Palace - Bar Enthousiasme gevraagd. Vijftig jaar muziek. Burgerlijke Stand. Dijkiealle eer. Die zal-ie wel krijgen ook. Als je zo kort voor het einde twee sublieme doelpunten maakt en daarmee een wedstrijd letterlijk uit de modder sleept, dan mag daar wel wat waarderends over worden gezegd en geschreven. En als ik dat nu niet doe, dan komt dat alleen voort uit het feit, dat meer bevoegden hierover wel hun woordje zullen zeggen. Laat ik V dan eens wat anders vertellen: WIJ hebben die wedstrijd ook gewonnen -WIJ, die dicht op elkaar de overdekte tribunes bevolkten WIJ, die lekker droog op onze gemakkelijke zitjes zaten en die enkel en alleen maar konden kijken enaanmoedigen. Dat aanmoedigen is voor mij één der attracties van een voetbal wedstrijd. Ik zit liever naast een dikke moeke, die elke beweging van de man, die de bal heeft, nauwgezet volgt en die met een teleurgesteld: „Jongen dan toch!" uiting geeft aan haar teleurstelling, dan dat ik naast een expert zit, die zonder een spier van z'n deskundig gelaat te vertrekken, alles wat op het veld gebeurt voor kennisgeving aanneemt. Nu lijkt het wel, dat onze tribune-bevolking de laatste tijd enkel en alleen uit van die stalen deskundigen bestaat. Dat is deftig het staat chic maar ik vind het niet leuk, als alle prestaties van de spelers zo ijskoud worden bekeken. Wat móét je met zo'n begrafenis stemming bij een voetbalwedstrijd? Er kon alleen maar zo nu en dan een applausje af. Nu is, naar ik hoop, de kentering gekomen: wij, mensen op de overdekte, hebben getoond, dat we méér kunnen dan kijken alleen. Wij zijn opgesprongen wij hebben gejuicht, toen eindelijk en ten leste het langverwachte goaltje van Dijkiekwam we hebben de laatste minuten aanmoedigend geschreeuwd en sommigen onzer hebben geloeid om het winnende doelpunt. „Vooruit Ajax! Hup Ajax!" En Ajax ging vooruit. Het was, of die zwaar-bemodderde spelers door onze aanmoedigingen werden opgeheven of zij er meer begrip voor kregen, dat de overwinning van hen werd verwacht dat zij harder zwoegden en meer nog hun best deden om eruit te halen wat ook maar even mogelijk was. „Hup Ajax!" Ik herinner me nog uit onze Ajax-revue de tribune-scène. Daar was het gespééld enthousiasme op de echte tribune moet ons enthousias me op de spélers worden overgebracht. Dat kan. Wij, als Ajax-aanhang, moeten onze koude, misschien deftig staande onaandoenlijkheid afleg gen. Natuurlijk, de jongens op het veld ook al is dat veld moddervet en spiegelglad, moeten het werk doen, maar wij wij moeten hen daarin niet enkel en alleen door onze aanwezigheid steunen. Wij moeten helpen -wij moeten door aanmoediging steunen wij moeten en kunnen de fit er in houden, als die door tegenslag verloren dreigt te gaan. „Hup .Ajax!" Waarom moet er eerst wat bijzonders gebeuren waarom moeten wij eerst dan gaan aanmoedigen, als te langen leste blijkt, dat er toch nog een doelpunt kan worden gemaakt? Bij de wedstrijd tegen Hengelo bleek, dat wij tot groter dingen in staat zijn, dan een verdiende goal met een zacht uitgesproken die zit" te ontvangen. Durven wij ons niet laten gaan? Wat zou het. De hele tribune veerde overeind dansend van vreugde werd het tweede doel punt ontvangen en onder enthousiaste aanmoedigingen voor onze thuis club werd weer afgetrapt. „Hup Ajax!" Ik zou haast willen voorstellen, een „club van schreeuwerssamen te stellen een serie jongens met een heel grote waffel, die op hun tijd hun kreten lieten horen en die hun enthousiasme en vertrouwen op de andere kijkers en op de spelers overbrachten. Maar nee; zo'n club is niet nodig. Wij, toeschouwers op de tribune, kunnen het ook af zonder claque als we ons maar laten gaan. Want veel wordt geschreven over de techniek van ons Ajax-team, dat volgens de deskundigen veelal op hoger plan staat, dan dat der tegenstanders. „Technisch knap, maar weinig enthousiastU heeft het meermalen gelezen. Hoe het komt? WIJ, en WIJ alleen zijn de schuldigen wij wachten rustig af wij kijken met akelig aandoende lauwheid naar alles wat ons wordt geboden: technisch knap we verwachten het. Maar hoe kunnen de jongens binnen de lijnen en thousiast worden, als hun staaltjes van meesterschap met koele belang stelling en elke vergissing met een afkeurend gemompel of met hoon worden ontvangen? Tribunemensen! Laten wij onszelf zijn! Laten we alle lauwheid aan de kant zetten, laten we meeleven met alles wat op het veld gebeurt, maar laten we ook uiting geven aan onze gevoelens. Het enthousiasme langs de lijnen zal inspirerend werken op de jongens, die de Ajax- kleuren binnen die lijnen hooghouden. Dan zal gebeuren, wat wij allen gaarne wensen dan zal de overwinning van onze thuisclub geschraagd door het enthousiasme der vele duizenden supporters zeker zijn. En zo goed als in het veld van het beginsignaal af voor de over winning moet worden gevochten zo zullen wij van het begin af aan ons enthousiasme moeten tonenzonder dat er een club van schreeuwers wordt gevormd! Met de groeten van schreeuwer-nummer-één, Uw VLINDER. The Electric Gramaphone N.V., Spui 6, vierde vorige week haar vijftig-jarig jubileum, en héél Ajax staat klaar met een welgemeend „Three cheers". Want Jaap van Praag zwaait daar de secpter, de snelle rechtsbuiten van ons vroegere „vijfde", die zó snel was dat hij meestal zijn eigen voorzetten inkopte. Helaas is die snelheid een tikkeltje afgenomen, toe genomen is echter zijn bereidheid altijd direct voor onze club klaar te staan. In onze gelukwensen betrekken wij vanzelfsprekend ook gaarne zijn Vrouw, en memoreren in dit verband b.v.b. alleen maar haar onvergetelijke creaties uit onze moord-revue van „Captain van ons Dames-team" en „vrouwelijke scheidsrech ter", terwijl Jaap stormen van bijval verwierf als „Janus" de veteraan-trapper enz. enz. Jaap en Joep, goede zaken en prima gezondheid, en we on derschrijven gaarne Tric-Trac's dichterlijke ontboezeming: Je bracht muziek, In dorp en stad, Wéér vijftig jaar, Proficiat! HET BESTUUR. Vraagt Uw aandacht voor De verlichte glazen dansvloer Enig in Nederland met le klas Radio.artisten Geopend van 82 uur 's nanhts Verloofd: Ineke van, der Vegte en Mr. M. J. Koolhaas. Getrouwd: J. A. Sondaar en D. J. Krist. B. Lambregts en Truus de Vries. C. P. van Nunen en Mijndert Volkers. Hartelijke gelukwensen.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1950 | | pagina 8