VERHOOGT thans UW RANTSOEN met COKES! Brandsionenhandel Slechts 15 cent duurder per H.L. BuPffCPS CD Hageman Govert Flinckstraat 336 - Tel. 24613 - Amsterdam-Z. deuntje meebliezen en Gerrit Beumer zich door vele moeilijk heden heen sloeg, bovendien ook Stoffelen van stond af aan de koe stevig bij de horens vatte, kregen de blauw-witten geen, wat men noemt, daverende kansen. Ook aan de andere kant hingen de kansen niet als druiven trossen aan de rank. Er waren er enkele, die Drager, Brok- mann en Michels trachtten te realiseren, maar, öf zij zochten het doel, waar het beslist niet stond, of de Heerenveenster doelman hield er een bezwerende hand voor. Gé van Dijk, die de eerste minuten aardig draaide, raakte toen ineens van slag af, wat betekende, dat het bij ons op de linkervleugel niet meer vlotten wilde. We zakten wat af, met gevolg, een sterk aanvallend Heerenveen. Er kwamen in de buurt van ons doel situaties voor, die bepaald penibel waren en de harten der blauw-wit supporters sneller deden kloppen. Een doelpunt leek binnen het bereik van hun favorieten en misschien eerder dan zij verwachten, viel het schot, dat hen deed opveren. Na een afgeslagen aanval kwam de bal terecht in een ruimte, waar geen Ajacied stond. Wel de Heerenveen-speler Jonkman die meteen de bal onder controle had en van verre afstand het ronde geval langs v. d. Pol dreunde. Dat was dus 01 voor de Friezen, die, begrijpelijkerwijze, hun vreugde niet onder stoelen of banken staken. Niet ontmoedigd, speelden Stoffelen en zijn mannen verder, doch geen moment bereikte het spel van onze jongens de hoogte, als bijvoorbeeld tegen H.B.S. Wel kwamen zij vaak genoeg in de buurt van Veenstra, maar gevaarlijk waren zij slechts zelden. De voorhoede van Heerenveen des te meer. Steeds ging de bal naar speerpunt Brandsma, die als een jachthond het bruine geval nazette, maar steevast v. d. Hart op zijn weg vond en dan tot de ontdekking kwam, dat Cor nu ook niet bepaald een jongen is, die zich zo maar van de sokken laat lopen. Onze spil bleef de baas en verzuimde daarbij niet, met stevige trappen opruiming te houden. Zonder reden tot juichen haalden we de rust, waarin iedereen het met iedereen eens was, dat de mannen uit het heitelan hun voorsprong ver dienden en onze kansen wel niet verkeken waren, maar toch laag genoteerd stonden. Voetbal is echter een raar spelletje, daar zijn we het zo langzamerhand allemaal over eens en dat een match pas verloren is als de laatste fluitsolo heeft geklonken, is ook geen nieuw evangelie. Michels dacht er natuurlijk precies zo over en begon dingen te doen, die ver dacht veel naar doelpunten riekten. Ach, U kent dat wel van hem. Van die korte, driftige dribbles, van die uitgekookte kopballetjes en van die pittige, flitsende schoten. Ze kwamen; van zijn voet en van zijn hoofd. In het begin sorteerden ze nog geen doeltreffend effect, dreigden alleen; maar toen 't was al vèr in de tweede helft Los een erg kalm doende Fries de bal voor z'n neus wegkaapte en in razende ren naar Veenstra spurtte, kwam dan het moment van Michels. Hij had gezien wat er ging gebeuren, was, toen Los' voorzet naar het Heerenveen-doel zeilde, op het juiste ogenblik ter plaatse en sloeg met zijn hoofd de bal naar Brokmann, die de knikker meteen over de pet van de verbouwereerde Veenstra onder de lat kogelde (11). Friesland lag uit het lood en Ajax voelde, dat het kon en vond het verstandig om meteen door te gaan. De combinaties tussen Van Dijk en Drager werden weer soepel, Guus draafde steeds sneller langs het lijntje en aan de overzijde ratelde het applaus ten faveure van MichelsLos. Heerenveen kwam in de Ajax-greep, sloeg wanhopig terug, bracht het wel tot Stoffelen, Van der Hart en v. d. Hoeven, die zichzelf teruggevonden had, maar verder kwamen de mannen van us Abe niet. Ook al niet, doordat Potharst zich bij onze halflinie had aangesloten. Steeds dirigeerde dit viertal de bal naar het blauw-witte doel, waar, tien minuten voor het einde, Michels het gat vond, dat plaats liet voor een vol treffer. Nou, toen was het bekeken (21). Abe dacht nog even link te zijn door rap naar de voorhoede te verhuizen, doch deze omzetting had weinig of geen betekenis met betrekking tot de uitslag. Die stond reeds geschreven. Met 21 kwam dus onze eerste overwinning in het tournooi der kampioenen. Vraagt men ons, was zij verdiend, dan moeten wij die vraag met, neen, beantwoorden. Een gelijk spel was o.i. een ruime beloning