Falie - Bar Thorbeckeplein 16 Ici Paris ideaal amateurs-principe op die dagen wegmoffelen en beroept hij zich op de traditie van het internationale voetbal. Immers, het is altijd zo geweest! Maar vergeet, dat de tijden zijn veranderd, dat in andere landen de prof-voetballer zich in het lands-shirt steekt en met wapens kan vechten, waaraan wij niet kunnen tippen. Hier zijn we bij de andere consequentie, waarover we het straks hadden: Hier klopt iets niet! Het één of het ander: terug naar de zuiver- amateuristische sfeer (óók in internationaal voetbal), of andere maat staven voor onze spelers, met opoffering van het heilig ideaal! Dan ook onze spelers, wanneer ze daartoe lust gevoelen, vergoedingen voor opgeofferde uren aan het altaar van Pa Soccer! Geen geknoei meer. Geen nodeloos geschrijf meer van halve of hele aanbidders van het amateurisme, geen kleinzielige bepalingen meer over het liefhebberij voetbal, maar volledige bewegingsvrijheid voor climbs en spelers. Dit verandert niets aan ons hierboven geuit standpunt, dat Neder land voor prof-voetbal (in brede zin genomen) ten enenmale niet ge schikt is, maar indien de K.N.V.B. wenst (om zijn bestaan te ver zekeren) dat we doorgaan met tegen profs te voetballen op inter nationaal niveau, dan moet het uit zijn met belemmeringen, die ons op een niveau houden, dat zulke krachtmetingen scheef trekt. Zoals het nu is, zijn we inconsequent! Welpen of leeuwen? Mijn volgend opstel hoop ik te wijden aan de vraag, die mijn onbekende mede-passagier van lijn 16 dezer dagen stelde: hebben we rood-witte welpen tegenwoordig, of zijn we nog rood-witte leeuwen? Plaatsruimte in ons lijfblad moet fatsoenlijk verdeeld worden, dus even wachten, ouwe optimist (van lijn 16). D. K. V) De 600 km lange tocht per auto van Amsterdam naar Parijs bleek, afgezien van de enorme afstand, ook nog andere moei lijkheden met zich mede te brengen: mistbanken, sneeuwbuien en vooral slecht begaanbare wegen, bedekt met een kledderige, vies-bruine substantie, overblijfselen van wat kort daarvoor nog een maagdelijk wit tapijt was. Dank zij onverstoorbare chauffeurscapaciteiten bereikten wij zonder ongelukken Hotel de Printemps in de lichtstad, waar de Ajax-familie juist terug keerde van een onschuldige verkenningstocht in Montmartre. Het valt ook eerlijk gezegd niet mee voor loslopende jongelui om af te blijven van „gesorteerde lekkernijen", die voor het grijpen liggen. Des te meer bewondering wekt het daarom, dat de „snoeplustige voetbalkindertjes" zoet gingen slapen op een redelijk tijdstip. De Zaterdagmorgen stelde de „bevoorrechten" in staat achterstallige uren in te halen, want ontbeten werd pas om elf uur. De uitgeslapen globetrotters benutten deze tijd om hier en daar wat in de warenhuizen rond te snorren, om ega en verloofde bij hun terugkeer te verrassen en ze met inge wikkelde berekeningen ervan te overtuigen, dat ze hun geld heus niet over de balk gesmeten hadden, laat staan op de een of andere manier in de Rue de Pigalle besteed. Onze vriend Jan Los kon zich zelfs hier in Parijs, ver van zijn baas, niet aan de dagelijkse gang der dingen onttrekken en in de prille ochtend toog Jantje met wat oudbakken sneedjes brood op 't pad, gebruikte in een der ontelbare kroegjes als eerste klant van deze dag (er waren er nog wel enkele van de vorige!) een bakkie troost om dan als herboren zijn tocht te vervolgen. Hoewel de ontmoeting tussen Ajax en de Racing Club de Paris eerst om drie uur begon, gingen we reeds vroeg naar het veld om, naar wij hoopten, te kunnen genieten van een prof wedstrijd der 2e divisie. Nou, eerlijk gezegd, viel er bitter weinig te genieten, maar wel veel te beleven. Op een gegeven moment namelijk, na een enigszins verontrustend lij f-aan-lijf- werk tussen twee spelers (en dit was in deze wedstrijd meer regel dan uitzondering) vond een grote bruinkleurige spil z'n benenwerk te eenzijdig worden en