij hun kuiltje aan de sloot
kant, waar het ei verder werd uitgebroed.
Oefenen, zich technisch verder bekwamen, deden de spelers
thuis, in hun clubs en in de competitie-wedstrijden.
Op onze avonden, bij V.U.C., werden slechts enige conditie
oefeningen gedaan, welke niet in de eerste plaats dienden om
de lichamelijke conditie te verbeteren. Zij dienden om de spelers
te verinnigen, zij dienden om de eenheden samen te pakken
tot een hecht geheel, om hen psychisch samen te voeren.
Doorgaans kwam er aan de z.g. trainings-avonden bij V.U.C.
geen voetbal te pas. Er kwam doorgaans geen bal in het veld.
Bob Glendenning liet de leden van de Nederlands elftal club
in een groep een kwartier naar de trant der gymnastiek
leraren vrije en orde-oefeningen doen, hij liet hen hardlopen,
snel starten, snel wenden en snelle rem- en keerbewegingen
maken, hij liet hen wat adem-gymnastiek doen en dan na een
minuut of twintig ging het in looppas naar de badkamers.
Alsof men de zwaarste interlandwedstrijd achter de rug
had, alsof men er onmogelijk buiten kon, werd het verkwik
kende bad opgezocht.
En dan, na het bad, eventjes bijeen met een warme kop
thee, en dan volgde het gemoedelijke eni toch zo gewichtige
woord, de toespraak.
Daarover aanstonds.
Laat mij eerst nog op een detail wijzen. Op een voornaam
detail, zoals elk detail bij de concentratie en innerlijke voor
bereiding voornaam is. Men had die oefeningen onder Glen
denning even goed zou men zo zeggen in huisjas of
kantoorpakje kunnen doen.
Neen! Niet even goed!
Dan zouden zij vrijwel waardeloos zijn geweest.
Concentratie is! uiterst gevoelig. Concentratie eist, wat ik
zou willen noemen, geconcentreerde stijl. Een kleine zonde
tegen die stijlen de concentratie is gebroken.
Bedoelde oefeningen zonder daarbij in volledige voetbal
uitrusting te zijn, zouden een, zware zonde tegen de stijl be
tekenen. Het luistert zeer nauw. Het bouwsel wordt gauw
gebroken, gauw te niet gedaan.
Bij deze oefeningen kwam, als gezegd, geen bal in het veld.
Er behoefde dus niet getrapt te worden. Maar wie zich in
voetbal-tenue zou steken, doch gemakshalve zijn gewone
schoenen zou aanhouden, zou reeds zijn eigen bouwsel ver
storen. Iets dergelijks is in strijd met de ernst, waarmee men
bijeen is, met de saamgetrokken ernst en de saamgetrokken
wil, welke de concentratie vormen. Concentratie sluit de ge
ringste slordigheid, in welk onderdeel dan ook, uit. Concen
tratie is zeer geleidelijk inleven in de sfeer, in de atmosfeer,
en in de spanning welke „de dag van de daad" met zich brengt;
het is zich in de geest opwerken naar de toestand zoals deze
bij de aanvang van het grote evenement is.
Het is zich dóór en dóór bewust zijn, dat al wat men doet,
perfect en met volledige overgave moet worden gedaan; dat
het vanzelfsprekend is, dat de „oefening" de volle mens eist,
omdat het doel dit eveneens doet. Het is het kweken van een
spanning en het doen toenemen van die spanning tot de
grote dag, waarop zij haar ontlading vindt.
De détail van de kleding.
Ik voor mij, ik ga zover, dat het waarlijk niet alleen een
visueel verschil uitmaakt of het Nederlands elftal in een witte