Engeland op eigen bodem bekampen, een Engeland dat (de Engelse pers gewaagde er van) voor zijn prestige vocht. Wat voor de hand lag, gebeurde. Wij kregen danig op ons kop. En een gejammer dat er was! Maar nu Mei 1949Wij hebben het voordeel van eigen terrein en wij hebben drie jaar van selectie, drie jaar van keur en keuze, drie jaar van opleiding en drie jaar van reddend systeem achter de rug. En wij krijgen een davering die, welbekeken, ten minste zo erg is als Huddersfield, 04. Doch als het 06, 07 was geweest (o.a. vier schoten op paal en lat) hadden we nog niets te reclameren gehad. Kat en muis. We mogen blij zijn, dat het bij 04 is gebleven. Van een zijde, waarvan wij zulks niet hadden verwacht, is de opmerking gekomen, dat deze knock-out heilzaam kan wer ken. Inderdaad, deze klap kan heilzaam werken. Het is echter de vraag, of hij zulks doet. Nódig was hij na NederlandFrankrijk zeker. Men kan nu weten, waar wij aan toe zijn. Maar als wij nu van een der grootste gangmakers van het systeem en tevens een der luidruchtigste trompettisten na Huddersfield ter vergoeilijking lezen, dat het nu eenmaal lang duurt en 'n kwestie van jaren is voor en aleer het systeem ge leerd en gekend is, dan wordt het ons toch bijna te moede: Niets begrepen, niets geleerd. De papieren generaal begrijpt nog niet dat de betere speler wint, systeem dan wel geen systeem." Tot zover de heer Van den Bergh. Maar laten wij niet wanhopen. Wat onze spelers een vijf en twintig jaar geleden konden bereiken, is ook voor de huidige voetbal-prominenten weggelegd. Wij hebben er het materiaal voor, maar laat men beginnen met de juiste man op de juiste plaats te zetten. Dus Abe linksbinnen en nergens anders, de prachtige spil van S.V.V., Van Schijndel, op de spilplaats, dus ook nergens anders en Wilkes (zonder pingelen) rechtsbinnen. Dit is de kern waarmede een prachtig elftal kan worden opge bouwd. Groepeert men om deze spelers b.v. Arie de Vroet, De Harder, Kan, Schrumpf, Roozen, v. d. Tuyn, om er enige te noemen, dan schieten we al een aardig stuk in de goede rich ting. Laat verder de spelers de vrije hand een goed voetbal ler en zeker een international, weet heus wel wat hem te doen staat dan kunnen we alle „papieren helpers" met hun voet bal, dat een „ander gezicht kreeg" (en wat voor een gezicht) ten spijt, zelfs Engelse profs weer behoorlijk partij geven. R.C.H., de club van Scheen, Hazenvoet, Peer Krom, „Nekkie" de Koning e.a., heeft, na jarenlange strijd, „de weg terug" ge vonden. Wij hebben, via het R.C.H.-Nieuws, de „slag" op de voet gevolgd en de indruk gekregen, dat de R.C.H.-ers, die het vorig seizoen voor S.V.V. niets onderdeden, een zeer behoorlijke partij voetbal spelen. Laten wij het hopen, ons voetbalwereldje kan er slechts wel bij varen. R.C.H.-ers, onze hartelijke feli citaties! Sparta heeft het gehaald, is met inspanning van alle krach ten, eerste klasser gebleven. Aan de Spartanen onze hartelijke gelukwensen. D.F.C., D.H.C. en Stormvogels zagen het zwaard van Damo cles vallen; zagen het zijden draadje, dat de verbinding met de eerste klasse in stand hield, doormidden hakken. Zij zijn uit het voetbal-Eldorado verdwenen. Een hard, heel hard gelag. Wij kunnen erover gaan lamenteren, het geeft niets; de Dordt-, Delft- en IJmuidenaren staan voor een triest en voldongen feit. Mannen, de kop ervoor en sterkte! S.V.V. is kampioen van Nederland geworden. Het heeft ons deugd gedaan. De ploeg uit Schiedam zit op de stoel, waarop Feyenoord reeds lang- en wij nog zo kort geleden, trots en torenhoog troonden. De Schiedammers, getraind dooi Kees Dijke, de eens zo roemruchte crack uit de Feijenoord-school, misschien gestimuleerd door de helaas voorbije successen van de grote-, aan het „stopperen' 'geslagen, Rotterdamse club, misschien ook een weinig geïmponeerd of geïnspireerd door de gigantische rij Ajax-kampioenschappen, hebben het geleverd, ja, zelfs overdonderend geleverd. Zij zijn rustig hun weg ge gaan, lieten zich niet overschreeuwen door de verstopping specialisten, hadden begrepen, dat voetbal, gebaseerd op een perfecte techniek, teamspirit en spelinzicht de enige- en juiste weg is, die naar de hoogste top leidt. Vanuit de tweede divisie zijn de rood-groenen opgerukt in een onstuitbare rush naar de hoogste titel, naar het voetbalkampioenschap van Nederland. Zij keken niet op, zij keken niet om, speelden hun eigen welberekend-, welbekeken prachtige spel; vroegen niet of zij pasten, en nu even opletten„in het raam van het nationale stopperspilsysteem", maar gingen