er*
MmVaW\
7 VALEI
HONKBAL
STOWPfPSM
Ér
AJAX DEGRADEERT NA EEN TITANISCH GEVECHT
MET O.V.V.O.
Nadat het zwaard van Damocles het gehele seizoen boven
ons „bat" heeft gehangen, zullen wij in 1951 ons geluk in de
Overgangsklasse moeten beproeven. Verdiende Ajax als laatste
te eindigen? Als men van het standpunt uitgaat, dat het
aantal winstpunten beslist, kan hier niet anders dan een vol
mondig „ja" op volgen. In de eerste helft van de competitie
was Ajax onbetwist de zwakste ploeg. Trouwens, de uitslagen
spreken een duidelijke taal: 411, 420, 212, 64, 17,
1—12 en 12—17.
Na het vertrek van Geestman, was het werpen aan jongere
krachten toevertrouwd, doch zij konden hun voorganger (nog)
niet doen vergeten.
Dit bleek bovendien ongunstige gevolgen voor ons veldwerk
te hebben. Niet uit het oog mag worden verloren, dat R. Kok
reeds bij de aanvang van de competitie door de gure weers
omstandigheden een pijnlijke arm opliep en pas in de tiende
wedstrijd, te zamen met Bosboom, zijn rentree maakte. Voorts
heeft Beumer wegens een knieblessure bijna de gehele zomer
niet gespeeld. De nederlaag tegen E.D.O. heeft ons dan toch
de nekslag gegeven. Toen het pleit feitelijk reeds beslecht
was, ging de Honkbalcommissie va banque spelen, door Van
Lobberegt als werper aan te zetten en Jan ter Heide als
vanger aan te wijzen. Dat deze in nood geboren formatie goed
heeft voldaan, moge blijken uit de resultaten van de laatste
zes wedstrijden: 11, 33, 36, 41, 02 en i2. Wij trof
fen het niet, dat in drie wedstrijdep een, kampioensgegadigde
moest worden bekampt; daarenboven een team, dat nog niet
geheel voor degradatie was gevrijwaard. Eerlijkheidshalve zij
opgemerkt, dat onze slagprestaties onder de verwachtingen
zijn gebleven.
Merkwaardig is, dat Ter Heide c.s. in de thuiswedstrijd
tegen O.V.V.O., die ons op een 20 nederlaa.g kwam te staan,
veel meer kansen hebben gehad dan bij het tweede treffen,
waarin wij met 21 ten onder gingen. Neen, Vrouwe Fortuna
is ons dit jaar allerminst goed gezind geweest.
Verschillende honkballiefhebbers ook buiten onze kring
hebben zich afgevraagd, of de automatische degradatie
regeling wel bevorderlijk is voor het honkbal-spelpeil. Nu het
lot Ajax heeft getroffen, past het ons niet, hier thans verder
op in te gaan. Na verloop van tijd zal dit onderwerp ongetwij
feld nog wel eens worden aangeroerd.
Al is het dan ongunstig voor ons afgelopen, toch mag de
spelers van het eerste negental een woord van waardering niet
worden onthouden, want ondanks hun schier hopeloze positie,
hebben zij tot het bittere einde hun huid zo duur mogelijk
verkocht. En wat meer zegt: verschillende spelers hebben
reeds te kennen gegeven, dat zij tijdens de winter willen blij
ven oefenen. Ook op andere wijze zal het contact worden on
derhouden. Verder heeft het bestuur het voorstel, onder de open
tribune ten behoeve van de cricketers en honkballers een slag
kooi te bouwen, in overweging genomen. Ten slotte zal de
Honkbalcommissie zeer waarschijnlijk met een lid worden uit
gebreid. U ziet, de overgangsklasser Ajax zit niet bij de pak
ken neer.
Sedert de oprichting van onze honkbal-afdeling, heeft Ajax 1
steeds deel van de eerste klasse uitgemaakt, al is ons rood-wit
tweemaal ternauwernood aan degradatie ontkomen. In 1951
VOOR
VAN ALLE KIED/LVG
I OONDi/NEN - DEKENS ENZ
KLEDEN EN TAPNT-PE/N/G/NC
bestaat de honkbal-afdeling 30 jaar. Honkballers, laten wij dan
zorgen voor een passend geschenk en elke wedstrijd spelen
onder de leus: Bij het 30-jarig bestaan ons honkbalteam weer
bovenaan
Wij kunnen ons niet herinneren, ooit een krachtmeting tus
sen de kopploeg en de hekkensluiter te hebben aanschouwd
als O.V.V.O.Ajax ditmaal was; buitengewoon spannend en
van uitstekend gehalte, al bleven enige fouten door de, grote
nervositeit niet uit. Beide werpers waren zeer goed op dreef.
