Nog iets over Engeland-Holland
10
Joop Stoffelen is, op verzoek van de clubblad-redactie, achter zijn
schrijfmachine gaan zitten, om de Ajax-familie (en velen daarbuiten,
want ons blaadje is zelfs uitgegroeid tot een vette kluif voor beroeps
journalisten, die er stof uit putten om hun kolommen te vullen, wat
wij hen gaarne gunnen), eens precies te vertellen, wat er alzo met de
Nederlands-elftal-club op reis valt te beleven. Aan Joop onze dank voor
het artikel en de hulp, het „Ajax-Nieuws" nog interessanter te maken.
Hier komt dan het verhaal van onze captain van het eerste elftal.
Wat een deining is er niet over deze wedstrijd geweest en
hoe werden diegenen niet beklaagd, die dan toch eigenlijk
maar als „onvolwaardigen" naar de overkant werden gestuurd
om daar van de Engelse leermeesters een pak op hun voetbal
pantalon te krijgen, zoals ze hun leven lang nog niet gehad
hadden. Welk een critiek is er niet geweest op de K.N.V.B.,
die toch wel helemaal gek moest zijn om deze wedstrijd door
gang te doen vinden en daarmede het kleine beetje voetbal-
naam, dat we nog hadden, te grabbel te gooien. Hoe werd de
K.C. niet beschimpt en becritiseerd om zo'n' elftal samen te
stellen en o.a. nota bene de beste voetballer aller tijden thuis
te laten. De critiek op één en ander was inderdaad niet van
de lucht en iedereen had een bemoedigend woord over voor de
slachtoffers in de vorm van: „Als het 60 wordt, dan valt het
best mee."
Maar iedereen, die dan zo spotte en hoonde, zo becritiseerde,
was dan zeker het nuchtere feit vergeten, dat wij slechts
amateurs zijn, die graag iets willen leren en daarom de uitslag
niet tellen, maar het doel alleen!!
Want hoe blij en trots waren niet zij, die uitverkoren werden
om deze leerzame en interessante trip mee te maken. Blij, om
dat zij in de gelegenheid waren, iets te leren en trots, omdat
zij uitverkoren waren hun land te vertegenwoordigen in een
wedstrijd tegen de beste voetballers ter wereld! Bovendien
dankbaar tegenover de bond, die, ondanks de betweters, de
euvele moed had, hen in de gelegenheid te stellen deze les op
voetbalgebied te krijgen.
Zo brak eindelijk de lang verwachte dag van het vertrek
aan: gesteund door en nog vol van de moed gevende voor
spellingen, kwam het gezelschap in Hoek van Holland bijeen,
waar de laatste injectie kwam in de vorm van een vraag van
één der douanebeambten: Ik moet mijn voetbalpool nog invul
len, wat zal ik zetten, 60 of 70? Waarop Kees Rijvers
snedig antwoordde en de man verder geen woord gunde: Zet
maar 100, dan kom je in de richting!
Niettemin werd vol goede moed en met veel plezier de reis
aanvaard, alhoewel dat plezier vrij spoedig verging, toen
bleek, dat een boot rare capriolen kan maken. Nagenoeg allen
waren ziek en diegenen, die niet ziek waren, werden dit wel bij
het aanschouwen der vele offers, die aan de zee gebracht
werden. Een leuk moment was nog, toen Clavan met veel
bravour zei, doelende op de minder gunstige gelaatskleur van
trainer v. d. Leek: „Nou, die ziet er ook best uit", om even
later zelf over de reling te hangen.
