4
AjaxD.W.S. 1—0.
Dat de match tegen de blauw-zwarten uit de Spaarndam-
merbuurt geen walk-over zou worden, lag voor de hand, maar
dat captain Stoffelen en zijn teamgenoten het zo moeilijk
zouden krijgen, de twee punten binnen te halen, hadden we
niet verwacht. De eerste tien minuten leek het daar dan ook
helemaal niet op, want met snelle aanvallen, zowel over links
als over rechts, had het er alle schijn van, dat we op stap
gingen winnen. Bruins stond, na enkele afgeslagen Ajax-
doorbraken, plots op enige meters afstand van doelman
Richter. De klap tegen de staander, moet de D.W.S.-goalie
als muziek in de oren hebben geklonken. Gé van Dijk bezorgde
hem kort daarop een benauwd moment, maar Richter had het
geluk, dat een goalkeeper nu eenmaal moet hebben. Hij zwijn
de opvallend. Zo ging het nog even door. We zagen Drager
razend snel langs het lijntje gaan, Stoffelen en Van der Hoeven
heel soepel over het veld manoeuvreren en Los met rappe,
driftige passen langs zijn tegenstanders glippen. Kil bleef
echter Kil. Zijn rossige kuif dook overal op, kilde een bal,
die Michels in de doelhoek wilde hebben, waar Richter niet
stond en gooide z'n stevige body naar een voorzet, die Van
Dijk eens even in vol plané op z'n slof zou nemen. Die voor
stelling ging niet door; de uit balans gebrachte Gé kwam een
paar losse centimenters te kort, de uit de koers geraakte bal
alsnog langs Richter te jagen. Weer mocht de blauw-zwarte
doelman zich de handen wrijven, wat Van der Pol hem luttele
seconden later na kon doen. Bulder, D.W.S.' actieve links
buiten, zag plotseling de bal voor zijn voeten waaien, zag
eveneens, dat de weg naar ons doel vrij was en deed, wat
iedere D.W.S.-aanhanger van hem verlangde; hard, heel hard
lopend op Van der Pol afgaan. Potharst kwam te laat om hem
de weg af te snijden, maar bereikte toch, dat Bulder op be
hoorlijke afstand zijn schot moest afvuren. Hij deed het; kei
hard en hoog ging de bal naar de bovenhoek. Van der Pol
deed een noodsprong, wist een open hand er voor te houden
en via de paal vloog het bruine geval de verkeerde voor
D.W.S. dan altijd kant op. Keepers geluk tot en met. Maar
blauw-zwart had het lek gevonden, drong onstuimig op en
sloeg het zelfvertrouwen van onze jongens radicaal aan dig
gelen. Het soms zo soepel draaiende raderwerk was kaduc en
D.W.S. liet geen tijd voor reparatie. Het regende corners op
ons doel, waarbij de D.W.S.-ers duidelijk lieten uitkomen, hoe
het komt, dat zij in de hoek zitten, waar uiteindelijk de klap
pen zullen vallen. Een vrijwel machteloze voorhoede, die van
schieten maar heel weinig kaas heeft gegeten. Een half uur
lang werd zij door de uitstekend spelende Fanger en Wiertz
naar ons doel gejaagd, waar Jan Potharst liet zien, dat hij de
oranje trui niet aan een uitgooier te danken heeft. Jan speelde
weer perfect en dat we de rust zonder kleerscheuren haalden,
komt voor een heel groot gedeelte op zijn conto. Even voor
halftime vond ons team de weg terug. Drager kwam vlak bij
Richter, die echter, geassisteerd door Kil, zijn club van een
achterstand redde, waarbij Van Dijk, door naast te schieten,
een handje hielp. Toen was het tijd om de theepot leeg te
schenken.
Nauwelijks zaten we weer opgepakt, of Michels schepte er
behagen in, de deklat van de paal te schieten, wat natuurlijk
niet gelukte. In ieder geval viel er uit te distilleren, dat onze
jongens nog iets in petto hadden. Lang lieten zij ons dan ook
niet in het onzekere. De D.W.S.-achterhoede kreeg het druk
ker, dan haar lief was, hield zich staande en zou dat de
resterende tijd misschien ook gedaan hebben, als Van der Pol
de mannen uit de polder niet een zeker schijnend doelpunt had
onthouden. Uit een verwoede D.W.S.-aanval onstond voor ons
doel een zeer verwarde situatie, die Ravensbergen afronde,
door van enkele meters afstand keihard in te kogelen. Precies
in de maag van v. d. Pol, die met een wanhoops-greep het leer
in zijn macht kreeg. Hij redde er voor ons de match mee.
Het was de laatste serieuze kans, die D.W.S. kreeg. Onze
ploeg stond geen kansen meer toe, omdat een doelpunt van
Michels, het nemen van enig risico overbodig had gemaakt.
