Rotterdams elftal - Bondselftal KICK GEUDEKER (Weekblad „Sport") zag Een lelijke fout van Kraak, gevolgd door een snelle reactie daarop van de Feijen- oorder Steenbergen, heeft liet Bondselftal Zaterdagmiddag in het mudvolle Sparta- stadion een 21 nederlaag doen lijden tegen Rotterdam. Kraak schoot van ver bezijden zijn doel slordig uit, het leder kwam voor de voeten van Steenbergen en vóór dat onze nationale doelman terug had kunnen komen in zijn heiligdom, had de Feijenoorder, voortreffelijk reagerend, met een ferm schot de bal in het lege doel gejaagd. Met dat doelpunt bracht Rotterdam, dat voor de rust door Schrumpf reeds een 10 voorsprong had veroverd, kort na de hervatting de stand op 20 en de vrij machteloze voorhoede van het Bondselftal slaagde er niet in deze achterstand tot meer dan 21 terug te brengen. In een periode als deze, kort na een interlandwedstrijd, die geen voldoening heeft geschonken en kort voor een nieu we interland-ontmoeting, waarin wij be ter voor de dag hopen te komen, kwam deze traditionele wedstrijd om de Gouden Onafhankelijkheidsbeker juist van pas. De Keuze-Commissie had de Ajaxieden Michels en Van der Hart, de Eindhove- naar Van Tuyl en de B.V.V.-er Van der Sluijs in de „Nederlandse Elftalclub" op genomen en hen ook aanstonds in het Bondselftal opgesteld en met de Rotter damse internationals, die in deze wed strijd de kleuren van de Maasstad ver dedigden, kon men gevoeglijk zeggen, dat hier alle spelers, die voor 11 Decem ber in aanmerking komen, in het veld stonden op Abe Lenstra na, die, he laas, ter elfder ure op medisch advies verstek had laten gaan. Een prima gelegenheid dus om de krachten eens te meten, naast elkaar, wat altijd veel meer waarde heeft dan in verschillende wedstrijden, waarin ook allerlei verschillende factoren werken. Maar als de Keuze-Commissie gehoopt had in deze wedstrijd een oplossing voor haar problemen te zullen vinden, dan is zij wel bedrogen uitgekomen. Geen van de „nieuwe gezichten" kon een verkie zing voor 11 December aanneemlijk ma ken, en, helaas, nog het minst diegenen, die op plaatsen stonden opgesteld, waar tegen de Belgen onze zwakste plekken scholen. Michels, kennelijk bedoeld om eventueel Schaap te vervangen, kon zijn clubvorm niet bereiken, speelde traag en zonder fantasie en vermocht noch met Roosenburg en v. d. Tuyn, noch met zijn achter hem spelende clubgenoot v. d. Hart, aansluiting tot stand te brengen. Ongetwijfeld speelde Michels beneden zijn vorm en mogen er hogere verwach tingen van hem gekoesterd worden, maar vooralsnog heeft de K.C. daar weinig aan en met het oog op de wedstrijd tegen Denemarken, is zij in ieder geval nog even ver als zij was. En aan de andere kant, op de linksbinnenplaats, waar de Utrechtenaar v. d. Bogert Timmermans moest doen vergeten, was het al niet be ter, neen, slechter. Want terwijl Michels' spel althans van tijd tot tijd nog even „vonkte" (zijn hoge doorkop-ballen zijn altijd voortreffelijk) bleef de Utrechte naar voortdurend onder de maat en niets in zijn spel rechtvaardigde zelfs zijn ver schijning in deze „hogere regionen". Wellicht was de Bossenaar v. d. Sluys (linksback naast Schijvenaar, die naar rechts verhuisd was), de enige, die voor de Keuze Commissie een lichtpuntje zal zijn geweest. Het was geen relevatie, geen „ontdekking", maar het was ook niet slecht en aangezien Steenbergen (S.V.V.) en Everse (de slechtste van de vier backs van deze middag) ook de ware broeders niet zijn, kunnen Verlegh c.s. met de wetenschap, dat zij deze B.V.V.