DE WITTE RAAF Van onze Reserves. Bezoekt de gezellige BAR-BODEGA dween na een botsing van het veld, waardoor Beumer tot rechtsbuiten promoveerde. Toen kregen wij een heftig debat over een directe vrije schop op de rand van het bekende- en beruchte gebied. Na enige minuten was de zaak iedereen dui delijk. v. d. Hart mocht toen de kwestie afdoen. De eerste keer ging het niet goed een hoop getrek en geduw -nu, ja, dan doe je het over. De tweede keer ging de bal over. De ref werd op Italiaanse wijze bedankt, maar dat verston den wij toch niet. Tijdens een Legnano-aanval zakte het brand- scherm. 't Spul was afgelopen. Beste voetballers, die Italianen, maar nog altijd heel slechte verliezers. En nu was het nog wel een gelijk spel. Onbegrijpelijk voor ons, koele Westerlingen! Joop Stoffelen was de enige Ajacied, die medehielp het Nationale Belgische elftal een gelijk spel af te dwingen. Hoe Joop heeft gespeeld, hebben de gelukkige bezitters van een toegangsbewijs gezien en de pechvogels kunnen beluisteren middels de radio. De heer Pagano gaf op beschaafde wijze een uitstekend verslag van deze sensationeel eindigende wedstrijd. Aan Joop onze felicitaties voor de wijze waarop hij onder moeilijke omstandigheden de geblesseerde Arie de Vroet ver ving. Gé van Dijk bracht het niet verder dan de reserve-bank, hetgeen, met het oog op een goede plaats, nog altijd een niet te versmaden „job" is. Jan Potharst, Rinus Michels, Cor v. d. Hart en Gerrit Fischer speelden met het Amsterdams elftal tegen Brussel. Gerrit en Rinus scoorden ieder een fraai doelpunt. Cor speelde een heel goede wedstrijd en Jan, in samenwerking met de goed-spelende Wilders en weer in prima vorm zijnde Van Raalte, droeg er zorg voor, dat de Belgen niet tot scoren kwamen. Amsterdam won met 30. Verder kwamen Stoffelen, v. Dijk, Michels en v. d. Hart, met meer of minder succes, uit voor diverse bonds-elftallen. BROWN. Ajax 2 is veilig. Het feit van ide maand! Wel werd van Z.F.C. verloren (1—0), zie het verslag van „Observer", doch de kampioens-candidaat K.F.C. werd op ons veld geklopt met 50. Een puike wedstrijd van ons team. Taylor legde met twee schitterende doelpunten de grondslag. Rust 20. Karei ter Horst stelde met een fraaie goal de zege veilig. De laatste match, tegen A.F.C. 2, moest aan alle onzekerheid een einde maken. Wij wonnen met 10, zodat de zaak in kannen en kruiken was. Een gezellig etentje bij de Gebroeders Sweering (Atlantic) besloot deze voor ons zo eigenaardig verlopen com petitie. Ajax 3 was vast van plan de kampioen Hilversum een neder laag toe te brengen. Deze voorstelling ging niet door, daar de Hilversummers gelijkluidende plannen hadden. Met 02 Won Hilversum enverdiend. In Zuilen tegen Elinkwijk werd nog een gelijk spel behaald (22). Ajax 4 haalde het stoute stukje uit U.V.V. 2 in eigen huis met 12 te verslaan. Tegen A.F.C. 3 ging het echter mis en verloor ons team met 02. De politie-ploeg, A.P.G.S. 2, moest echter genoegen nemén met een verdeling der punten (22). Ajax 5 gaat op het kampioenschap af en vertelt Wim Schoe- vaart elders in dit blad de wederwaardigheden van zijn elftal. Ajax 6 liet een lelijke steek vallen en verloor van Rivalen 2 met 32. Vermoedelijk: „dag, kampioenschap." Ajax 7. Gewoonweg ontstellend. Verloor van S.A.V.M. 2 met 23 en van D.J.K. 2 met(011). Treurig, verder geen commentaar. Ajax 8. De mannen van v. Tuyl deden het heel wat beter. Klopten A.P.G.S. 3 met 2—1 en St; Martinus 2 met 6—0. Zes overwinningen in successie boekten de mannen van het acht ste. Jammer, dat het bij de aanvang der competitie enigszins tegen heeft gezeten. Einde van dit reserve-proza. BROWN. Handboogstraat 29-31 bij de Heiligeweg Geopend vanaf 4 uur - Tel. 36388 ORKEST JAAP VALKHOF Eigenaar: W. H. PLEMPER VAN ONSYMPATHIEK VIA KAPSONES NAAR KAKKINEUS. Met meer dan gewone belangstelling heb ik in ons vorig clubblad het uit Sportiefovergenomen stukje van Piet Bakker gelezen en de repliek daarop van B. S. Ie Marché. Het trof me als iets ouds, iets vertrouwds, want