AJAX-SPARTA (1-1) De Sparta-verdediging werkt de bal weg. Foto: R. v.d. Randen
schot uit zijn doel te houden. Beb's pogen was schoon; helaas
niet succesvol (02). 't Begon donker te worden aan de
meestal zo heldere Ajax-hemel. Michels probeerde wel wat
opklaring te brengen, maar zijn prima kopbal millimeterde de
lat. Vervolgens vroeg Bruins aller aandacht. Hij bracht het
aardig ver, doch helaas niet ver genoeg en toen Guus een kans
als een hooischuur, die in zo'n geval Fischer's naam ook
Gerrit zat op de tribune vrij zeker in de krant gebracht
zou hebben, niet wist te benutten, ging Haarlem het maar
weer proberen. Van der Hart, die in Roozen zijn mannetje
gevonden had Cor maakte enige malen free kick, geen teken
van weelde kreeg het steeds moeilijker. De gaten in onze
verdediging, die angstwekkende vormen hadden aangenomen,
konden door hem en de hardwerkende Stoffelen en v. d. Hoe
ven niet meer gestopt worden. De Haarlemmers glipten er
doorheen als paling door de mazen van een zegen en het ver
wonderde dan ook niemand, dat Haarlem's rechtsbinnen, dank
zij een cadeautje van Jansen, de score op 03 bracht. De
roodbroeken gingen glimlachend thee drinken (logisch), onze
jongens niet (ook logisch!). Vlak na de rust scoorde Bruins
via de paal tegen (13) en dat gaf de burger weer moed. Een
kwartier lang vochten onze jongens voor een beter resultaat,
doch humoristisch optreden van onze verdediging kostte een
doelpunt (14) en gaf ons team de zekerheid, dat er niets
meer te redden viel. We zaten diep in de puree. Roozen profi
teerde ervan, pikte een harde pass van Smit - Kick doet het
nog best op en wandelde op zijn dooie gemak naar ons doel.
Hij nam de weg van de minste weerstand, naderde Beb tot op
een paar meter en- schoot de bal langs onze vertwijfelde doel
man (15). 't Was triest, zeer triest. Michels vond dat toch
al te gek, ging er in zijn eentje vandoor en gaf met een ferm
schot Haarlem's goalie geen kans (25). Even later blies de
heer v. d. Meer, die de sportief gespeelde match op zijn beken
de manier leidde, het eindsignaal en konden wij peinzen over
een keiharde nederlaag. Vijf tegen twee op eigen veld geeft
te denken en we moeten ver in onze geschiedenis terug gaan
om zo'n zware nederlaag op te diepen. Een nederlaag is niet
erg, soms heel gezond, maar deze collapse - deze defensie-
collapse geeft al heel zwaar te denken. Misschien is het
een excuse, dat Fischer, Potharst en Beumer Gerrit blijkt
tijdens de match tegen D.O.S. een hersenschuding te hebben
opgelopen, doch is gelukkig alweer aan de beterende hand
op het appèl ontbraken, het feit blijft, dat er aan ons team het
een en ander te schaven valt.
AjaxSparta 11.
De Spartanen, gestoken in een frisch Engels tenue het
shirt maakte een keurige-fleurige indrukhebben hun uiter
ste best gedaan de beide punten uit de Meer te slepen. Door
onproductiviteit der Rotterdamse voorhoede zeker vier „ge
heide" kansen gingen de mist in brachten zij het tot slechts
één punt en had Drager, na eerst een penalty in doelman
v. d. Draay's handen te hebben geschoten, in de laatste minuut
wat beter gericht, de overwinning was ons geweest. Verdiend?
Och neen, want ons team kwam ook niet tot grootse daden.
Van der Hoeven, in deze match opgesteld als rechtsbuiten, was
naar onze smaak de beste man van onze ploeg. Hij deed, vooral
voor de rust, opvallend goede dingen en uit één van zijn vele
afgemeten voorzetten, kreeg Drager de kans om een 60 km-bal
langs v. d. Draay te laten suizen (10). Een prachtig doelpunt
en hoe Guus ineens dat schot uit zijn schoen wrong, zal wel
altijd een raadsel blijven. De Spartanen met de zekerheid voor
ogen, dat een nederlaag de kleine kans om de degradatiedans
te ontspringen aan diggelen zou slaan, zwoegden onverdroten