Ook Xerxes kon opmars van Ajax niet keren. Supporters dromen reeds van een kampioenschap. Snel genomen hoekschop bracht de beslissing: 2—1. Een snel door Bruins genomen hoekschop (waarom wacht men toch altijd zo lang?), die de verdediging van Xerxes volkomen verraste en Michels in staat stelde in te koppen voor de lange spil De Leeuw er bij kon, besliste pas ver in de tweede helft de strijd om de eerste plaats in het voordeel van Ajax. Het was een strijd met vaak zeer goed veldspel, met soms ook geraffineerd aanvalsspel, maar met vele tekortkomingen op het punt, waar het ten slotte toch om gaat: het maken van doel punten. Alleen het gemis van een schutter bepaalde de uitslag van deze ontmoeting tussen twee ploegen, die heel weinig voor elkaar onder deden en om beurten de kans op de zege in eigen hand hadden. Xerxes verloor, maar er zijn nederlagen, die in feite meer winst betekenen dan een gewonnen partij. Deze nederlaag was er één van, want een club, die met zo'n jonge ploeg zulk spel kan leveren, wacht een mooie toekomst. Ajax is Xerxes precies een stap voor. De Amsterdammers zijn een paar jaar geleden al overgegaan tot verjonging van de ploeg met behoud van een oude kern. Xerxes deed zulks pas bij het be gin van dit seizoen. Ajax plukt er nu de vruchten van, nadat reeds vorig jaar de kentering was gekomen en 't ziet er naar uit, dat de groei zich bij Xerxes nog sneller zal voltrekken. De jeugd immers is overmoedig. Ook de jeugd van Xerxes. Want linksachter Cammeraad, voordien al eens geprobeerd (en gefaald) als links buiten, wilde in het begin meer dan al leen maar Drager schaakmat zetten. Keer op keer trok hij op met zijn ploeg, tot ver over de helft zelfs. Bij wat meer schotvaardigheid en wat minder langdu rige „schuifpartijen" tussen C. Rijshou- wer en Koning, die toch een mooie rech tervleugel vormden, had die stuwkracht mogelijk beslissend kunnen zijn. Nu vergde zij alleen maar te veel van de krachten van deze Cammeraad en van zijn even jonge partner op rechts, de blonde Baas, zodat zij adem te kort kwamen, toen het er om ging, later in de tweede helft. Dat gebrek aan inzicht inzake de juiste krachtsverdeling over een hele wedstrijd moet ook oorzaak zijn geweest, dat Xerxes reeds een paar maal een overwinning nog verloren zag gaan. Echter niet alleen dat gebrek aan inzicht van die jongeren, maar ook het lange treuzelen b.v. van Louwe, voor wie de taak van achterblijvende midvoor te zwaar is en ook het feit dat spil De Leeuw belangrijk aan vorm heeft inge boet. Al die dingen waren Ajax vermoede lijk niet verborgen gebleven. Het begon overrompelend om die „jeugd" te intimi deren en Michels snelde naar het doel, alsof er geen Xerxaan bestond. Een iets hardere inzet van Brokmann had de strijd meteen een geheel ander aanzien kunnen geven. Nu kon doelman Van der Peppel de bal nog juist bereiken en moest Ajax een golf van jeugdig ent housiasme en jeugdige vinnigheid over zich heen laten gaan. Listig was het spel van de Rotterdamse viermans-voor- hoede met Beun als de gevaarlijkste man en linksbuiten H. Rijshouwer als de zwakste. Tegen de goed combinerende rechtervleugel maakte linksachter Beu- mer fouten en spil Van der Hart begon slordig. Hoger tempo van de Rotterdam mers zou zeker bressen in deze defensie hebben geslagen, maar dat tempo werd voortdurend gedrukt door te lang treu zelen, zodat doelman v. d. Pol er nauwe lijks aan te pas behoefde te komen. Te weinig tempo. Vrij gemakkelijk zelfs doorstond Ajax dit offensief en een snelle uitval veran derde eensklaps het spelbeeld. Bruins snelde langs de lijn en scherp was zijn schot. Vallend sloeg v. d. Peppel de bal weg, maar precies in de richting van de toelopende Michels, die het leder in de hoek plaatste. Nog vinniger viel Xerxes aan, maar nog langduriger werden de combinaties op rechts, waardoor het spel steeds werd geremd. Toen achtte Ajax zijn tijd gekomen. Stoffelen nam zijn buurman v. d. Hoeven en trouwens ook de verdediging mee naar voren bij de uit trappen van v. d. Pol en door deze ma noeuvre werd Xerxes teruggedrongen. Van Dijk begon zijn spel te ontplooien, dat later tot grote hoogte zou rijzen, maar ook aan deze zijde verviel men in de langademige combinaties, terwijl tempo juist geboden was tegen de wat trage spil De Leeuw en de soms toch nog wel wat onwennige jonge achter spelers. Weinig scoringskansen deden zich bijaldien voor, maar Michels kreeg er toch twee op korte afstand van v. d. Peppel. De eerste maal schoot hij hoog over, de tweede maal naast. Xerxes putte er nieuwe moeduit. Want al gaf v. d. Hart bij de hoge uittrappen Beun en zijn makkers geen schijn van kans, toch flitste de rechtervleugel er soms door en eiste deze voortdurend de volle waakzaamheid van Stoffelen en Beumer. Eenmaal liet het duo Koning— C. Rijshouwer zien, hoe het moest en hoe het kon spelen, als het maar wilde. Met Beun snelden zij naar voren en listig was het „overstapje" van Rijshouwer, waar door Beun schuin voor het doel vrij kwam te staan. Met een schot a la Wil kes werd het toen 11, maar Ajax liet het initiatief niet meer los, ook niet na de hervatting, toen het allengs meer tempo legde in het spel en Louwe zich steeds meer terugtrok. Lang hield Xer xes, dat aanvallend weinig meer pres teerde, stand tegen de stuwing van Stof felen en zijn mannen en Bruins en Michels misten enkele fraaie kansen. Toen kwam die snel genomen hoekschop en die kopstoot van Michels en als even later Bruins bij een volledige ontredde ring van de Xerxanen iets scherper had gemikt, niet precies tegen de paal, was de uitslag vermoedelijk toch nog veel groter geworden. Nu wist Xerxes zich door die korte inzinking heen te bijten en kwam het weer aanvallend tot actie, min of meer op uitnodiging van Ajax zelf, dat zich in de verdediging terug trok. Op temperatuur kwam de Rotterdamse voorhoede, die herhaaldelijk werd gewij zigd, echter niet meer en tegen de nu goed ingespeelde v. d. Hart en Potharst kreeg zij geen serieuze kans meer op de gelijkmaker. En door al te grote speels heid van Drager bleven de openingen, die Van Dijk herhaaldelijk maakte, onge bruikt, zodat ook Ajax niet meer tot doelpunten kwam. (Overgenomen uit het „Algemeen Handelsblad") ZO NAM AJAX DE LEIDING: doelman Van de Peppel kon de bal wel raken, maar niet onder bedwang krijgen en de toelopende Michels (links) plaatste hem in het net. Cliché: weekblad „Sport".

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1949 | | pagina 7