WEEK EEN AJAX-KAMPIOENSFEEST OP HOUTRUST. Natuurlijk ben ik naar H.B.S.Ajax geweest. Waarom zou ik niet? Als je pas medeplichtig bent geweest aan een gedenkboek dat op 16 Maart kant en klaar moet wezen en waarvan in begin Februari nog niet één vorm gedraaid is, heb je toch geen last van zenuwen meer. Zelfs het gezeur van de heren Truman en Stalin wie de beste bom heeft, kan je niet meer bommen. En al die verhalen van de pessimisten over de keren, dat H.B.S. onze kampioenskansen in diggelen gooiden, konden nin zielerust niet ver storen, óók al niet omdat ze onjuist waren. De 00 in 1918? Goed, het was n zenuwen wedstrijd, maar we werden er tóch ongeslagen kampioen mee. In 1936 klopten we H.B.S. met 52 en werden kampioen en de nederlaag in 1932 betekende alleen maar uitstel want onze positie aan het hoofd van de ranglijst was toen reeds onaantastbaar. En voor H.B.S. van vandaag de dag was ik niet benauwd. Niet dat ik de voetbalvaardigheid der Haagse voetbal ploeg onderschat het is n.b. een „goud-gerande waarde", maar een elftal met offensieve geest is niet van het speltype dat ons de meeste kopzorg baart. De ploegen, die met een acht-mans verdediging permanent hun straf schopgebied overbevolken, die zijn het, die ons de dampen aandoen. Dit afbraak-voetbal speelt H.B.S. niet, dat zou trouwens ook niet verstan dig zijn, want de kracht der zwartjes ligt in hun aanval die een intelli gente partij speelt, snel en schotvaardig. Zo zat ik dus op de 12e Maart in alle rust op Houtrust en aan schouwde het gemiste hoofdstuk voor ons gedenkboek. V begrijpt zeker wel, dat al die afgelaste en uitgestelde wedstrijden van de eerste maanden van 1950 even vele nagelen aan m'n doodkist zijn geweest. Van de acht wedstrijd-Zondagen, die Januari en Februari opleverden, werden er maar drie benut en ik arme Ajax-geschied- schrijver zat met de brokken! Maar ik had de genoegdoening, dat het toen op 12 Maart toch ging gebeuren, al was het te laat om in „Het" boek geregistreerd te worden. Wéér stormde het, dat deed het in alle uilwedstrijden, die ik gezien heb, S.V.V., R.C.H., Xerxes en nu bij H.B.S. En wéér moesten onze jongens vóór de rust tegen de storm optornen en wéér deden ze dat op uitstekende wijze. Knap positiespel met de bal laag langs de grond. Ik zal U geen verhaal van de wedstrijd zelf meer vertellen, dat heeft m'n vriend de Bruyn al in het vorige nummer gedaan. Maar wel wil ik hier met de pen een eresaluut brengen aan Joop Stoffelen en z'n man nen, die tot mijn grote vreugde het 16e afdelingskampioenschap nog juist voor ons gouden feest wisten te plukken. Eerlijk gezegdhet was een pak van mijn hart, want fuiven en voet ballen gaat slecht samen en wij, die nogal eens in de Ajax-machine- kamer keken, wisten dat met het steeds meer dichterbij komen van het gouden feest, de Ajax-machine reeds weken op zeer hoge toeren liep en dat er van velen, waaronder de spelers, die èn in het eerste èn in de revue speelden, véél meer gevergd werd dan redelijk en eigenlijk zelfs mogelijk was. Maar met de buit binnen konden we zonder zorg kopje onder gaan in de feest-roes. DE PERS EN AJAX. De aandacht, die „De Koningin der Aarde" aan onze vijf tig-jarige gewijd heeft, was niet gering. Vrijwel alle facetten van ons feest; feestvergadering receptie tentoonstelling revue en gedenk boek, zijn door de diverse dagbladen uitvoerig en vaak met grote opmaak onder de aandacht van het publiek gebracht. Van de vele grote koppen, die onze voornaamste dagbladen aan de Ajax-feesten wijdden, hebben we er een aantal samengevoegd, die U verderop in dit nummer zult aantreffen. En als amateur-journalist maken we een beleefde en dankbare buiging naar de „Grote Broers", die aan ons Ajax zoveel waarderende woorden hebben gewijd. H.B.S.AJAX Een vrije schop van Stoffelen stuit af op een .muurtje" van H.B.S.-verdedigers.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1950 | | pagina 11