Ajax ging het eerst aan slag, doch met een vangbal en
2x3 slag was succes niet voor ons weggelegd. Meyer opende
voor O.V.V.O. met een honkslag, doch hij ging uit doordat Los
na een klap van Altink het 2e honk eerder aanraakte. Toch
was het uit een speltechnisch oogpunt niet juist, dat onze
korte stop veiligheidshalve zelf het lot van Meyer bezegelde.
Had hij na het oprapen van de bal onmiddellijk naar 2e honk-
man Hordijk gegooid, dan zou deze nog tijd hebben gehad om
met een worp naar het le honk voor een dubbelspel te zorgen.
Na een tweetal fouten kwamen alle honken vol. Een lage bal
van Urbanus Sr. verdween rechtstreeks in de handschoen van
3e honkman Prins, die zijn honk meteen aanraakte om het
gevaar de kop in te drukken.
In de tweede inning namen de Kruislaan-mensen de leiding.
Wey hield de knuppel goed tegen de bal. Nadat pogingen van
Van der Walle en Rozendaal in die richting hadden gefaald,
mocht Regeling wandelen. Vervolgens diende Meyer zich met
een tweede tik aan. Een onzuivere aangooi van catcher Ter
Heide naar het 3e honk strafte Wey met een punt af. Vlak
hierna werd Altink uitgeschakeld.
Tot de 6e inning deden er zich geen opmerkelijke feiten
voor. Bosboom verkreeg, als eerste Ajacied, het recht het
le honk te bezetten, omdat hij gehinderd was. Zijn hierna vol
gende clubgenoten kwamen echter niet zo ver. Voor de gast
heren daarentegen scheen het tweede punt aanstaande, toen
werper Van Lobberegt na twee nullen en met Chr. Urbanus
op het 3e honk, aanstalten maakte om Van der Walle na diens
tik te doen sneuvelen, ofschoon laatstgenoemde het le honk
nagenoeg bereikt had. Met een meesterlijke schijnbeweging
wist Nico evenwel de aanvoerder der thuisclub in de luren te
leggen. In de 7e beurt naderde de spanning haar hoogtepunt.
Weliswaar kreeg Prins op de worpen van O.V.V.O.'s grote
troef geen vat, doch Neefjes mikte de bal prachtig in het
buitenveld. Doordat Rozendaal de hem toegeworpen bal liet
vallen, mocht „volle Neef" ook het 2e honk van dichtbij be
kijken. Ru Kok kon onverrichter zake de bank weer opzoeken.
Herre Kok spiegelde zich aan het voorbeeld van Neefjes en
verschafte daardoor laatstgenoemde de gelegenheid de gelijk
maker te scoren. Al wat Ajax was vatte weer moed. Een hit
van Ter Heide naar het 3e honk werd kundig verwerkt.
In de voorlaatste ronde raakte Hordijk de bal zodanig, dat
iedereen behalve de betrokken veldscheidsrechter hem
tijdig op het le kussen zag stappen. Dus niemand op de honken
en één speler uit. Wie zal zeggen, hoe het anders zou zijn
gelopen? Wel kreeg Bosboom een nul achter zijn naam, doch
zowel Van Lobberegt als Kraan, die intussen voor Jan Los
was ingevallen, slaagden er in een vrije loop af te dwingen.
Prins vermocht daarna niet zijn vroegere „slagvaardigheid"
te tonen. Evenals in de vorige inning, hield goed veldwerk der
onzen O.V.V.O. in bedwang. Het behoeft wel geen betoog, dat
bij het ingaan der laatste phase de zenuwen de overhand
kregen. Neefjes deponeerde de bal juist iets te dicht bij het
eerste honk. Korte stop Chr. Urbanus versperde R. Kok de
weg en Herre Kok liet de bal dalen in de handschoen van Re
geling, waarmede een streep onder het eerste klasserschap van
Ajax kon worden gezet. Niettemin bleef ons negental zich
met hand en tand verdedigen, te meer daar H.H.C. bij een
gelijk spel evenveel punten zou hebben als de club uit de
Indische buurt.
Is het een wonder, dat de harten van de aanwezige Haar
lemmers bonsden, toen een „skymaster" van de oudste Urba
nus terstond door Prins werd ingerekend? Onder luide aan
moedigingen van de O.V.V.O.-schare wist Wey een vrije loop
te forceren. Bij het verschijnen van de linkshandige pinch-
hitter Boersma, verplaatsten onze binnenvelders zich uiteraard
iets naar rechts, doch deze speler sloeg juist daar, waar onze
korte stop even te voren was opgesteld. Kraan greep de bal
wel, doch moest hem weer loslaten. Had André del bal inder
daad gevangen, dan zou het hem geen moeite hebben gekost
met een dubbelspel de wedstrijd te besluiten. Nu liet Boersma
zich onmiddellijk door een snellere loper vervangen. Inmiddels
had Wey zich van het 3e honk meester gemaakt. Een harde