AjaxR.C.H. 1—0. Laten we eerlijk blijven; als je jaren lang in de tweede klasse hebt gedobberd, dan eindelijk, na moeizame strijd, het Voetbal-Walhalla bent binnen gestapt, en je moet (in dat deftig(!) milieu) je eerste wedstrijd tegen Ajax spelen, kijk, dan kriebelt er iets. Och, je hebt zelfvertrouwen genoeg, daar niet van, maar Ajax mag dan misschien het Ajax uit lang vervlogen jaren niet meer zijn, die rood-witte Amsterdammers doen nooit iets cadeau. Of het moet op een receptie zijn, van wege een of ander jubileum. Neen, je gevoelt je niet happy en vindt het maar de verstandigste weg, eerst de kat rustig uit de boom te kijken. Dus achter de boel potdicht houden, de aanvangs-storm, die vermoedelijk wel komen zal, zonder kleer scheuren zien door te komen en dan, als de Amsterdamse wind een pietsie gaat liggen, een paar venijnige prikken. Per slot van rekening hebben we een centre-forward met reputatie, een jongen, die van wanten weet en als die knaap een kansje krijgt, nou, dan moet de doelman der tegenpartij van goede huize zijn. Ze hebben de kat uit de boom gekeken, de jongens van Hazevoet, Scheen en hoe al de R.C.H.-prominenten mogen heten. De eerste twintig minuten met de hele karavaan voor het blauw-zwarte visnet en zeven-elfde van de Ajax-ploeg er maar steeds op af. Dat zaakje liep wel, zelfs gesmeerd, maar doelpunten maken, ja, dat is nou weer een ander verhaal. Kan sen kwamen er; niet genoeg, maar toch drie geheide, die niet benut werden, dank zij slecht richten van de betreffende schutter en dank zij de R.C.H.-goalie, een knaap met kijk op de bal. „Uit het goede hout gesneden", noemt men dat; de krant moet toch ook vol! De tweede helft van de eerste dito verliep bepaald vervelend. Een Ajax, dat aan het bekende „afzakken" leed en een R.C.H.-ploeg, die maar bitter weinig te bewonderen liet. Hoe men over deze match (in nabetrach tingen) de loftrompet kon steken, is ons nog raadselachtiger dan het raadselachtigste begin van een detective-roman. Het was pet tot en met. Ook de tweede episode van deze voetbal- story. Wat er dan wel te genieten vielen Wel, het goede ver dedigen van de R.C.H.-spil en zijn secondanten, de moedige pogingen van de Haarlemse aanvalsleider Hanse, en het uitstekende werk van de blauw-zwarte doelman. Daar hebben we het dan, wat onze opponenten betreft, vrijwel mee gehad. Veel goeds hadden wij over de Haarlemmers gehoord en ge lezen, we geloven het nog, maar bij ons, in de Meer, hebben zij het niet laten zien. Dat deed S.V.V., verleden jaar, stukken beter. De jongens uit Schiedam lieten voetbal, echt voetbal zien, waarvan je zat te genieten; bij AjaxR.C.H. keek je op de klok, of het nog niet afgelopen was. En dat kon niet anders, want onze ploeg liet het wat goed voetbal betreft ook afweten. Er waren natuurlijk lieden bij, die voor een prestatie- prijs in aanmerking kwamen. Corry v. d. Hoeven zeer zeker. Cor liet heel mooie staaltjes voetbal bewonderen, was uitge sproken onze beste man. Daar viel niet over te redetwisten. Jan Potharst deed niet veel voor hem onder, waarmede wij achter de sterren-cavalcade een punt kunnen zetten. Nuttig werk leverden verder nog v. d. Hart, captain Stoffelen en Beumer. Leentvaar hield het nulletje, hetgeen altijd een pres tatie op zichzelf is. Veel moeilijke situaties kreeg Bep niet uit te puzzelen, doch de manier waarop hij een daverend schot uit de bovenhoek haalde, zou zelfs een head-line goalkeeper hem niet hebben verbeterd. Hij redde met deze keeper's stunt voor ons de overwinning, want, met alle goede wil, er zaten deze middag geen doelpunten in de schoenen van onze for wards. De compositie van de Elftalcommissie: Fischer, Huis, Bruins, Van Dijk, Drager, bracht ons geen klankvolle geluiden en dat wij toch nog éénmaal een heldere toon konden beluis teren, kwam door Bruins. Hij veegde met een rake pauken-slag de nul van het score-bord en zijn team naar de overwinning. Verveeld slenterden we naar huis en toen, thuis bij de radio, ons verteld werd, dat in de Meer zo'n goede wedstrijd was gespeeld, dachten wij aan Multatuli, aan z'n boek „Max Have- laar". Wat stond daar ook weer in? O ja„toen viel er een juffrouw flauw". NeptunusAjax 13. Bij Neptunus een Rotterdamse grapjas sprak laast van „Neef Teunis" moet je nooit met tirelantijnen- of