Ajax op tournee in het hoge Noorden.
Nee, de naam IJsland is nu niet bepaald een prettige intro
ductie voor een voetbaltrip, en de eerste maal, dat wij kennis
kregen van een bij Jan Elzenga ingekomen invitatie om daar
enige wedstrijden te komen spelen, waren we en de meeste
bestuursleden met ons nu niet bepaald enthousiast. IJsland,
brrrecht een naam om diep in je winterjas te kruipen en
de kraag van dit nuttige kledingstuk eens extra hoog op te
zetten. Maar de uitnodiging was zó prettig gesteld en de reis
natuurlijk per Constellation zó aantrekkelijk, dat we wel
iets dieper op deze IJslandse affaire in moesten gaan, en dies
werd besloten, ons eerst wat beter te oriënteren, alvorens
ons veto in deze ijselijke geschiedenis uit te spreken. Helaas,
veel reis-lectuur van dit in onze ogen zo barre Noorden, is er
niet, ook een vereniging voor vreemdelingenverkeer ontbreekt
er blijkbaar, zodat het niet zo eenvoudig is om met de aan
trekkelijkheden van dit land bekend te raken.
Eén der bestuursleden van „Kamraterna", de Zweedse club,
waartegen wij in Maart 1949 zo'n mooi resultaat behaalden
we wonnen deze boeiende kamp met 32, had er nog niet zo
lang geleden een bezoek gebracht en begrijpelijkerwijs vroegen
we hem ons het een en ander over z'n bevindingen te vertellen.
Onder het genot van een ouwe taaie aan onze onvolprezen
moord-bar, kregen wij dus de gewenste inlichtingen en het
werd een interessant gesprek.
Dat IJsland zo klein is, moet ik U toch beslist tegenspreken,
daar het zeker drie keer zo groot is als Uw land. Het inwoner
aantal is echter véél kleiner, op het gehele eiland wonen onge
veer 160.000 inwoners, waarvan alleen in Reykjavik ruim
50.000. Qua natuurschoon neemt het een bijzondere plaats in,
daar het zo geheel anders dan anders is. Maar dit zult U met
tertijd zelf wel zien. Ook het klimaat behoeft U geen koude
rillingen te bezorgen, natuurlijk kan het er geweldig spoken
en de winter kunt U beter aan de Rivièra doorbrengen, maar
zelfs dan zijn de warme golf stromingen oorzaak, dat het kwik
in de thermometer niet al te diep daalt. En de Noordpool-
ideeën verdwijnen wel volkomen, als U in de moderne straten
van Reykjavik wandelt. De laatste modesnufjes kunt U daar
bewonderen, geasfalteerde straten en pleinen, een druk auto
verkeer, verkeersagenten, bioscopen, hotels, schouwburg,
dans- en concertzalen. De warme bronnen, die overal worden
aangetroffen, worden door de IJslanders in hoge mate benut.
Héél de stad is centraal verwarmd, en ook een electriciteits-
rantsoenering is er onbekend, daar de vindingrijke IJslanders
hun watervallen dienstbaar wisten te maken aan opwekking
van stroom. Voor een kleintje koffie draait men daar de hand
niet om, daar het hete water op temperatuur uit de grond
komt. Ook voor rheumatische aandoeningen is het een ideaal
oord, daar men, na een bad te hebben genomen, zich in het
hete zand ingraaft en zich dan van alle kanten laat stoven.
Het heeft dan dezelfde heilzame werking als de Infra-rode
stralen, maar het kost U geen centje stroom, omdat er natuur
lijk geen lampen aan te pas komen. Deze natuurlijke warmte
wordt tegenwoordig ook voor broeikassen aangewend, groen
ten, fruit, ja, zelfs bananen worden op deze wijze gekweekt,
hetgeen vanzelfsprekend een belangrijke deviezenbesparing
betekent. De vis is het belangrijkste export-artikel, terwijl de
vele schapen voor een grote wol-uitvoer zorgen. Treinen bezit
IJsland niet en de wegen zijn van die aard, dat slechts bepaal
de gebieden per autobus bereikt kunnen worden. Wil men dus
het land bereizen, dan is de beste manier gebruik te maken
van de pony. De IJslandse paardjes dragen U onvermoeid over
moeilijk begaanbare wegen, door stromende rivieren, over
grote afstanden, van de ene boerderij naar de andere. Wie wil
genieten van de prachtige IJslandse natuur, de steeds wisse
lende kleuren van het licht, moet te paard door het land
trekken. Dan maakt men ook kennis met de vriendelijke plat
telandsbevolking en bemerkt spoedig, dat er op IJsland geen
rangen of standen bestaan. In geen enkele woning ontbreken
een orgel en een welgevulde boekenkast, en daar de lange
winter-avonden een zee van tijd geven voor muziek en andere
studie, bezit IJsland percentsgewijze zeker het grootst aantal
schrijvers, dichters en componisten. Ik ben er dan ook van
overtuigd, dat, indien Uw vereniging daar gaat toeren, zij er
zéér z^ker geen spijt van zal hebben, daar de bevolking er
ongemeen gastvrij is en Uw gastheren zeker niets zullen na
laten het U naar de zin te maken. Envergeet niet dat er
zéér behoorlijk voetbal wordt gespeeld, zodat Uw club de
handen vol zal hebben.
