Onoverdekt.
Zet 'm op, ome Keesje
Momenten.
Wlm Sacksioni
12
De suppoost van de onoverdekte kijkt tegenwoordig alleen maar met
een gezicht van: o ja, dat is die idioot, die met een kaart voor de over
dekte op de onoverdekte gaat zitten. Maar u weet het al: het is de
van-boetbal-houdende zwager, die mij tot onoverdekt zitten noopt.
V weet dat zo niet u heeft waarschijnlijk overdekt en gereserveerd
uw vaste plaats u kent alleen de gemoedelijke Ajax-familie-stemming,
waarvan we overdekt bij elke thuiswedstrijd genieten.
En tochtoch heeft het onoverdekt zitten ook z'n bekoring.
Laat ik u dat nu eens vertellen. Je hebt er het gevoel, meer buiten
te zijn: met vrij uitzicht, voor en achter. De stoere westenwind blaast u
in het gezicht je denkt er niet aan, geen duppie te offeren voor het
„gemakkelijke zitje", want de banken zijn vaak aan de nattige kant.
En dan het publiek!
Laten die lui van de overdekte zich nou niks verbeelden! Hier zitten
de ware kenners hier zitten de mannen-van-het-vak, die niet naar
Ajax gaan omdat ze er toevallig een kaart voor hebben, maar die hun
vijf-en-zeventig centen hebben neergeteld in de verwachting, dat ze een
mooie wedstrijd zullen zien. Met goede ogen ziet u dat wel van de
overkant af: er zijn niet veel dames op die onoverdekte da's misschien
een op de tien. Wie z'n vrouw lief heeft, late haar thuisje gaat
alléén naar 't voetballen kijkenda's mannenwerk!
De geest van die tribune is óók anders. Ik zou zeggen: meer zakelijk.
Als het signaal voor de rust gaat, weten wij van de overdekte niet,
hoe gauw we naar het restaurant zullen komen om er eentje te pikken.
De man van de onoverdekte heeft zo'n haast niet. Hij moet vaak een
hele serie benen passeren om een sortie machtig te worden en daarom
blijven de meesten maar zitten. Ze kletsen wat ze luisteren naar de
grammofoonplaat of naar de meneer van het veilige verkeer.
En daar tussendoor komt de meneer met de harmonica. Die meneer
kent de overdekte helemaal niet. Dwars door Tino Rossi heen trekt hij
z'n harmonica open en dicht, met het gevolg, dat je zo'n kermisidee
krijgt. Hij wringt zich al spelende met z'n „alstublieft heren" over de
tenen heen en tot m'n grote verbazing ontmoet al dit werk toch een
waardering die dit muziekmaken de moeite waard doet zijn. De dubbel
tjes worden hem zonder verzoeken om gauw door te lopen aangereikt.
Wat is de massa au fond toch goedig. „Alstublieft heren" en de heren
betalen, ofschoon ze waarschijnlijk de meneer met z'n harmonica erbij
naar de Mookerhei wensen.
Dan rolt de bal weer. Er is meer wind gekomen. Dat merk je zo niet
op die overdekte, maar hier vang je elk zuchtje op. En dan komt ook
nog de zon, waar je net tegenin kijkt. Ik zet m'n hoed diep in de ogen
anderen houden het gekochte program met de officiële opstelling be
schermend voor de ogen. Dan weer, voor de afwisseling een buitje regen,
lekker fris midden in je gezicht.
Als ik thuis kom en m'n vrouw m'n natte jas ziet, vraagt ze: „Weer
onoverdekt gezeten? Morgen blaf je weer als een ketter. Gek ben je!"
Dan zeg je maar niks, maar je gelooft, achteraf, dat je vrouw toch
gelijk heeft
VLINDER.
Ofschoon ik over het algemeen een zeer slechte luistervink hen, volg
ik ditmaal met de allergrootste belangstelling de spannende avonturen
van Ome Keesje met z'n reisgenoten. U weet wel, die radio-uitzending
voor kinderen van vijf tot tachtig jaar. Zondagmiddag's precies half zes,
als ik nog zit na te puzzelen over de sportuitslagen, die de A.V.R.O. ons
trouw iedere week brengt, snuffel ik als een oude jachthond, die op het
spoor van de vos gezet wordt, en leef geheel met deze uitzending mee.
Want het gaat ditmaal om niets meer of minder dan de ontdekking van
het eiland EUTOPIA, V weet wel dat gezapige plekje grond waar nu
letterlijk iedereen gelukkig en tevreden is, waar geen Lieftinck steeds
maar weer probeert je spijsvertering in de war te brengen, geen huur
verhogingen dreigen, geen stakingen zijn, geen woningnood heerst, geen
politiek de hemel verduisterd, alle vlees van de bon is, de vrouwtjes
steeds in een stralend humeur zijn, en de schoonmoeders meer dan ge
noeg aan hun eigen roddelclubje hebben.
