.WEDSTBUD VEBfLAQEN Tot ons genoegen zijn er weer twee ,,Ajax-schrijvers" bij gekomen. Fox en A.K. hebben de laatste verrichtingen van hun elftallen op papier vastgelegd, waarvoor onze dank. En nu maar volhouden, vrienden. AJAX 2. Na vier Zondagen niet te hebben gevoetbald, ging het tweede op 19 Februari naar de Zaan, om Z.F.C. 2 te verslaan. Deze zeer zware wedstrijd werd een alleszins verdiende 02 over winning, vooral dank zij het geweldig enthousiasme en de overgave, waarmee werd gespeeld. Hoewel Z.F.C. qua voetbal de mindere was van Ajax, wist het bijna 2000-koppige publiek de Z.F.C.-spelers zodanig aan te vuren, dat deze spelers niet zozeer het vuur, dan wel hun kicksen na- en ook wel aan de schenen van onze jongens wisten te leggen. De Ajacieden waren zich echter ten volle bewust van het gevaar van zulk een Zaanse heksenketel. De verdediging en middenlinie, met Leentvaar en Looyen aan het hoofd, wisten de Z.F.C.-aan vallen echter resoluut af te slaan. Geleidelijk -verhoogde Ajax het tempo en toen de voorhoede ook op volle toeren draaide, ontstonden er zoveel gevaarlijke situaties voor het Zaanse doel, dat het meer Ajax-ongeluk, dan Z.F.C.-voetbal wijsheid was, dat de score met de rust nog dubbelblank was. Na halftime konden noch de elf Z.F.C.-ers, noch de Zaanse supporters er ook maar iets aan doen, dat rood-wit in de meerderheid kwam. Toen Bungert op acrobatische wijze twee Z.F.C.-ers omspeelde en juist van plan was, om op drie meter van de goal een doelpunt te scoren, werd Egon op een waarlijk om een penalty schreeuwende Wijze in de Zaanse klei gedrukt. Karei ter Horst dreunde de bal zo hard onder de lat, dat de Z.F.C.-keeper de bal pas zag, toen het al 10 voor ons was. Niettegenstaande kunst- en vliegwerk van de Z.F.C.-ers, bleef Ajax sterker en wist Leeser, na een goede pass van de weer opvallend goed spelende Andriessen, langs ,door en over enkele Z.F.C.-ers te dribbelen en met een zeer hoogstaande schuiver zulk een goed doelpunt te scoren, dat het een ogen blik doodstil om het veld was, zo waren de Zaandammers namelijk onder de indruk van de voetbaldaden van onze vleugelman. Jammer genoeg, probeerde Rolf, hoe goed overi gens ook bedoeld, dit spelletje te veel te herhalen, waardoor hij vaak zijn beter tot scoren gereedstae.nde collega's kansen ontnam. Lambreghts scheen bijvoorbeeld vaak het plan te hebben, een doelpunt te maken en „beoogde" Ger echt Chris telijk, de bal achter de Zaanse doelman te lepelen. Helaas gelukte het deze beide, ondanks hun grote ijver, niet te scoren. Het laatste kwartier van de wedstrijd probeerden de Zaan- kanters nog ons doel en, naar het scheen, ook onze spelers te willen doorboren, maar de verdediging gaf geen krimp. Vooral Van Mourik wist, hoewel een opgelopen pijnlijke kopstoot hem erg hinderde, dapper stand te houden, evenals zijn collega's, van wie Looyen en Boskamp zeer solide speelden. Door uitstekende teamgeest en wellicht ook een heel klein beetje door de in het veld gebruikte slagzin: „Zwijgen en handelen", werd deze strijd gewonnen. Dat na afloop in de kleedkamers de koude douche als een heerlijk Turks bad werd'beschouwd en de Ajax-mars uit blijde Ajax-borsten werd gezongen, zult U wel willen aannemen van schrijver dezes, die U dankt voor Uw aandacht, geschonken aan dit verhaaltje. Op 26 Februari ging het tweede naar K.F.C. 2. Op een veld, dat door de sneeuwbui en een wedstrijd, die er even te voren op hadden gewoed, op vele plaatsen een modderpoel geleek, werd om 2.30 uur begonnen. De tweedelingen konden al gauw aan hun modderschoenen voelen, dat er winst uit deze wed strijd gehaald kon worden. Maar het kostte toch nog heel wat zweet- en modderdruppels, voor dit Koogse koggetje gekraakt was. Het bleek duidelijk, dat bij Ajax achter weer alles potdicht was. Daarvoor zorgde vooral Looyen, die goed geassisteerd door v. Mourik en Boskamp, een prima partij stond te spillen. Het weinige, dat deze drie musketiers moesten laten passeren, geraakte veilig in handen van onze uitstekende achterhoede-dirigent en goalie, Bep Leentvaar. De beide halfs, Andriessen en linker-collega speelden zowel hun verdedigende rol als hun taak als „voedsters" zo goed, dat het niet te verwonderen was, dat K.F.C. niet gemakkelijk tot scoren kwam. Ajax was, wat men noemt, over alle linies sterker en de voorhoede wist door goede combinities het Koogse doel zwaar te belegeren. Helaas bleef de stand langer dan nodig was 00, doordat de afwerking van onze aanvallen wat te slap en de modder voor de K.F.C.