En nu volgde een prettige correspondentie, want voor al
onze moeilijkheden hadden de IJslanders oor. Zo werd besloten
dat alle wedstrijden in Reykjavik gespeeld zouden worden en
wel:
5 Juli 1949: tegen de kampioen van IJsland.
7 Juli 1949: tegen de kampioen van Reykjavik.
11 Juli 1949: tegen een combinatie van twee clubs te
Reykjavik.
14 Juli 1949: tegen een combinatie van vier clubs te
Reykjavik.
15 Juli 1949: wordt de terugreis aanvaard.
Natuurlijk hadden wij gaarne per pony het gehele eiland
doorkruisd, maar onze spelers zijn nu eenmaal geen cowboys,
die zich op een paardenrug voor 100 procent senang gevoelen,
al kunnen ze vanzelfsprekend allemaal het lied van het paar-
denhoofdstel, dat al ik weet niet hoe lang aan de muur hangt.
En nu is het Zondag, 3 Juli 1949, we hebben met elkaar af
gesproken ,ons goed humeur (keep smiling) onder alle om
standigheden te bewaren, en we gaan met een talrijk uitge
leide naar Schiphol, waar de machine, die ons naar IJsland
zal brengen, reeds een slokje van plus minus 16.500 liter staat
in te nemen. Tinus Middendorp de K.L.M.-employé voelt
zich gedrongen als goed Ajacied te verklaren, dat we geen
contrabande bij ons hebben, verzoekt de douane het gezel
schap als dit mogelijk is zo vlug mogelijk dóór te laten,
en precies tien minuten voor half negen daveren de motoren,
we werpen nog een laatste blik naar het met een geweldig
aantal Ajacieden bevolkte K.L.M.-restaurant, en daar gaat
het machtige gevaarte „Geysir" de lucht in, we zijn los en de
grote reis is begonnen. De machine zit vol, een en veertig
passagiers hebben zich lui in hun luxe scheerstoelen uitge
strekt en het is er warm. Veel en veel te warm, m'n boord en
mijn jasje verdwijnen dan ook al héél spoedig in het bagage
rek, maar de ventielen regelen blijkbaar automatisch de tem
peratuur en we beginnen ons al spoedig op ons gemak te
gevoelen. Twee lieftallige stewardessen bieden een sigaretje
aan, er mag dus blijkbaar worden gerookt. We stijgen nog
steeds, het wordt even werkelijk fris, maar een hoeveelheid
ingebrachte warme lucht maakt het spoedig weer behagelijk
en er worden nu bonbons geserveerd, gevolgd door een pittig
glas sherry. De service in dit IJslandse vliegtuig is werkelijk
perfect. Thans rijden we met een vaartje van ongeveer 300 km
over en door de wolken en het panorama, dat zich aan onze
ogen afrolt, is wel zó mooi, dat we geen ogen genoeg hebben.
Ontelbare kilometers vette watten, in de meest grillige vormen
opgestapeld, vormen het betoverde tapijt, waarop we worden
voortgewiegd, maar zo af en toe duikelen we ik weet niet
hoeveel meters naar beneden, en dat geeft ons het gevoel, dat
onze maag lichtelijk van slag is. Vreemd is het, dat het maar
niet donker wil worden, al zegt mijn horloge, dat het al over
twaalf is en staat er een maan aan de hemel, die het uitzicht
over de fantastische wolkenvelden alleen nog maar vermooit.
Ons wordt nu een smakelijk uitziend tableau geserveerd, met
een kopje verrukkelijke koffie etc. etc., dat er als zoete koek
ingaat. We drukken op een knopje, de scheerstoel wordt lig-
fauteuil en proberen nog even een uiltje te knappen, wat bij
de meesten toch niet erg wil lukken. Maar we mogen even bij
elkaar gaan buurten, ofschoon het uitzicht wel zó mooi en af
wisselend is, dat er van slapen toch niets kan komen. En het is
ruim kwart over drie, als we na een prachtige landing de
wielen op de grond zetten en we dus Reykjavik hebben be
reikt. De douane is uiterst voorkomend,-onze bagage kan direct
door en de paspoorten en nog wat andere valuta-paperassen
zullen tegen een uur of twaalf wel aan ons hotel worden be
zorgd. Service tot en met en over de bediening mogen we dan
ook zeker niet mopperen.
Diverse bestuurderen en officials van IJslandse clubs druk
ken ons de hand, bijna alle namen eindigen op son, onze kof
fers verdwijnen in een grote autobus, en vijf minuten later
staan we in ons hotel. Eerst wacht ons nog een smakelijke
koffie-maaltijd, die ons best bekomt. Ook zitten twee Hol-