Ruw spel, Concentratie en Mental training.
Als we de laatste tijd de sportrubrieken van diverse kranten
zo eens doorbladeren, treft het ons, dat het „harde spel" in
alle districten blijkbaar troef is. Herhaaldelijk stuiten we op
veelzeggende koppen als „Bikkelhard", „Speerpunten van ijzer
en staal", „Pardon werd niet gegeven" en meer van dat
fraais. Onze mooie sport is bedenkelijk aan het ontaarden, en
het is daarom, dat wij dit „K.N.V.B., let op Uw saeck" laten
horen.
Want hoe meer het seizoen zal gaan vorderen, hoe zwaarder
de strijd om de kostbare punten zal worden en het is heus niet
alleen de vis die duur wordt betaald. De afschaffing van de
degradatie-wedstrijden werpt zijn schaduwen vooruit, en dient
zich bij vele clubs nu reeds aan in ellenlange ziekenlijsten.
Nog nooit hadden de masseurs het zó druk, de „enkeltjes",
„dijtjes" en „knietjes" eisen overwerk, wantde rode lan
taarn dreigt.
Ook de mentaltraining is bij diverse clubs in onbevoegde
dus verkeerde handen, en als we ons oor zo eens te luisteren
leggen, zijn de raadgevingen „alleen over je lijk", „dwars er
doorheen, jongens", „eerst de man en dan de bal", „de scheids
rechter kan gelukkig niet alles zien", allemaal van die z.g.
goedbedoelde pogingen van supporters en zelfs clubleiders
om hun team toch maar de nodige moed in te spreken. We
zijn des Zondags nog al veel bij de lagere elftallen en dan
schrik je wel eens van de „ongure" aanmoedigingen, die te
berde worden gebracht. Natuurlijk verwekken deze opmer
kingen van deze mental-specialisten dikwijls commentaar,
maar met deze door-dik-en-dun door de sajet geverfde „lei
ders" valt eenvoudig geen verstandig woord te praten en het
spreekwoord „Spreken is zilver, zwijgen is goud" maken we
dan maar tot het onze.
Concentratie en mental-training, wat wordt er vreemd met
je omgesprongen, en hoe weinigen weten iets van je myste
rieuze kracht.
Gaarne willen we hier een der specialisten van deze geheim
zinnige materie eens aan het woord laten, en wel de heer
Lotsy, voorzitter van de K.N.V.B., die dit artikel destijds
schreef in zijn toenmalige kwaliteit van „bouwer van
een winnend Oranje-team".
Dat we tevens van deze unieke gelegenheid gebruik maken
om de heer Lotsy namens heel Ajax hartelijk te feliciteren
met zijn volledig herstel, spreekt wel vanzelf.
J. S.
Er zijn dingen in het leven, waarover men op tevredenheid-
stemmende wijze kan denken, welke men sterk en zuiver aan
voelt, doch waarover men moeilijk spreekt en waarover men
haast niet vermag te schrijven.
De aard dezer dingen is voor het gesproken en geschreven
woord te subtiel, alleen de tastzin van het gevoel laat toe,
dat men er in doordringt.
Men voelt de aanwezigheid van bepaalde krachten, men
weet dat zij er zijn, men is overtuigd van haar belangrijke
invloed en van haar eminente betekenis, men werkt er mee en
met succes, maar, grote hemel, hoe staat men er tegenover
als men die krachten moet definiëren, als men ze moet ver
klaren, moet uitleggen, als men moet trachten ze door middel
van het geschreven woord over te dragen op anderen.
Het is er mede als met het schrijven over een oogopslag. Een
enkele oogopslag kan een kolk van gevoel en een zee van
begrypen bevatten; één twinkeling van het oog kan een mach
tige versterking van moraal en overtuiging oproepen; een
bemoedigende Jplik kan de krachtbron voor het welslagen van
een gans mensenleven vormen. Dat weten we, dat weten
wedoch vertel het maar eens met het inkt geworden
woord. Er is een wonderbaarlijke kracht van oog tot oog, van
ziel tot ziel, van gemoed tot gemoed, van hart tot hart, kortom
van innerlijk tot innerlijk, doch deze kracht heeft geen soor
telijk gewicht, zij laat zich niet in kilogrammen of greinen
afwegen, zij heeft geen volume en is niet tastbaar, zij bestaat,
doch zij is een mysterie, een mysterieuze kracht, waarmede
wij niettemin innig vertrouwd zijn.