-goal wat te sterk bleek. Toch gelukte het ons nog voor de rust, toen tegen een zware wind in werd gespeeld, een 10 voorsprong te nemen. Uit een mooie voorzet van de goed, doch te individueel spelende Leeser, kopte captain Karei ter Horst juist tegen de lat. Terwijl Lambreghts echter de keeper tactisch en reglementair in de uitoefening van zijn functie hinderde, knikte Karei nogmaals en nu iets lager, precies in de bovenhoek. Behalve de traditionele strubbelingen met enige Koogse spelers, kwam de rust, zonder dat er verder erg opwindende dingen waren geweest. Na halftime, met een orkaantje mee, kon de Ajax-voorhoede ei' lustig op los schieten, zodat het alleen maar een kwestie was van „hoe" en „hoe vaak" onze forwards zouden scoren. Het werd 14. Taylor wist, na een voorzet van Ter Horst, uit moeilijke positie met een prachtige zweefduik een magnifiek doelpunt te scoren. Zo mooi, als waarschijnlijk ook in Engeland nooit eerder werd vertoond, zodat wij moeten aannemen, dat Ken dit hier van ons in Holland heeft geleerd. Bungert wist verder echt Bungert-achtig tweemaal te doelpunten, d.w.z. met van die verdraaid harde dreunen, dat de keepers meestal meer uit eerbied, nood en zelfverdediging gaan liggen, dan om zijn atoomschoten te stoppen. Dat K.F.C. een tegenpunt fabriceerde, konden onze jongens werkelijk niet helpen. Leentvaar had namelijk keurig een mod- derschuiver uit zijn doel geslagen, doch de bal ketste van de paal het veld weer in. Bep lag echter zo in de modder vast gezogen, dat de bal al weer achter hem in het net lag, toen hij met vereende krachten op zijn veerkrachtige benen werd geholpen. Zoals U bemerkt, al met al een verdiende overwinning, waarbij nog eens het bewijs werd bevestigd, dat het tweede de overwinningen niet slechts behaalt door enthousiasme en goede teamgeest, maar vooral ook door knap voetbal. Mijn liefje, mijn Ajax wat wilt U nog meer. Zij nog vermeld, dat de kietelende massage van masseur- linesman Hendrik Smit, enige van onze spelers zeer goed gedaan scheen te hebben, terwijl het de spelers in het veld een geruststelling was, dat Wim Stóffelen erbuiten stond, ge wapend met een spons en een vochtige binnenbal, om eventuele slachtoffers direct uit hun lijden te helpen. FOX. VAN HET ZESDE. In de eerste wedstrijden van deze competitie kon het zesde elftal slechts een gering aantal winstpunten in de wacht slepen. Nederlagen en gelijke spelen waren zijn deel. Des te verheugender was het verschijnsel, dat de ware Ajax-school zich ook in dit elftal niet verloochende: het boekte de ene over winning na de andere en met duidelijke cijfers! 12 Februari: Ajax 6—R.K.V.I.C. 2 8—4. In deze wedstrijd tegen onze naaste concurrent bleek reeds, spoedig, nadat onze voorhoede in 6 minuten tijds drie vlotte doelpunten scoorde, dat de volle buit naar Ajax ging. Geleidelijk werd de score opgevoerd met nog vijf doelpun ten, waarbij Otto Beem topscorer werd. Ook Jan Kuiper en de snelle Visser hadden een groot deel in deze overwinning. Enige misverstanden in onze verdediging, die zich overigens goed van haar taak kweet, veroorzaakten enige tegenpunten. 19 Februari: V.V.A. 4Ajax 6 05. Door deze wedstrijd te winnen liepen we onze één punt ach terstand op V.V.A. 4 in. De gehele wedstrijd waren we tech nisch de meerdere. Vooral Eddy Keizer zette de voorhoede met goede passes aan het werk, waaruit een hoge voorzet van linksbuiten Klein volgde, die Jan Kuiper met een scherp schot in het eerste doelpunt omzette. De doelpunten kwamen nu regelmatig uit onze grage voetbalschoenen. Onze sterke achterhoede met aan het hoofd Ben Ras en Dick Klopper, die goede steun ondervonden van de Engelsman Eric Preston en Wim Wepner, kon de nul handhaven. Tevens een pluim voor Massing-Holstein, die menige aanval van onze tegenstanders in de kiem smoorde. A. K.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1950 | | pagina 12