deelde ter afwisseling een voortreffelijke rechtse directe uit en liet en passant de ont hutste scheidsrechter genieten van een feilloze uppercut. Ten slotte verliet de beul in de beste stemming met zijn tegen stander het veld. Neen, een verheffende vertoning was het bepaald niet. Om precies drie uur betraden de beide elftallen een vrij goed bespeelbaar veld, waar op de grote tribune slechts een karig aantal toeschouwers aanwezig was. Wat de wedstrijd betreft, kan ik kort zijn. Het was van begin tot het einde een uitgesproken „friendly game", hetgeen vooral tot uiting kwam in het lauwe spel van de R.C.P., dat mij trouwens over het algemeen is tegengevallen. Zeker, ze waren sneller in hun reacties, beschikten over een uitstekende bal-contróle, speelden de bal meer langs de grond, maar misten te veel kansen en tot een behoorlijk schot kwam het niet, zodat het merendeel der aanvallen doodliep op onze goed spelende verdediging. Ajax speelde matig* maar er werd hard gewerkt en de 20 nederlaag mag een behoorlijk resultaat genoemd worden. Daar komt nog bij, dat beide doelpunten een direct gevolg waren van fouten in de defensie. Het eerste werd vlak na het begin gescoord, toen éér^ van onze jongens aarzelde met wegwerken, de bal kwijtraakte aan de rechtsbuiten, die geen fout maakte met deze vrije bal. Het tweede doelpunt kwam vlak voor het einde. Enige minuten daarvoor had Bruins met een schitterend schot tegen de paal geen geluk. Na de wedstrijd werd Ajax een diner aangeboden in het „clubhuisje" van de R.C.P., een gebouw van zes of zeven ver diepingen. We werden rondgeleid en achtereenvolgens be traden we tennisbanen, velden voor badminton, basketball- velden, gymnastiek- en schermzalen, want naast voetbal, zijn er allerlei andere takken van sport, die door de ongeveer 12.000 leden tellende Racing Club de Paris beoefend kunnen worden. Tijdens het diner werd er gelukkig weinig gesproken en gold het slechts wederzijdse woorden van welkom en dank door de voorzitters uitgesproken. U kunt zich voorstellen, dat de Ajacieden zo gauw mogelijk terug wilden naar het hotel, niet om te slapen natuurlijk, maar om de bagage af te geven en zich in het volle nachtleven van Montmartre te storten (zover de financiën dit tenminste mogelijk maakten). Als men over Parijs praat, dan is altijd weer Montmartre het onderwerp van gesprek. Men kan zich afvragen waarom? Zeer zeker wil elke man, maar ook elke vrouw graag naar Parijs en niemand kan zich bereisd noemen als hij nooit in de „Ville lumière" geweest is. En Montmartre is verleidelijk! Als men het Parijse nachtleven van nabij heeft meegemaakt, zal het niemand kunnen verwonderen, dat er mensen zijn, die geheel berooid van geld en goed, onder de bruggen van de Seine de nacht doorbrengen. Want dit genre nachtvermaak is het kostbaarste ter wereld en als men dit niet kan betalen, blijf dan niet in Parijs, want steeds weer wordt men, zoals een insect door het licht, in dit pulserende leven getrokken. En of men 1000 of een millioen francs bezit, het doet er niet toe, in Parijs verdwijnt alles in de bodemloze put van het nachtleven. Zondagmorgen om tien uur bezochten wij het Bois de Bologne, waar de uitgebreide sportcomplexen van de gastheer R.C.P. zich bevinden. Ondanks het feit, dat velen slechts een korte nachtrust genoten hadden, liep alles vlot van stapel. Om twaalf uur kregen wij een uitstekende maaltijd, die ons nieuwe krachten gaf. Om ongeveer één uur zouden we door een bus afgehaald worden om naar het Colombes-stadion gebracht te worden, doch de Fransman, die het aan goede wil en woorden niet ontbreekt, beschikt in het algemeen over weinig organi satie-talent. De tijd verstreek, het werd half twee, twee uur, Vraagt Uw aandacht voor De verlichte glazen dansvloer Enig in Nederland met le klas Hadin.art.isten Geopend van 82 uur 's nachts

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1950 | | pagina 17