Wim Sacksioni
Ons clubblad, geschreven door en voor Ajacieden, staat in
het teken der belangstelling. Dat is prettig te weten, vooral
als men bedenkt, dat ons blad wordt opgemaakt, geredigeerd,
etc., door amateurs, die een drukke werkkring hebben en voor
wie voetbal van secondair belang is. Hun dagelijkse bezigheden
zijn van dien aard, dat weinig vrije tijd beschikbaar blijft,
waardoor zij soms gedwongen zijn een gedeelte van hun nacht
rust op te offeren om op de vastgestelde datum (gelukt niet
altijd) het „Ajax-Nieuws" te laten verschijnen. Zij doen dit
met een weids woord gezegd „journalistieke" werk, geheel
con amore, louter en alleen uit liefde voor hun sport, louter en
alleen uit liefde voor hun club. Hun werk wordt door vele
Ajacieden en ook door velen buiten de Ajax-kring gewaar
deerd, zelfs zeer gewaardeerd, hetgeen meerdere malen tot
uiting kwam. Er zijn leden, die eerst het „Ajax-Nieuws" van
a tot z uitlezen, voor zij aan geestesproducten van de „Konin
gin der Aarde" beginnen. Wij kennen clubgenoten, die na ont
vangst van ons blad in een gemakkelijke stoel duiken en zo
lang zij met het verslinden der pennevruchten onzer scribenten
bezig zijn, „niet thuis" geven. Dat is, zoals reeds gezegd, prettig
te weten en als wij dan nog vertellen, dat ons blad in Indonesië,
Zwitserland, Zweden, ja zelfs in Amerika, wordt gelezen, dat
sportjournalisten om toezending van het „Ajax-Nieuws" ver
zoeken, zal men het ons, doodgewone amateurs, wel niet kwa
lijk nemen, als wij een tikkeltje trots op onze clubkrant zijn.
Er zijn echter lieden, z.g. „sportschrijvers", die ons krantje
niet mogen, er bepaald „iets" tegen hebben. Dat zit zo. Wij
brengen wel eens primeurs, Suriname b.v., schrijven artikelen
over hedendaagse voetbalopvattingen en geven opmerkingen
ten beste over voetbaltheoretici, die ons willen doen geloven,
dat voetballen uit een boekje geleerd kan worden. Het zijn op
merkingen aan het adres van „beschaafde" sportschrijvers, die
„tegenliggers" betitelen met „mummies", „klungels" en wat
alzo in hun „speciale" vocabulaire voorkomt. Men begrijpt, dat
zit met ons blad dus helemaal niet goed, zelfs totaal verkeerd.
Eén van deze „grappige" sportjournalisten let wel, sport
journalisten heeft zich nu gerevancheerd. Overtuigd, dat er
tegen onze artikelen niets gezonds is in te brengen er zijn
in onze krant n.l. mannen met jarenlange ervaring aan het
woord, mensen uit de practijk dus, die dan misschien letter
kundig niet voor „vol" aangezien kunnen worden, doch in ieder
geval ('t is door de jaren heen bewezen) verstand van voet
ballen hebben heeft de goede man op echt sportieve manier
wraak genomen. Hij deed het in de geijkte „speciale" stijl. Hij
gaf zijn lezerskring op de bekende „elegante" manier „voor
lichting". Bedroevend en uit zakelijk oogpunt bekeken, ver
bazingwekkend, dat de redactie een dergelijke toon in haar
blad heeft laten doordringen.
D.O.S.Ajax 44.
De return-match tegen D.O.S. eindigde in een draw. Wel
scoorde ons aanvalsquintet vier doelpunten (Theo Brokmann
drie stuks), normaliter voldoende voor een overwinning, maar
enige kostbare fouten in onze verdediging werden zonder par
don door de Utrechtenaren afgestraft en mochten wij uitein
delijk nog blij zijn, zonder nederlaag naar huis te kunnen
Sportvrienden
Uw tabaksbonnen het best besteed bij
Damstraat 38, Tel. 49571, Amsterdam C.
Volksherstel sigaretten import zonder bon 2.68 per pakje
Grootste sortering in Tabak, Sigaren,
Sigaretten en Rookartikelen.
terugkeren. Collega Schoevaart geeft elders in dit blad een
verslag van deze, in zeer sportieve sfeer (goed zo, vrienden)
gespeelde wedstrijd, zodat wij met een gerust geweten over
kunnen gaan naar de derby:
AjaxBlauw-Wit 11.
