AjaxA.G.O.V.V. 3—0. Daar zaten we dan weer. Precies als een paar maanden ge leden, bij de kampioenswedstrijden. Het legertje prominenten uit een vèr- en uit een jong verleden op het officiële gedeelte van de overdekte, de rest van de rood-witte familie er knus omheen gegroepeerd. Verder wat vrijkaarten-abonné's en de lieden van één-vijf-en-twintig". Op de staan- en open tribune huisden als van ouds de supporters door dik en dun, de neutra len en de gelegenheidsbezoekers. Totaal zo'n dikke 15 duizend man. Dat was te weinig, vooral nu de meest technische ploeg uit het Oosten op bezoek kwam. Jan Publiek is toch een deksels moeilijk te vatten heer. En dan beweert men nog wel, dat de massa een fijne neus" heeft. Zonderling! Chairman Koolhaas hield een openings-rede. Zei „welkom" tot de schare. Sprak de wens uit, dat de wedstrijden met de oude- en nieuwe competitie-genoten een prettig verloop moch ten hebben, sportiviteit op de eerste rij zou zitten en de aan hangers van het bruine geval de prestaties der tegenstanders hunner favorieten naar waarde zouden weten te schatten. De jongeheren van de staantribune kregen een ernstige waar schuwing, vanwege een kalkschilderij op een in ons stadion geparkeerde auto. Werden met uitsluiting bedreigd als een of andere lieverd weer zo'n sterk naar vandalisme riekend futuristisch meesterstuk zou creëren. De poort van ons huis ging dan voor de hoop des Vaderlands hermetisch dicht. Het was gemeend en duidelijk. Toen floot de heer Twisterling op een metaal gevalletje en begon de pret. Seizoen 19501951 was af, wat niet precies juist is, want we begonnen pas. Wat zou het Burgwal-product ons brengen? Ons hoogste team-comité was tot de volgende compositie gekomen. Van der Pol Potharst Beumer Krist Looyen Stoffelen v. d. Hoeven Michels Sonneveld v. Dijk Drager Daar begonnen we dus mee. We eindigden als volgt: Van der Pol Potharst Beumer v. d. Hoeven Stoffelen Krist (gew.) Los (gew.) v. Dijk Sonneveld Drager Boskamp Altijd prettig, als je wat achter de hand hebt. Binnen tien minuten was het „c'est finis avec Michels". Twee E.H.B.O.-ers droegen hem naar de kleedkamer. Een ge scheurde knieband of iets daar omtrent. Rinus zit dus voor lopig in de wachtkamer. „Alleen is maar alleen," dacht Jan Looyen. Ging hem na de rust .gezelschap houden. Bij Jan zat de pijnlijke plek lager. Zijn enkel functioneerde niet meer, zoals dat bij U en ons te doen gebruikelijk is. We zeiden: „Dag Jan, tot over een paar weken". De match ging vrolijk verder. Om kort te zijn, we wonnen met 30, haalden de eerste punten uit de degradatie-competitie binnen. Laten we ruiterlijk bekennen, die punten zijn ook wat waard en boven dien vertelde Oma Kniertje al heel lang geleden, dat de vis duur betaald wordt. Het goede mens had natuurlijk nog nooit van voetbal gehoord, wat jammer is, want dan was onze bloemrijke taal vast en zeker een gevleugelde zin rijker ge weest. O. U wilt nog weten, hoe er door onze ploeg (en) gespeeld is en wie er scoorden? Dat kan. Sonneveld was de eerste, die zijn naam langs de lijnen liet mompelen. Vlak na het begin schoof Van Dijk hem de bal voor de voeten. Onze nieuwe aan winst liep door de onzeker spelende A.G.O.V.V.