zo lang als de Ajax- successen duren, komen dit met uitbarstingen van ongedifferentieerde onlustgevoelens bij de niet- of anti-Ajax-massa voor, al zijn er duidelijk twee stromingen. Een van de twee kan plotsklaps z'n gal niet meer baas gedurende een of andere top-tijd van Ajax en de andere weet zich te beheersen tot het moment dat de Ajax-roem begint te tanen. Tot zo omstreeks 1917 hadden we er helaas weinig last van, want voor dien waren de Ajax-successen niet zo massief en irriterend. De eerste galdoorbraak in grote stijl en toch niet van de eerste de. beste zijde kwam in 1918 van een zeer bekend Rotterdams journalist, die de verdringing van zijn club Sparta door dat vermaledijde Ajax niet kon verkroppen. Wat er precies aan het Ajax-spel of -spelers mankeerde kon hij niet omschrijven, maar was z'n eindconclusie, het was onsympathiek. Er was toen voor dit soort lieden een beroerde tijd op komst, want het Ajax-spel en de Ajax-successen waren in 1918 nog steeds in op gaande lijn en toen dan eindelijk, na sinds 20 Mei 1918 ongeslagen te zijn gebleven, Ajax op 5 October 1919 verloor van H.B.S.% kende in sommige kringen de vreugde geen grenzen en schreef een ook weer zeer bekend journalist meer openhartig dan beschaafd: „Wel lekker". Een van de laatste verschijnselen van dien aard verscheen een paar jaar geleden, naar ik meen ook in Sportief, waarin iemand vertelde, dat Ajax, zij mochten dan aardig voetballen en zo nu en dan zelfs kampioen worden, toch eigenlijk een kapsonesclub was, hetgeen tussen twee haakjes ik heb het nog eens expres nagekeken noch in de statuten noch in ons huishoudelijk reglement vermeld staat. En nu komt Piet Bakker het etiket „Kakkineus" op onze club plak ken en dat is 'n moeilijk geval, want een auteur als Piet Bakker kan maar niet zo gewoon een stukje over een voetbalwedstrijd schrijven, daar is Piet Bakker nu eenmaal Piet Bakker voor. En schrijvers van dit genre willen dikwijls boven alles geestig en origineel zijn, zelfs als het min of meer ten koste van de waarheid of hun werkelijke mening gaat. Maar laten we als goede voetbal-burgers onder elkaar het slechtste veronderstellen dus dat Piet Bakker ons om de een of andere reden niet mag en dus het etiket „Kakkineus" inderdaad onvriendelijk bedoeld is, dan nog kunnen we Piet Bakker moeilijk volgen. De heer Bakker klaagt, dat de Ajax-spelers zo extra gewoontjes het veld op- slenterden, hetgeen dus een duidelijk Kakkineus symptoom schijnt te zijn. Maar wat nu? Ik kan met de hand op m'n hart verklaren, dat ik géén verschil van slenteren heb opgemerkt tussen onze voörhoede en onze verdediging. Michels en Fischer deden het net zo als Potharst en Van Stoffelen. En dat het doorlaten van vier goals kakkineus wordt genoemd, dat is nog tot daar aan toe, maar een voorhoede die er vijf maakt. Ja, dan begin ik aan de interpretatie van „Kakkineus" iveer te twijfelen, want als dat kakkineus is, zou ik graag zien, dat ze het bleven, want met vijf goals voor per wedstrijd kom je een heel eind. En zo moet ik als kleine piet in de journalistiek eerlijk bekennen niet goed te begrijpen wat Grote Piet bedoeld. Waar echter het verstand ons in de steek laat komt dikwijls het instinct ons te hulp en één ding voel ik heel goed, n.l. dat al die stukjes van Onsympathiek tot Kakkineus slechts een voedingsbodem kunnen vinden in Ajax-successen en daarom Joop van Stoffelen en Co. zorg er voor, dat die voedingsbodem blijft, kakkineus of niet! Adé. JAN DE GRAAF. Van de ouders van onze clubgenoot Jan de Graaf vernam ik, dat deze reeds geruime tijd in het Herstellingsoord „Bosch en Heide" te Laren (N.H.) verpleegd wordt. Desondanks stelt hij veel belang in het wel en wee van Ajax. Vooral degenen, die in de lagere seniores-elftallen met De Graaf hebben gespeeld, wek ik op, hem eens een brief te schrij ven. Hij zal dit ongetwijfeld op prijs stellen. Jan, namens allen wens ik je van harte beterschap. E. H. VAN TUYL.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1949 | | pagina 6