met veel franje gedrapeerd voetbal aankomen. Daar houden de blauw witte jongens van de Schie niet van. Fiks van de lever is iets, waar zij voor te porren zijn en wil je dan winnen, prachtig, maar dan moet je er boven uit zien te komen. Stoffelen en zijn mannen wisten dat, legden maar meteen alle azen en troeven op tafel en bleef neef Teunis niet veel meer over dan bekennen en bijgooien. Al de zusteren en broederen van meneer Neptunus op de tribune werden er stil van en zouden misschien stil gebleven zijn, als na een kwartier de Ajax-kaarten niet in verkeerde handen hadden gezeten. De Neptunus-man Van der Hoeven won het potje en kreeg achter zijn naam een kruisje. 10 voor de Drie-tand-club. Drager, Van Dijk, Brokmann, Krist en Fischer haalden toen de goochelkaarten voor de dag, maar ook daar trapten Everse c.s. voorlopig niet in, totdat, vlak voor het plaats verwisselen, Fischer de mars maakte, die Brokmann gelegenheid gaf iets te noteren, 11. De scheids rechter vond toen, dat er maar thee gedronken moest worden, hetgeen prompt gebeurde. Clubgenoten waren het met de stand niet eens, hadden een andere score in het hoofd, maar ja, daar geven de lui in Den Haag, die de competitie-stand bijwerken, geen sou voor. De bal moet nu eenmaal in het net en al springt dat ronde ding van de ene paal naar de andere en dan in de handen van een verbaasde doelman (is werkelijk gebeurd) een doelpunt valt niet te reclameren. De tweede manche bracht ons dan toch de volle winst. Het zat er beslist in, maar de kunst was, de winst er uit te halen en dat gelukte pas ver in de tweede helft. Gé van Dijk werd de man, die al wat Ajax was, deed gnuiven. Hij kreeg de bal toegespeeld, maakte een meesterlijke schijnbeweging, die drie Neptunianen naar de vrijstaande Drager liet stormen en wan delde kalm naar Doelman Zondervan. Die wist er verder alles van, zonder een schijntje van een kans, zag hij de bal langs zich gaan, 12. De pot kwam binnen ons bereik en toen Drager Fischer was uitgevallen en vervangen door Bruins op de rechtervleugel een voorzet van laatstgenoemde te behandelen kreeg, deed hij dat zo weergaloos handig en fraai (de bal van de rechtervoet op de linker- en met een flitsend schot in de bovenhoek), dat we de winst konden gaan tellen (13). We waren dik tevreden over de inhoud van de pot, want alle mededingers voor de hoofdprijs hadden een pen ningske moeten offeren. Van onze eigen zes en dertig puntjes waren wij er nog niet één kwijt. Weest er zuinig op, mannen, we kunnen ze met het oog op ons 50-jarig bestaan zo best gebruiken. Alle overwinnaars (Leentvaar, Potharst, Beumer, v. d. Hoeven, Stoffelen) de voorhoede hebben wij reeds ge noemd een pluim, Cor v. d. Hart een hele dikke. Ajax't Gooi 30. Alle 't Gooi-supporters waren het er over eens, hun ploeg zou dit jaar hoge ogen gooien. Een paar beste aanwinsten waren genoteerd, de training prima en de geest uitstekend. Neen, dit seizoen geen degradatie-narigheden en als het een beetje meezat, wie weetHet is voor de 't Gooi-ers tot nu toe heel anders en wel zeer teleurstellend verlopen. Tegen Xerxes begon de misère al, een onverdiende nederlaag en de rest weet U vermoedelijk wel. Drie gespeeld en drie verloren. En nu, de eerste Zondag in October, zijn de geel-zwarten dan bij ons op visite geweest. We hebben naar Schaap en zijn ploeggenoten geïnteresseerd zitten kijken, maar geen ogenblik de indruk gekregen, dat hier kanspaarden aan het werk waren. Integendeel, de Hilversummers zullen o.i. moeite genoeg heb ben zich staande te houden. Zij spelen niet uitgesproken slecht, verre van dat, maar aan de combinatie en het individuele kunnen ontbreekt nog het een en ander en zelfs hun crack, Schaap, kon ons maar matig bekoren. Neen, geel-zwart zal het ook dit seizoen niet gemakkelijk hebben. Nu hadden zij in de strijd tegen ons team niet veel geluk. V. d. Pol daar hebben we een stijlvol doelman aan gekregen ontnam door moedig optreden de 't Gooi-ers een paar schone kansen en de penalty, die Cor v. d. Hart met een keihard schot in een doelpunt omzette, was o.i. geen voorbeeld uit het spelregel boekje. Die straf was naar onze mening veel te zwaar, doch misschien hebben wii het verkeerd gezien. Het doelpunt be-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1949 | | pagina 4