Want als dat eiland werkelijk wordt ontdekt, zal er toch ook wel een
voetbalclub zijn, en natuurlijk heb ik als goed Ajacied nu reeds m'n
maatregelen getroffen. Want het lijkt me van het allerhoogste belang
om daar zo spoedig mogelijk een vriendschappelijk^e wedstrijd te spe
len, en als we er maar eerst voet aan wal hebben gezet moet het een
klein kunstje zijn een reglement van die Eutopinezen te pakken te
krijgen. Ach du lieber wat zullen we dan een prachtige tijd tegemoet
gaan. Dan geen spelers die zich zwaar gepasseerd voelen en over
schrijving vragen, geen elftalcommissieleden die direct op hun zere teen
tjes zün getrapt, geen gemopper meer over scheidsrechters die wel eens
verkeerde noten aan hun instrument ontlokken en geen publiek, dat de
zitkussentjes als projectiel gaat gebruiken. Dan wordt het bij ons een
Voetbal-Walhalla, waar ieder lid zich uitslooft om minstens iedere dag
een goede daad voor de club te doen, het spelregelboekje desnoods van
achteren naar voren kan opdreunen, zeker twee maal per week intensief
gaat trainen, nooit kankert, en het clubblad volschrijft met sappige en
smeuige copy.
Ik hoop nu maar dat die Ome Keesje geen pech meer heeft en een
beetje opschiet, en de K.L.M. toestemming krijgt om over die landen
te vliegen die nu zo'n grote bek opzetten. En als dan dit zaakje een
beetje diplomatiek wordt aangepakt, misschien dat we dan ons vijftig
jarig bestaan wel onder de meest ideale omstandigheden kunnen vieren.
Zet hem op Ome Kees.
J. S.
Dorp op de Veluwe.
13 Maart 1949.
HollandBelgië
Dat kleine, woelige wereldje daar, achter me.
Madammekes met zéér karmozijnen lipjes, blanketsel en blauw-zwarte
streepjes boven de ogen.zwaaiend met rood-geel-zwarte papieren
vlaggetjes.en dat manneke met 'n gebreid mutsje op, 'n rode baan
boven de ogen, 'n gele strook erboven en 'n zwart pluimpje op de
kopgeflankeerd door z'n meisje met óók zulk een broderie van
nationale kleuren op het gitzwarte krulhaar
Dat onstuimige wereldje daar achter me, in hysterie juichend bij die
tweede goal voor hun lievelingendie uitbarsting, wild-spontaan, el-
hevig, als 'n tornado, 'n wervelstorm van enthousiasme
Was dat 'n klein stukje „hel van Deurne", 'n fragment van Antwerpse
brui-jool?? Helaas, we hebben het in ons lange leven nimmer gebracht
tot ook maar één enkele visite aan Deurne! We wachten nog immer,
jaar in jaar uit, op 'n kaart voor Deurne. Op één enkele doop dei helle,
ginds in het Vlaamse! Maar als dit een klein voorschot op die zalig
heid is, dan weten we wél wat ons te wachten staat!
Dat wilde wereldje daar achter ons.op de tribune in het Amster
damse Stadion op Zondag 13 Maart 1949.wat zaten we beteuterd
en overdonderd te kijken. Vóór ons 'n zich ontrollende debacle, 'n hope
loos eenzame Abe, 'n eeuwig te laat agerende Rijvers, 'n hollands
voetbalwerkstuk, waarvan de delen niet in elkaar wilden passen, 'n ver
drietig gedoe. Maar achter ons, het leven, de jool en de zaligheid, de
vulkaan van enthousiasme, de complete voetbal-hellevreugd.
Doch er was nóg 'n bezoeker, onopgemerkt, aanwezig, in de geest dan
wel te verstaan. En dat was Brederode, die het al gezegd had, voor ooit
een voetbal roldehet kan verkeren. Onze beneluxueuze vrouwtjes
met de karmozijnen lipjes en de harde ietwat onwezenlijke blauwzwarte
streepjes boven de zwarte ogen. Hoe innig-somber keken die zwarte
spiegeltjes der ziel van onder het gebrei-de mutsje, na die tweede goal
van oranje. Hoe stil werd het in het hoekje van de hel, daar achter
ons. Het werd duister in die omgeving, naar mate het belgische elftal
werd ge-Kraak-t en bij elke attaque die Faas en Abe ondernamen op
het rood-geel-zwarte heiligdom hoorde je, daar achter ons, de harten
bonzen van ontzetting.
Nog vier minuten. Het vonnis werd voltrokkenDat prachtige
schot van Abe.de genadestoot in die hartjes daar achter ons. Reeds
zakte het gordijn over de stilte van het kleine fragment van Deurne,
toen die wonderlijke greep naar de bal kwam, die Steenbergen nog
wekenlang zal hinderen
Nóg even leefde de hel op, de brul van 'n geplaagde vlaamse leeuw
snerpte nog éénmaal in een half gesmoord, hartstochtelijk „pienal-
tie"dan de knal. Gelijk! Einde.
Niemand ging voldaan naar huis.
VLOKK1E.
Sportvrienden J
Uw tabaksbonnen het best besteed bij
Damstraat 38, Tel. 49571, Amsterdam C.
Vrije verkoop van alle merk-sigaren.
Zonder Bon:
Amerikaanse en Virginia import sigaretten 2.80 en 2.92
Alle merken rook*, shag* en pruim-tabak voorradig.