-verdediging en schoot toen maar. De bal ging het doel in. Hoe dat kon, be greep niemand erg goed, maar we stonden voor (10). Het spul draaide nog geen tien minuten, of op het scorebord prijkte achter het woord Ajax een 2. Michels had zijn blonde kuif tegen de bal geslagen, 't Was Stoffelen zijn schuld. Joop nam een vrije schop, lanceerde de voorzet, die Michels zo buiten gewoon aantrekkelijk vindt. Gezien het door beide ploegen vertoonde spel, zaten we op het kussen van fluweel. Nog voor de rust maakte Van Dijk de eindscore pan-klaar. Een akelig zuivere binnenkant-van-de-paal-roller huppelde het nét in (30). Tevreden maar niet voldaan de score had veel hoger kunnen zijn gingen we thee drinken en krachten verzamelen om de tweede helft uit te meligen. Het bleef bij drie tegen nul, hoewel A.G.O.V.V. tegen het einde nog alles in het werk stelde, een dragelijker score te bereiken. Dat gelukte niet, omdat onze vriendèn uit het Oosten het doel zochten, waar de palen beslist niet in de grond staan en Madame Mazzel onderweg schijnbaar uit de Apel- doornse bus was gevallen. Van der Pol had het voor de rust rustig, kreeg enige moeilijke schoten te verwerken, wat hem goed afging. Twee maal had hij dringend hulp nodig. Éénmaal van de paal, één maal van Gerrit Krist. Vooral de save op de doellijn van blonde Gerrit, moet voor onze goalie een plesant gezicht zijn geweest. Trouwens, dat was het voor ons ook. Tegen het einde van de match, toen A.G.O.V.V. van alles probeerde om aan een tegen- punt te komen, moest hij nog even op volle toeren draaien. Het geachte publiek kreeg er rillingen van. Een spectaculaire vang (mooi om te zien, maar gevaarlijk tot en met) behoorde tot zijn topprestaties; drie handelingen, die de indruk verwek ten, dat de bal onder stroom stond, tot zijn angst aanjagende verrichtingen. Het liep verwonderlijk goed af, waarvoor hij en wij dankbaar waren. Potharst begon erg kalm, zag zijn vergissing spoedig in en schakelde rap over. A.G.O.V.V.'s linksbuiten kreeg toen niet veel kans meer om gevaarlijk te worden. Jan zette hem telkens met succes de voet dwars, of had de bal al geretourneerd, voor die knaap er aan te pas kwam. 't Was weer goed werk, Jan! Gerrit Beumer, de man, die zich niet door de jeugd opzij liet drukken en in het eerste terugkwam, vond een naamgenoot (geen familie) op z'n weg. Zij botsten zo nu en dan stevig, verleenden elkaar geen voorrang. Meestal bleef Gerrit over winnaar, hij staat nogal vast op z'n benen. Van der Hoeven deed het weer best, wat we ook van captain Stoffelen er| Krist kunnen zeggen. Cor goochelde met de bal, dat het een lust was zeker vanwege de V.U.C.-tent en Joop als spil (oude liefde) werkte voor twee. Krist hebben wij nimmer in het eerste elftal zien falen en ook nu niet. Hij valt niet op, speelt rustig en weldoordacht zijn partijtje. Prettig om naar te kijken. Jan Looyen, tot aan de rauwe kreet, die ons kond deed van zijn verkreukelde enkel, spil, kon ons welis waar Cor v. d. Hart niet doen vergeten, maar trad toch zo gedecideerd op, dat wij zijn verdere verrichtingen met ver trouwen tegemoet zien. Van onze linkervleugel vonden wij Drager het beste. Eerst werkte hij samen met Van Dijk, later, als linksbinnen, met Boskamp. Hans, die voor Looyen inviel, kreeg echter veel te weinig te doen, wat jammer, maar door het rommelig verloop van de tweede helft der match, begrij pelijk was. Ook Los, actief als altijd, kwam hierdoor niet tot zijn recht. Jan had bovendien nog pech ook; schoot een bal in, die een fractie van een seconde te laat de doellijn passeerde. Die goal houdt hij dus te goed. Sonneveld blijkt een stevig heer, die zich van hard spel niet veel aantrekt. De kunst van schieten verstaat die oud-A.F.C.-er. Dat kunnen we net ge bruiken, dus doe je best, broeder. Alzo het verhaal, gejournaliseerd naar authentieke gege vens van het eerste treffen met onze voetbalbroeders uit het Oosten. Ha, ha, volgende week het tweede deel, maar dat vertelt collega Adé. Bestelt Uw KANTOORARTIKELEN bij de vakman en U kunt op een goede service rekenen. Weteringschans 223, Tel. 39596-31842, Amsterdam

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1950 | | pagina 4