geweest. Maar, zoals reeds gezegd, voetbal is een heel raar spelletje en onze eerste onverdiende nederlaag is lang, heel lang geleden reeds geschiedenis geworden. Aldus naar waarheid opgetekend, 2 April 1950. Deurwaarder, vol gende zaak, 23 April a.s. te Enschede. Enschedese BoysAjax 02. Van der Pol, Potharst, Beumer en Van der Hart in topvorm, een doelpunt van Los en één van Fischer, ziedaar de grond slagen van onze twee nul overwinning op de Boys uit Enschede. Het zag er de eerste twintig minuten niet naar uit, dat onze tweede zege in de kampioensronde een feit zou wor den. Immers, de Enschede-ers waren in sneltreinvaart gestart, brachten de bal met harde lange trappen naar ons doel, waar Van der Pol maar meteen naar kon gaan grijpen. Hij deed het goed en afdoende, doch zou toch de bal een paar maal uit zijn net hebben moeten halen, als een Boys-speler met vreselijke haast, een gapend doel niet over het hoofd had gezien. Over zoveel sympathie voor onze doelman mochten we natuurlijk niet mopperen. Los deed het in geen geval, vond het zelfs zo charmant, dat hij ineens langs de Enschedese defensie stoof en de bal in het net joeg. (01). Of de groen-witten, op hun beurt, dat nou ook zo leuk vonden, laten we in het midden. Die grap van Los gebeurde echter pas drie minuten voor de rust, zodat de tijd, die lag tussen het Boys-offensief en de goal van onze rechtsbuiten, door beide partijen in heftige duels be steed is kunnen worden. Dat is inderdaad gebeurd, waarbij de Enschede-ers de meeste- en de beste kansen kregen. De hard heid van hun schoten was meer dan voldoende, maar hun rich- tingsgevoel kreeg een cijfer, dat een schooljongen niet graag op zijn rapport heeft. Van der Pol echter, kon zijn rapport over deze eerste uit-kampioenschapswedstrijd, juichend boven zijn vechtpet zwaaien. Hij deed soms niet van geluk gespeend heel knappe en moedige dingen en voorkwam met „er-een- been-of-een-heup-voorzetten", dat de Boys-supporters op hun hoofd gingen staan. En wat deed onze voorhoede in die pe riode, zult U misschien vragen. Wel, dat was nu niet direct een stuk voetbal „uit-die-goeie-oude-tijd". Fischer speelde voor Drager, wat op de linkerkant van een voetbalveld, beslist uit elkander te houden is. Bruins trad op voor Van Dijk, wat even eens met analogie niets te maken heeft, waarmede we maar zeggen willen, dat Enschede een linksboffie had. De twee G's probeerden het op de manier, die de afwezige andere twee G's maar zelden preferen, wat voor Brokmann de zaak niet dui delijker maakte. Michels, die zijn partner Los meestal ver ach ter zich wist, ging toen maar lange dribbles produceren, waar op tenslotte een derde of vierde Enschede-er wel een antwoord had. En als we er dan nog verder bijvertellen, dat een paar schoten van Bruins over de lat vlogen, Michels door talmen een kans verloren zag gaan, weet U zo ongeveer waarom het tot vlak voor halftime moest duren, eer Los in vrolijke stem ming naar de middenlijn terug kon rennen. Onmiddellijk na de rust kwam Enschede bij Van der Pol, die een doublet uit zijn doel mocht houden, waarmede onze doel man nogal moeite had, maar dit karwei toch succesvol op knapte. Stoffelen vond het toen hoog tijd worden om Fischer eens heel hard te laten tippelen. Gerrit trapte erin, draafde op ouderwetse Fischer-manier naar doelman Koper, die onder delen van seconden later het geluid hoorde van een bal, zich zengende aan touwwerk. Dat was dus twee nul en de genade klap voor een ontgoocheld Enschede. Onze ploeg kon gaan bor duren en weven. U weet wel, van die mooie figuren uit het boekje voetbalpatronen. Van der Hoeven en Stoffelen, die voor de rust niet zo erg zuiver op elkander waren afgestemd, zet ten de eerste steken op en ons aanvalsquintet maakte het werk af, of beter half af. De franje werd vergeten en zo bleef het bij 0—2. Een uitslag, die in de laatste minuten nog in ge vaar kwam, doordat de Enschedese Boys het nog even gingen proberen. Van der Pol hield al plukkende en duikende zijn doel schoon, waarbij Potharst, Beumer en Van der Hart natuurlijk niet stonden toe te kijken. Zonder tegenpunten kwamen we er onder uit, wat onze collega's uit de kampioenscompetitie deze Zondag niet konden beweren, hetgeen het standenlijstje dui delijk aangeeft. Twee gespeeld, twee gewonnen; hallo, mannen, er zit perspectief in. Zondag a.s. komt onze naaste buur Blauw wit. Hoe denken jullie er over? BROWN.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1950 | | pagina 5