voort, onverstoor baar enbijna ongenaakbaar. Zij bleven trouw aan hun devies, trouw aan de lessen van Kees Dijke met als resultaat een glanzend kampioenschap. S.V.V. is een kampioensclub, waarvan wij gerust kunnen aannemen, dat het geen „ééndags vlieg" is. Hier is geen sprake van een kampioenschap, ver kregen met behulp van een paar uitblinkers, maar van een kampioenschap, behaald via de uiterst moeilijke weg der voet- balkunde. Wij mogen er dankbaar voor zijn, dat S.V.V. het baken, het lichtende voorbeeld is gebleven in ons „verstopperd" voetbalwereldje. En al zal er over een paar weken wel weer een „deskundige" een klungelig verhaal schrijven over het spel van S.V.V., dat b.v. door verwaarloosde dekking niet deugde, waarvan de spilenfin, noemt U maar op never mind; wij zullen er slechts medelijdend om glimlachen. S.V.V.-ers, laat de kenners nog lang van Uw spel genieten, wij nemen ons rood-witte petje er heel diep voor af. Henk Blomvliet en Ko Looys hebben voorgoed hun voetbal schoenen in het vet gezet. Misschien, zoals te doen gebruikelijk, zo nu en dan nog een partijtje met de veteranen, maar van officieel voetbal hebben beide clubgenoten onherroepelijk af scheid genomen. Zonder ophef, zonder fanfares, feitelijk „met stille trom" zijn Henk en Ko afgezwaaid. Na vele jaren in het eerste elftal een meer dan verdienstelijke partij te hebben ver tolkt; Blomvliet kan zich er op beroemen, op alle plaatsen zelfs in het doel te hebben gespeeld, blies Vadertje Tijd voor hen het eindsignaal. Nog een paar seizoenen wilden zij niet capituleren, verleenden hun medewerking in de lagere elftallen, maar ook hier is nu een einde aan gekomen. Het is finis, de slagboom viel neer, Henk en Ko staan voor goed off side. Zij hebben hun plicht, meer dan hun plicht voor de club gedaan, zij hebben medegeholpen aan vele afdelings-kampioen- schappen, aan enige kampioenschappen van Nederland. Henk droeg tweemaal het Oranjeshirt, was vele malen reserve voor het nationale elftal, staat dus op de lange lijst „Ajax-inter- nationals". Bovendien was hij een uitstekend cricketer ge vreesd free-hitter en speelde jaren honkbal, in welke sport hij eveneens uitblonk. Hij was geen, wat men noemt fijne voet baller, speelde geen uitgekookt spelletje, maar helde meer over naar het robuste, nam de kortste weg naar zijn doel. Zijn voet bal-bijnaam „rots" sprak voor zichzelf. In de contramine was Henk nooit, speelde waar de elftal-commissie hem neerzette en deed immer zijn best er iets goeds van te maken, wat vrij wel altijd gelukt is. Ajax heeft veel, heel veel plezier van Henk gehad; dit, hier aan de eindpaal van zijn voetballoopbaan, memoreren, is wel het minste wat wij kunnen doen. Ko Looys speelde, als wij het wel hebben, vanaf 1934 in het eerste elftal, maakte dus ook enige kampioenschappen mee. De rol, die hij gespeeld heeft, is voor het grote publiek niet zo opvallend geweest. Ko deed nooit spectaculaire dingen, speelde rustig, zonder franje, zijn partijtje. Zijn spel, op welke plaats hij ook stond, maakte altijd een solide indruk, deed sym pathiek aan. Unfairness kwam in zijn woordenboek niet voor, hij voetbalde om het spel, volgens de regelen van de kunst, volgens de regelen van de geschreven- en ongeschreven wetten van onze, soms zo mooie, voetbalsport. Nu is het dan afgelo pen, een real-Ajacied is uitgestapt. Wij hebben ons er bij neer te leggen, hoe jammer het ook is. Tijd van komen, tijd van gaan, de keiharde clausule uit het levenscontract. Wij zouden kunnen eindigen met „nu, saluut, dan Henk en Ko, bedankt voor de diensten, de club bewezen, maar eerlijk, wij hadden het liever op het groene veld gezien, met een bloem en een stevige poot. Wij zijn op een Zaterdagmiddag in gezelschap van Theo Muller naar de veteranen gaan kijken. Dat was fout, hard- stikke fout. Door een lacune in de administratie stonden slechts zeven man aangetreden om de S.L.T.O.-ruïne partij te geven. Wij hebben ons laten bepraten, kregen een paar zolderschuiten aangemeten (Jaap Kelderman, maat 50), lieten ons een kee perstrui omhangen en voelden ons weer, gelijk een jongen van achttien. Ook Theo was de klos, moest naar huis om zijn be schimmelde Manfields van zolder en zijn shirt uit de lappen mand te halen. S.L.T.O. had een mannetje over en zo zijn wij dan weer eens op het oorlogspad geweest. Volkers, Keizer en Gischler met de S.L.T.O.-man, vormden de voorhoede, Zij scho ten met scherp. Zeven gaten vielen er in de vijandelijke de-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1949 | | pagina 5