Het vergt geen geleerdheid, geen ontwikkeling, geen speciale
voorbeschiktheid om er mede vertrouwd te kunnen geraken.
De enige eis is, dat men mens is, sensibel mens. Wie meer
marionet is dan mens, wie meer robot is dan warmbloedig
levend wezen, wie dermate vermaterialiseerd is dat slechts het
tastbare en zichtbare voor hem bestaat, althans voor hem
hanteerbaar zijn, dezulken blijven van die mysterieuze krach
ten verre.
Zij liggen gereed voor elk warmhartig mens, die de liefde
tot iets kent; zij zijn exploiteerbaar door de meest eenvoudige.
Gij hebt het reeds gevoeld, dat men mij voor een zware, een
te zware taak heeft gesteld door mij over concentratie te
laten schrijven. Bij hetgeen ik terzake van concentratie voel,
schiet mijn pen verre in capaciteit te kort. Ik roep dan ook
Uw clementie in. Het spreken er over is zoals gezegd
reeds moeilijk doordat het woord nu eenmaal ontoereikend is,
doch bij het spreken ziet men nog het verduidelijkende of
onderlijnende gebaar, ge ziet een expressie, ge ziet de warmte
glanzen, de overtuigingsstralingen van het oog, ge hoort de
stem met haar gevarieerde intonaties, ge hoort niet de klank
der stembanden, ge hoort de résonnance van het gemoed, er
heeft een wisselwerking plaats tussen spreker en hoorder om
gekeerd; er groeit een atmosfeer rond woordvoerder en luiste
raar, deze atmosfeer vult ten leste de zaal, de tent, de schuur:
het innerlijk verbroedert zich rond het onderwerp, rond het
doel van het samenzijn
Hier op dit kille papier, bij een pen, welke te stroef is om de
vaart der gedachten te volgen en bij woorden, die onvolkomen
zijn en nog meer ontoereikend doordat zij de atmosfeer missen
waarover zo-even werd gewaagd, voel ik, hoe enorm veel ik
moet te kort schieten.
Ik zal het niettemin pogen.
Ik zal pogen op enigszins aanvoelbare wijze over concen
tratie te schrijven.
Er vloeien twee gebieden ineen: concentratie en mental
training. Het zijn weliswaar aparte begrippen, doch mental
training zonder concentratien'existe pas.
Mentaltraining is sportbeoefening met de geest en concen
tratie is samentrekking van al zijn innerlijke krachten op het
gestelde doel.
Beiden beginnen met het tijdelijk vergeten dat er iets anders
bestaat. Een sportman laat ik mij nu maar tot voetballen
bepalen een voetballer, die naar het veld gaat om te oefe
nen, moet zich bij het van huis gaan reeds voor ogen houden,
dat hij gaat om te oefenen, dus om zich te bekwamen. En het
moet hem dan volkomen beheersen, dat hij zich wenst te be
kwamen om een nog beter voetballer te worden dan hij reeds
is, dat hij zijn physieke conditie en zijn techniek wil opvoeren
met een speciaal doel, o.m. het doel van speciaal die en die
wedstrijd te willen helpen winnen. Zodra hij zich een zekere
mate van tijd aan voetbal geeft, moet dit doel hem van de
eerste tot de laatste beschikbare seconde voor de geest staan.
Neen! Het moet hem uitsluitend voor de geest staan. Dit doel
moet hem in die beschikbare tijd geheel absorberen. Hij moet
zich dus geheel en al concentreren op dit doel.
De speler, die bij het gaan naar de oefenplaats aan andere
dingen denkt, de speler die onder de oefening, als de bal
„ginds" is, een babbeltje maakt met een limonadejongen of
met 'n ander kant-lid, oefent niet naar de eis der concentratie.
Hij speelt wel, maar hij „speelt met zijn genoegen". Voor mij
wil dat zeggen: de man oefent zo goed als niet.
Concentratie eist dus tijdelijke algehele overgave van de
speler tot het gestelde doel. Deze algehele overgave is niet
denkbaar zonder grote liefde voor dat doel.
Het is derhalve de taak van leiders lees: concentratie
kwekers die liefde tot dat doel zo nodig op te wekken en,
Bent U tevreden
met Uw kantoorbenodigdheden-leveranciers?
Zo niet dan bent U het beslist wel met ons!
Weteringschans 223, Tel. 39596-31842, Amsterdam