What is in a name?
Ons eerste Adspiranten-elftal
Foto Desmit
thee. U heeft Uw zoon aan Ajax toevertrouwd en de leden
van de Jeugdcommissie lopen al zoveel jaren mee, zijn alle
maal oud-voetballers, dat U gerust van ons kunt aannemen,
dat deze heren op dit gebied hun weetje wel weten. Mogen we
dus op Uw medewerking rekenen? Dank U!
BROWN.
Verscheiden scholieren, die de honkbalcompetitiewedstrijden
geregeld gadesloegen, trachtten zich op een braak liggend
terrein de edele honkbalsport ook eigen te maken. Zij hadden
al verschillende vriendschappelijke partijtjes tegen jongens uit
andere buurten gespeeld en wilden nu tot oprichting van een
club overgaan.
Op een avond werd bij een der jongelui thuis op zolder een
vergadering gehouden onder leiding van voorzitter Jan. De
naam van de vereniging was wel het belangrijkste punt van
de agenda. De knapen waren van oordeel, dat uit de namen van
de in de competitie uitkomende ploegen nagenoeg niet valt af
te leiden, dat deze de honkbalsport beoefenen. De meesten
bleken zich over dit onderwerp reeds het hoofd te hebben ge
pijnigd.
Piet verkreeg allereerst het woord. „Ik stel voor: „De Honk-
dieven"." Tja, daar zat iets in, maar het was toch niet wel
luidend genoeg: „De Kussenstelers", verbeterde Wim. „Kom
dan maar over enige jaren terug", merkte Piet snedig op.
„Misschien komt er dan ook nog een gesloten zijzoen", voëgde
Gijs er aan toe, „Hoe denkt U over „De Wijdlopers?", infor
meerde Klaas, „Slecht", was het bescheid van de voorzitter,
„dat kunnen nooit sprinters zijn". „Voelt U iets voor „Hit
parade"?" vroeg Henk. „Komt er ook een samba in voor?"
schamperde Leen, waarmede dit voorstel eveneens van de
baan was.
Bram bracht te berde, dat men zich aan slag goed moet
kunnen bedwingen en suggereerde derhalve: „Beheersinsti
tuut". „Waar heb ik dat woord meer gehoord?" dacht de voor
zitter hardop. Verworpen.
„Ik heb iets anders", sprak Flip, „Catch as catch can". Nelis
was van opvatting, dat „trekken" ook bij honkbal voorkwam,
maar dan niet aan iemands haren. Afgewimpeld.
„Ik zou aan onze club graag de naam „Schijnmasters" willen
verbinden", betoogde Gerrit. „Laten wij alstublieft met beide
voeten op de grond blijven staan", waarschuwde Dirk. Dat
bracht Nelis op een idee. „Ik heb wel eens gehoord van de
merrymakers. Kunnen wij nu niet de naam „De Hitmakers"
aannemen, dan blijven wij nog in stijl ook?" „Dan moet je op
het veld ook tonen, dat je een hengst kunt geven", zei Freek
droogjes.
De vergadering werd enigszins rommelig, waarom de voor
zitter verzocht de orde te bewaren.
Steven achtte „Herrymakers" meer op zijn plaats; maar
daar gingen de anderen wijselijk niet op in. Frans wenste een
Hollands product, nl. „De Vérslaggevers". „Neen", oordeelde
de president, „persmensen zijn wij niet. Als dat zo was, zou er
in de kranten veel meer over de mooie honkbalsport worden
geschreven". Vervolgens was Leo aan de beurt. „Mijne heren,
ik heb de scheidsrechter bij een slag wel eens „inside" horen
roepen. Wat dunkt U van „De Insiders"?" „Als je je spelregels
goedr kent, mag je terugkomen", gaf Joost hem te verstaan.
Hierna stak Frits zijn vinger op. „Ik heb een naam waarin ons
goede veldwerk tot uiting komt, t.w. „De Blokkeerders"." De
vondst was niet gek, maar na enig nadenken kon ook deze in
de ogen van de vergadering geen genade vinden. „Ik heb een
goede", stoof Dries op, „De Knuppelaars"." „Wat zeg je, de
Knopenlaars? Loop jij nu gauw naar je grootmoeder!" smaalde
Chris. Afgewezen.
Nu stond Daaf op. „Makkers, tot dusver heb ik geen naam
gehoord die geschikt was. Ik heb er een die jullie zeker zal
aanstaan: ,,De Negenklappers"."
„Ha, ha", schaterde Ernst, „hij kan nog niet eens het slag
hout goed vasthouden. Dan vind ik „klappertjes" beter".
Ten slotte verhief de voorzitter zich van zijn zetel. „Mannen,
ik meen uit jullie reacties te mogen opmaken, dat de ter sprake
gebrachte benamingen niet jullie algehele goedkeuring hebben
kunnen wegdragen. Het lijkt mij dan ook het beste aan onze
vereniging de naam H(onkbal) C(lub) A(msterdam) te geven.
Aldus werd besloten. van TTJÏJL.