-er achter de hand hebben, toch een hoofd pijnpoedertje minder nemen. Maar hoofdpijn blijft de K.C. nochtans houden. En dat waarschijnlijk niet om Kraak, hoewel die zijn grote zekerheid kwijt schijnt te zijn, maar toch altijd nog wel onze beste keeper blijft. De fout, die hij maakte was meer een slordigheid dan een echte doelmansfout en dat zij zo prompt werd afgestraft, strekte meer Steenbergen tot eer, dan dat zij hem zwaar aangerekend mocht worden. Toch schijnt het spelen in de tweede klasse onze doelman geen goed te doen en als men dan ziet dat ook Schijvenaar lang de oude niet meer is (zijn slechte dek king van de vleugelspeler is een heel zwak punt in zijn spel), dan zijn er in onze achterhoede onzekere factoren ge komen, die tot nadenken stemmen. De halflinie is dan ook zonder twijfel de linie, die de minste zorg baart. Met Terlouw als piece de milieu, geflankeerd door Van Schijndel en De Vroet, was deze Rotterdamse (en nationale) linie de beste van het veld. Maar ook Stoffelen die een bijzondere goede partij speel de! Van Tuyl, de lange Eindhoven-spil en v. d. Hart, lieten geen slecht werk zien, alhoewel v. d. Hart zich in deze eerste wedstrijd, waarin hij als vleugel- half optrad, kennelijk nog als een kat in een vreemd pakhuis voelde op de rechts- halfplaats, waardoor hij de juiste maat niet kon vinden en steeds te veel naar het midden afdwaalde. Een zorgenkind van de K.C. is en blijft echter de voorhoede, om de reeds ge noemde binnenplaatsen en niet minder om de bezetting van de middenvoor plaats. Roosenburg moge dan een „las tige" en een „moeilijke" speler zijn om te bestrijden, (Carré getuigde het en Terlouw ondervond het thans), de Sneek- crack komt juist dat tekort waarmede hij die lastigheid in een beter milieu dan het noordelijke kan effectueren. Iets meer snelheid, iets meer techniek zouden hem wellicht reeds over dat dode punt, waarop hij nu staat, heenhelpen. Zijn be wegelijkheid, zijn zwerven van links en rechts waardoor hij het de spil tegenover hem zo lastig maakt, is uitstekend, maar dan treedt op het beslissende moment, waarop een tikje meer snelheid of een behendigheidje de finishing touch zouden kunnen geven, zijn tekort eensklaps en telkens weer aan de dag. Daarom, een oplossing voor het middenvoorprobleem, is nog niet gevonden en wij vrezen, dat zij ook vóór 11 December niet gevonden zal wordenToch zal de K.C., die overigens met plezier naar Clavan zal hebben gekeken, althans voor één van de plaatsen, die haar zoveel zorg baart, in deze wedstrijd een lichtpuntje hebben gezien, waarop zij misschien niet gere kend had. Want dat lichtpuntje zat niet in haar eigen keus, maar in de Rotter damse, waar de Feijenoorder Steenber gen als rechtsbinnen een partij voetbal vertoonde, die wij op 11 December, maar in ieder geval op 30 November, herhaald zouden willen zien. Wij wezen reeds op zijn snelle en feilloze reactie, waarmede hij Kraak's fout afstrafte, maar ook aan het eerste doelpunt had hij een groot aandeel en verder was zijn veldwerk van zó intelligente conceptie, dat er alle re den is om daaraan de aandacht te be steden, die zij waard is. Zo is inmiddels dit verslag van Rotter damBondselftal uitgegroeid tot een be schouwing over het Nederlands elftal. De wedstrijd, och, hij had niet veel om het lijf, vooral niet vóór de rust, toen van weerszijden het spel niet boven dat van een middelmatige competitiewedstrijd uitkwam. In de tweede helft ging het ge lukkig wat beter, maar tot grote hoogte steeg het peil nimmer. Roosenburg scoor de, nadat Rotterdam kort na de rust zijn voorsprong tot 20 vergroot had, voor het Bondselftal tegen na goed voor bereidend werk van Clavan maar voor het overige hielden Landman, Terlouw en ook Heij (die voor de rust op de doel lijn een doelpunt voorkwam) stand. En zo won Rotterdam dus met 21.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1949 | | pagina 10