Daar zaten of stonden wij dan weer, met zo'n dikke twintig
duizend voetbal-fans, in ons knus stadionnetje. Vandaag ging
het weer gebeuren, draaide de „klassieke voetbalfilm", die
naar de naam „AjaxBlauw-Wit" luistert. Al de „groten" uit
de Amsterdamse voetbalwereld en de „keien" uit een grijs ver
leden wij zagen Schindeler, v. d. Kluft, Delsen, Gupfert
e.a. hadden de tocht naar ons home ondernomen. Van hein
de en verre waren zij gekomen, die oude „glorieuzen" om nog
eens te ruiken aan de fles met dat pittige rood-blauw-witte
voetbaldrankje, waaruit zij in lang vervlogen jaren met gul
zige teugen hadden gedronken. Vandaag was het dan weer zo
ver. Wel luisterden de figuren op het groene tapijt naar andere
namen, hadden de shirts een ander-, een meer modern model,
doch de kleuren en de sfeer rondom het voetbalgedoe waren
gebleven. Precies als in die „goeie ouwe tijd", toen zij die legen
darische figuren uit felle AjaxBlauw-Wit voetbalkampcn,
nog zo jong, zo sterk en zo bedreven in het spel waren.
Daar zaten zij dan weer; een pietsie grijzer, misschien een
tikkeltje strammer, maar toch met de smeulende-, plots weer
fel flikkerende vonk in 't hart; met de vonk, die zal blijven
gloeien voor hun club, voor hun spel, totdat de Grote Scheids
rechter voor het laatst „inrukken" blaast. Of zij hebben ge
noten, die middag in ons stadion? Wij wagen het te betwij
felen. 't Was een rommelig gedoe, vooral het eerste half uur.
De zenuwen voerden de boventoon, drukten zwaar haar stem
pel op het spel. Blauw-Wit vond het eerst de weg terug, sloeg
toen spoedig raak, doch de heer v. d. Meer dacht er het zijne
van en de Blauw-Witte schare juichte aldus te vroeg. Berg
man „nam" dat niet, kromde eens extra zijn rug, flitste naar
ons doel en het resultaat van zijn inspanning gaf de fotograaf
gelegenheid een welgeslaagd plaatje te maken, dat U op de
frontpagina van deze krant vindt. Ajax was meteen haar
nervositeit kwijt, hetgeen Drager en Van Dijk in een paar
vlotte aanvallen gingen demonstreren. Van Raalte mocht de
handen uit de mouwen steken, wat hem lang niet onverschillig
liet. Een paar venijnige knikkers stopte hij in zijn bekende
aparte stijl en een knoert van een kopbal, afgevuurd door
Michels, dook hij met een pantersprong uit de hoek van het
doel. De heer v. d. Meer kwam rap toegesneld om zich te over
tuigen of de save niet achter de lijn was geschied. Een ver
trouwen gevende activiteit. Onder de bedrijven door schoot
Fischer, na eerst Michels met een oerharde kanjer onklaar
gemaakt te hebben, Wilders van de sokken. De Blauw-Witter
ging finaal groggy en het duurde enige minuten voor deze
stoere knaap de strijd kon voortzetten. Na dit intermezzo was
het weer Fischer, die de aandacht vroeg. Een paar snelle
rennen en een keihard schot, dat Altink uit het Blauw-Wit-
doel kopte, gaven hem een welverdiend applaus, maar leverden
geen tastbare resultaten op. Die waren tot aan de rust voor
onze ploeg niet weggelegd, daar de Blauw-Witters er niet
aan dachten, de kostbare voorsprong prijs te geven. Integen
deel, een felle aanval, leverde bijna een tweede doelpunt op,
doch Leentvaar keerde het harde schot van Bergman op fraaie
wijze. De tweedP helft gaf direct een Ajax-team te zien, dat
alle krachten inspande om gelijk te komen. Aanval na aanval
rolde in de richting van de Blauw-Wit-veste, doch Wilders en
zijn clubgenoten verdedigden frenetiek, zodat de moeilijk te
passeren Van Raalte het niet zwaar te verduren kreeg. Het
zal zeer de vraag zijn geweest of de gelijkmaker ooit ter
wereld was gekomen, als Fischer niet zo buitengewoon actief
een mislukt schot van Drager achterhaald had. Gerrit kreeg
de bal ;nog net voor de lijn te pakken, schoot hem meteen
voorbij de uit positie gespeelde Van Raalte, waarna het voor
Brokmann een koud kunstje was zie de foto hard in te
knallen. We stonden gelijk en daar Blauw-Wit èn met uit
vallers èn met vermoeidheid te kampen kreeg, openden zich
schone perspectieven voor een Ajax-zege. Opgestuwd door
Cor v. d. Hart, wiens spel ieders bewondering wegdroeg, kreeg
onze voorhoede voldoende gelegenheid de zege veilig te stellen,
maar het wilde niet gelukken de bal langs Van Raalte te
krijgen. Zelfs Stoffelen en Krist stelden de Blauw-Wit-doel-
man op de proef, doch ook zij hadden geen succes. Tegen het
einde zagen wij Jan Potharst, die met Beumer voor Bergman
c.s. een moeilijk te nemen hindernis vormde, een rush naar
het Blauw-Wit-doel ondernemen, doch ook deze poging leverde