We zijn uiteindelijk toch goed in Harwich aangekomen en
zonder moeilijkheden met de douane, konden we in de trein
stappen, die ons in ca. anderhalf uur naar Londen bracht,
waar we omstreeks 8 uur arriveerden. Hier werden we op
gewacht door een legertje persfotografen, die ons in alle
standen wilden fotograferen. Het leek net echt! Veder waren
ter begroeting aanwezig de bestuursleden van de Engelse
voetbalbond, met aan het hoofd Sir Stanley Rous. Na de
diverse plichtplegingen, snel per bus naar het hotel, waar we
ons een weinig hebben opgeknapt en toen zo vlug mogelijk aan
tafel om onze magen, die door de offerpartijen zo zeer geleden
hadden, weer enigszins gevuld te krijgen. Dit kon wonderwel
geschieden, want ondanks het feit, dat in Engeland nog een
massa levensmiddelen op de bon zijn, konden wij behoorlijk
ons portie krijgen. De bond was namelijk zo verstandig ge
weest, kamers te reserveren in een door Hollanders beheerd
hotel, waar we ook nog diverse landgenoten aantroffen. En
aangezien Hollanders en eten synoniem zijn, kunt U zich wel
voorstellen, dat het dik in orde was.
Na het kopje koffie was het zo'n beetje bedtijd geworden en
zochten we onze kamers op. Bepaald geluidloos ging het wel
niet ,maar het duurde toch niet erg lang, of iedereen sliep,
want de volgende dag wachtte ons een treinreis van ca. 5 uur
naar Newcastle.
Diegenen, die de volgende dag nu niet bepaald het eerst er
uit waren, wachtte nog een aardige verrassing. Eén van de
vluggerds had namelijk de aardigheid, ongezien de hoofdkraan,
die in de kelder zat, dicht te draaien, zodat in tijd van een
oogwenk de gangen bevolkt waren met half gewassen, half
geschoren en ingezeepte mensen, die allemaal maar één wens
hadden: water. Nadat de oorzaak ontdekt was, was één en
ander gauw verholpen en bleef nog maar de vraag over: Wie
heeft het gedaan, maar dat zal wel altijd een vraag blijven,
want er stond geen naam bij.
Na een stevig ontbijt, hadden we nog tijd even de stad in
te gaan om enige ansichtkaarten te kopen. Hierbij steeds
vergezeld door fotograaf en cameraman, die, evenals gisteren
op de boot, danig hun best gedaan hebben.
Ook de treinreis verliep zeer vlot en de stemming was
opperbest; de reis werd bekort met kaarten, eten en alle
mogelijke gekheid uithalen. Zo arriveerden we welgemoed
te Newcastle, waar direct na onze aankomst we omgeven
werden door handtekeningenverzamelaars, die we niet eerder
kwijt raakten dan bij ons vertrek.
Het hotel was spoedig bereikt, daar dit tegen het station
was aangebouwd en de ingang op het perron uitkwam. Heel
practisch. Na onze bagage weggebracht te hebben, vertrokken
we direct weer, want er stond een bus gereed om ons naar het
veld te brengen. Hier hebben we op ons gemak alles onder
zocht: de grond, de afmetingen enz. Hierbij viel o.a. op, dat
van de 60.000 plaatsen er maar 5000 zitplaatsen zijn. Bij het
opkomen op het veld voelden we ons erg klein en nietig: het
leek alles zo groot, maar bij nadere beschouwing viel alles best
mee en hielp de één de ander over zijn eventuele vrees heen.
Reeds toen was er al zo iets als team-spirit te bemerken!
Ook hier waren de persfotografen tijdens onze onderzoe
kingstocht druk in de weer en ook hier waren de school
jongens aanwezig met hun: „Autograph, please, Sir!" Dat
verzamelen van handtekeningen gebeurt veel fanatieker dan
bij ons en ook viel ons op, dat die jongetjes zo gemakkelijk en
vloeiend Engels praten, terwijl wij maar staan te hakkelen!
Hierna hadden we nog even gelegenheid de stad in te gaan
om te trachten een souvenir of iets dergelijks te kopen. Het is
echter bij een poging gebleven, want er was nu letterlijk niets
te koop. Alleen koffie is daar zonder bon, zodat we allemaal
met enkele pakken koffie huiswaarts konden keren. In het
hotel teruggekeerd, gingen we ons klaar maken voor het diner.
Na het diner een prima show bezocht, die wel niet helemaal