Dat doelpunt ontstond een kwartier na de rust. Guus had de
bal snel opgebracht, gaf op het juiste moment de voorzet,
waarnaar iedere binnenspeler staat te snakken en toen was
het gebeurd. Michels' daverende kopbal betekende de genade
klap voor blauw-zwart. Even beten Kil, die naar de voorhoede
was verhuisd, en zijn makkers nog fel van zich af, zeilde een
hoge voorzet, die v. d. Pol verkeerd beoordeelde, adembene
mend langs ons doel, hield Stoffelen's borstkas een dreunend
schot tegen, maar het waren de laatste wanhoops-pogingen
van een geslagen ploeg. De resterende tijd was voor ons team,
Richter hield er echter alles uit en zo kwam het einde met
een magere, maar kostbare overwinning. Een overwinning op
een ploeg, die over een zeer sterke achterhoede beschikt, in
Fanger een elegante voetballer en Wiertz een paar
prima halfbacks heeft, doch met een voorhoede uitkomt, die
doelpunten maken beslist niet op haar repertoire heeft staan.
Jammer voor de sympathieke D.W.S.-ers, die, zoals te doen
gebruikelijk, weer een zeer sportief spelletje brachten. Naar
onze bescheiden mening behoeven de mannen van voorzitter
De Bruyne niet te wanhopen en zullen zij zich uiteindelijk wel
redden. Come on, D.W.S.-ers, zet de schouders er nog eens
extra onder!
XerxesAjax 02.
Collega Desmit trok met het eerste elftal naar Xerxes en
geeft onderstaand zijn visie op deze onpleizierige match.
Onaangenaam en grimmig als de Noorderstorm, die ons op
de tribunes deed huiveren, was deze wedstrijd. En ook onbe
grijpelijk, want waarom moest de reeks prettige en sportieve
wedstrijden, die we tegen Xerxes gespeeld hebben, zó onder
broken worden. Onwillekeurig vliegen de gedachten terug
naar het voorgaande duel, twee seizoenen geleden, waarbij
voor beide partijen de laatste kampioenskans op het spel
stond. Een strijd, die prettig en sportief tot het einde gestre
den werd en waarbij Faas Wilkes, vijf minuten voor het einde,
met een juweel van een goal onze laatste kampioenskans aan
diggelen schoot. Fischer rende spontaan naar Wilkes toe, om
hem geluk te wensen. Diezelfde Fischer, die nu bij elke trap,
die hij deed, gehoond werd door het publiek. Misschien wel het
zelfde publiek, dat twee jaar geleden Fischer's spontane en
sportieve reactie met applaus beloonde.
Er mogen dan enkele spelers geweest zijn, die geen tien
voor goed gedrag verdienden op deze Februari-dag, ik zou
niet weten, welk cijfer dit publiek toekwam. En ook het cijfer
voor de scheidsrechter zou aan de lage kant moeten zijn, al is
dit voor de spelers geen excuus. Men moet „heer in het voet-
balverkeer" kunnen blijven, desnoods zónder verkeersagent!
Wanneer en hoe de onaangename verstandhouding ont
staan en gegroeid is, valt van buiten de lijnen moeilijk na te
gaan en misschien zelfs niet binnen de krijtstrepen. Maar een
feit was, dat reeds na een half uur spelen, de wedstrijd grim
mig werd, met als „top" het incident tussen Cor v. d. Hart
en een Xerxaan, waarbij de laatste het meest over de schreef
ging, hetgeen zich in de tweede helft, maar dan omgekeerd,
zou herhalen. Cor deed hier dom en verkeerd, dat weet hij
trouwens zelf wel en hij heeft maar één excuus, al is dat be
langrijk, n.l. dat hij nog jong is. Maar, Cor, dit excuus ver
mindert elke 24 uur in waarde, want steeds wordt je een dagje
ouder en dat moet in evenredigheid verstandiger.
Hoe dan ook, zullen besturen en spelers van beide clubs
moeten zorgen, dat de komende AjaxXerxes-wedstrijden
zich weer zullen bewegen binnen de banen van vriendschap
en sportiviteit, die er van oudsher kenmerkend voor waren.
En ik ben er van overtuigd, dat dit inderdaad zal gebeuren,
want in beide kampen betreurt men het voorgevallene.
Van voetbal-standpunt bekeken, gaf ons elftal vóór de rust
een zeer goede prestatie te zien en was, ondanks de storm
tegen, zeker een klasse beter dan de Xerxes-ploeg.
Weliswaar stond onze verdediging dikwijls onder zware
druk, doch dat kwam meer op rekening van de storm, die elke
bal, die in de richting van ons doel getrapt werd, orkaan-vaart
gaf, dan op de voetbal-vaardigheid van de Rotterdammers.
Telkens werd onze voorhoede door goed vlak spel en dito
passes van achterhoede en halflinie, in actie gebracht en dan
dreigde steeds groot gevaar voor v. d. Peppel's doel. Een 30
voorsprong met de rust zou zeker niet onverdiend geweest zijn
en verkregen ook, als de heer Twisterling niet twee goede
doelpunten afgekeurd had. Vooral de tweede geannuleerde