Van de buitenkant.
Sint Nicolaas en Pieterman
in ons Stadion.
„Afgekeurd."
Er werd een ruw houten bordje aan het buitenste Ajax-hek gehangen,
waar dat simpele woord op stond, welk woord nu van mond tot mond,
ging. „Afgekeurd? Het Ajaxveld afgekeurd? Dat bestaat toch zeker
niet?"
Het scheen toch wèl te bestaan. De hekken bleven hermetisch ge
sloten. Taxi's voerden het volk aan de trams deden er hun aspirant
kijkers bij de eigen auto's zwenkten het tuindorp in om dadelijk
daarop hun eigenaars, gewapend met hun plaids, stadionwaarts te zien
trekken. Voorlopig kwam men niet verder dan het voorplein, waar
weldra een dichte menigte het wonderbaarlijke besprak.
„De consul heeft het goedgekeurd," zei een meneer met één oog.
„Toen is de scheidsrechter gekomen en die zei, dat het niet deugde."
Een man met een racefietsje tussen de dichte menigte, gaf zijn ziens
wijze. „Dat kan, meneer. Als ik het zeggen mag en ik kon geen
reden vinden, waarom de racefiets-meneer het niet zou mogen zeggen
ik ben zelf ook scheidsrechter. Al vijftien jaar, meneer. En ik ben
menigmaal op een veld gekomen, dat ik dacht: hoe bestaat het, dat dit
door de consul werd goedgekeurdMaar ik heb ook wel eens ge
dacht: ik begrijp niet, waarom het werd afgekeurd. Dan lag er soms
geen plasje op."
„Nou, da's een mooie boel. Wij zitten er maar mee, Merie. Waar
moeten we nou vanmiddag naar toe? M'n hele dag is bedorven."
„La we maar naar huis gaan," meent Merie. „Hier is toch ook niks."
Maar de meneer, die bij Merie hoort en die van het ene groepje
protesterenden naar het andere wandelt, omdat-ie thuis toch óók niks
hét, heeft geen haast ondanks de aandrang van z'n aanstaande
betere helft, toch maar te gaan. „Daar komen de smerissen ook al
terug."
Die goede Marie heeft gelijk. De agenten rukken in. Zij nemen de
symbolische rood-witte barricaden mee.
„Wat ik U brom, meneer, Ajax durft die wedstrijd niet aan. Ze
hebben de scheidsrechter omgekocht, om dat terrein af te keuren. Nou,
het kan hun wat schelen, of al die duizenden mensen een bedorven
middag hebben. 'Ze zitten je daar in het restaurant nog uit te lachen
wat ik je brom."
De brommende kankeraar heeft het hopeloos mis. Want kijk, daar
komt een Ajax-bestuurder naar de grote poort - daar draaien de
hekken wijd open. „Ze gane een vriendschappelijke wedstrijd spelen
Kijk, de controleurs van de kaartjes zijn op non-actief gesteld. Je
kan zo maar doorlopen en in een brede stroom komen we op de over
dekte terecht. „Hi, da's leuk. Anders hadden we moeten staanJe
zit hier joppene ik bin hier nog nooit geweest."
Ga je mee, ga je mee naar het A jax-stadionDaar zit je zo
gezellig bij elkaar
Heel zacht, heel bescheiden, neuriet de luidspreker boven ons hoofd,
net of het ding nog niet goed durft. Voor ons ligt het bij de Ajaxpoort
zo druk besproken veld helder groen geen plasje er op voor de
goals een beetje zand.
„Gek, dat die man dit afkeurde."
Er zijn er meer, die dat gek vinden. De luidsprekers schijnen op
toeren te komen. De Ajaxmars klinkt al krachtiger en voor ons, op het
veld, stappen de autoriteiten het veld op onder aanvoering van
voorzitter Koolhaas. „Ze keuren het nóg eens," stelt iemand naast me
geheel overbodig vast. We volgen de wandelaars in groter spanning dan
een race van Drager langs de lijn. Zouden ze wel zouden ze niet
spelen? Ik tel m'n knopen!
Dan komt de stem van Koolhaas door de luidsprekers. Hij vraagt dit
maal niet om op te schikken, al zitten we met elkaar wat ruim.
Met daverend applaus worden zijn woorden ontvangen. „V ziet dat
veld - ook wij konden niet begrijpen, waarom dit werd afgekeurd,
maar Ajax zowel als D.W.S. zullen er bij de Bond een krachtig protest
tegen doen horen. Een bondsautoriteit heeft het thans goedgekeurd.
Wij hopen, dat u bij de vriendschappelijke wedstrijd tussen de twee
elftallen een prettige middag zult hebben."
Hij is nauwelijks uitgesproken, of de elftallen komen met grote
instemming begroet.
Ik steek een verse sigaar op.
En dan constateer ik, met blijde voldoening, dat Ajax zichzelf weer
heeft teruggevonden dat het een behoorlijk spelletje speelt en dat
natuurlijk! Ajax z'n woordje nog mee spreekt. Vriendschappelijk,
maar straks ook weer in de competitie
VLINDER.
Zaterdag 2 December j.l. waren zij dan weer bij onze jeugd
op bezoek. Vice-voorzitter Jan Schoevaart sprak woorden van
welkom, hoopte, dat Sint en zijn hulp in de huishouding over
de Ajax-jeugd tevreden zouden zijn en dat zijne Heiligheid
enige boosdoeners er op zou wijzen, wat Ajax eigenlijk voor de
jeugd betekent. Nou, dat kwam dik in orde. Sint bleek op
vallend goed op de hoogte, riep de captains der diverse elftal
len bij zich en liet, geassisteerd door Piet, die soms angstaan
jagend met zijn bezem zwaaide, goed- en afkeuringen horen.
Hij transpireerde ervan, wat, gezien zijn duur C. A.-tje, be
grijpelijk was. Pepernoten schijnen in Spanje aan de goedkope
kant. Piet deelde tenminste met milde hand ui£ en als er niets
uit te delen viel, dan keilde hij ze wel tussen de grabbelende
jeugd. Een sport, van Piet, die bij de jeugd in goede aarde
viel. Met de vrijers, chocolade, repen etc. ging dat echter
moeilijker en moest de heer Boudrie er met zijn staf aan te
pas komen om alles wat de Sint had meegebracht, uit te
reiken. Dat lukte natuurlijk. Jack Reynolds, Mr. Thompson
- onze nieuwe trainer en zijn vrouw moesten ook nog even
bij de Sint op het matje komen. Jack werd in het zonnetje
gezet en Mr. Thompson veel succes toegewenst. Toen was het
tijd voor de Spaanse familie om afscheid te nemen. Hetgeen
geschiedde.
Piet Paternotte, die, evenals andere jaren, voor een uitge
breide serie prachtige tekenfilms had gezorgd, liet ons nog
genieten van de wonderbaarlijke prestaties van Poppey en
Tinus Middendorp draaide het aan de Ajax-jeugd gewijde
gedeelte uit onze jubileumfilm. Toen was het einde van deze
welgeslaagde middag daar. Rest ons nog een woord van dank
aan Ko Verburgt, die het muzikale gedeelte op uitstekende
wijze verzorgde en aan ons adspirantlid Van Dijk, die hem
met zijn accordeon prima assisteerde. Hulde, mannen!
BROWN.