Momenten.
Scheidsrechter v. d. Spek.
De magie van voetbal.
Mijn dierbaar dorp op de Veluwe ligt omkranst in gouden hersft-
tooi. Aan een grijze hemel, die gejaagd voortraast onder de striemen
van een straffe Zuidwester, schuiven wat blauwe plekken voorbij. De
hemel is blauw achter de wolken. Moedgevende symboliek, zegt de
dokter, naast me.! En daarbij denkt die deftige, keurige dokter nota-
bene aan voetbal
Want we stappen voetbal-waarts. Ik geniet in volle omvang de schoon
heid van deze dag. Van dit levend schilderij vol uitbundige kleuren.
Van het jaarlijkse wonder dat herfst heet. Maar mijn dokter is altijd
uren lang voor het beginsignaal van een voetbalwedstrijd reeds gemag
netiseerd. Het lijkt wel of voetbal in deze jonge (oude) man krachten
opwekt, die hem veerkracht geven. Straks zal deze keurige, deftige
dokter uit mijn dorp op de Veluwe 'n bewegelijke jongen zijn. De man,
die zo rustig polsen kan bespelen en diagnoses uitwerken, die dagelijks
staat tegenover decadentie en dood, zit straks als een veulen te springen
op de tribune. En de blauwe plekken aan deze stormachtige herfsthemel
zijn voor hem symboliek voor een victorie van zijn voetballers!
Welk een wonder verricht voetbal dan eigenlijk?
Vóór me op de eerste rij zit, steevast, dat andere mannetje uit mijn
dorp, dat ik bewonder (het mannetje namelijk).
Het is n ietwat simpel heertje met een beslist zonderling stijf zwart
hoedje, waarvoor je geen naam zoudt kunnen uitdenken. Een soort op
geblazen matelotje, zwart geverfd. Ik zie zijn hand beven, die het
stompje sigaar telkens onnodig ujt de mond brengt en terug. Ik zie
hem stampen met zijn stok en ik weet precies wat er gebeurt, als de
jongens van mijn dorp scoren. Dan staat dat mannetje niet op, want hij
is stijfjes (heb ik wel gezien). Maar dan stampt hij woedend-blij met
die stok. Heel lang, totdat de bal weer rolt. Dan komt het stompje
sigaar weer aan de beurt.
Mijn dokter noemt dat mannetje een lichtend voorbeeld Ik berust
in die opvatting. Ik ben trouwens wel geïmpressioneerd van zo'n heerke,
in de winter zijns levens hangende aan het magische spel van bal en
palen. Laatst had ik met de dokter een gesprek over physiognomie,
naar aanleiding van de spanning, die ligt op de aangezichten van
mensen, die op een tribune een sportgebeurtenis ondergaan, 'n Beschaafd
mens vloekt niet, zegt de dokter. Daarom hoor je zelfs op nette tribunes
zo intens vloeken, zeg ik! n Beschaafd mens, zegt de dokter vervol
gens, kan echter evenmin ontkomen aan gemoeds-stormen (het woord is
geweldig!en kijk dan naar zijn voorkomen. De kunst om iemands
karakter uit zijn gelaatstrekken te lezen, kun je nergens beter be
oefenen dan op de tribune bij een voetbalwedstrijd. En daar heb je
het nou!
Toen ik, jaren geleden, in Madrid bij een stier en-tour nooi mijn
ergernis niet kon onderdrukken, toen ik het gemartel zag van de
stieren, die door zo'n picodar (dat is een stierenvechter te paard) met
een lans werden getergd, kreeg ik de hele Spaanse omgeving tegen
me en zat ik als een gebeten hond tussen die wellustelingen, die een
stierengevecht een mooi iets vinden. Ik heb toen een staaltje van
gelaats-gymnastiek weggegeven, dat dènderend geweest is.
Minachting, walging, verafschuwing!
Maar dat was in Madrid.
In mijn dorp op (feze schone Veluwe ben ik alléén maar verbaasd,
geïnteresseerd, geamuseerd en ernstig.
Soms vraag ik me af hoe zo'n manneke met de stampende stok en de
bevende sigaar) zich zal gevoelen, als op een kwade dag dat zelfde
manneke tot de conclusie zal komen, dat voetbal „hem niks meer doet",
als ie zal „wegblieven" en als de pret „uut" is!
Komt er zo'n keerpunt?
Of is de magie van dat groteske spel van een opgeblazen varkens
blaas en een stuk rund er om héén, voortbewogen door 44 geschoende
mansvoeten, een geëterniseerd iets? Is die voetbal-magische vonk
onuitblusbaar?
Het schijnt zo.
De capriolen van het bruine geval zijn altijd nieuw. Elke wedstrijd
weer. Er is in voetbal iets onberekenbaars. Onze verslaggevers prutsen
met Vrouwe Fortuna en vervallen in eindeloos gerepeteer van zinnen
en zinloze gemeenplaatsen. Hoe weinig leesbaar zijn onze voetbalver
slagen, zelfs in de grootste van de grote dagbladen, enkele, héél enkele
uitzonderingen daargelaten.
Omdat het zo moeilijk is, een voetbalmatch te „verslaan" met behoud
van de essence van het gebodene. Elf kerels tegen elf kerels. De één
met een gepijnigde ziel over ach zoveel wat tegenliep en dat niets met
het groene grastapijt te maken heeft. De ander met een pijnlijke schou
der en voor de rest niets. Een leeg geval, met overigens voor voetbal
geschapen benen. Zo'n mengelmoesje staat elke Zondag tussen de
lijnen.
En stelt ons voor problemen, raadselen en verrassingen.
En mijn goede dokter rekent alléén met z'n eigen rekensommetjes.
En mijn kleine, goede manneke (met de stampende stok en de bevende
sigaar) ziet alléén maar naar goedgekleurde succesjes.
Achter dat alles staat hét voetbalspel.
'n Magische grootheid, die in vele landen der wereld tot business is
geworden, die kelen heet schroeit en beurzen spekt
Overspannen jongetjes bederven hun leertijd ermee. Dat is een min
voor de magie van het voetbal. Gezonde jongens met sterke karakters
vormen hun persoonlijkheid ermee. Dat is een grote plus voor diezelfde
toverkunst van het voetbal.
Maar tenslotte ben ik het ééns met mijn dokter:
Voetbal, zegt de dokter, houdt je jong!
Daarom heeft voetbal iets magisch, iets van toverkunst.
Goal!
Mijn manneke met de stampende stok en de bevende sigaar)
bewijst het!
Vivat voetbal! D. K.
De thuiswedstrijd tegen S.V.V. zal nog lang in onze herinne
ring blijven voortleven, en dit niet alleen om de keurige staal
tjes voetbal waarvan vooral voor de rust S.V.V. ons liet
genieten, als wel om het volkomen falen van scheidsrechter
v. d. Spek. Ik zelf volg nu al ruim veertig jaar de altijd ver
wonderlijke sprongen van het bruine monster, en heb dus van
zelfsprekend ook vele zonderlinge beslissingen door diverse
scheidsrechters zien nemen, maar nog nimmer zag ik een ref,
die zó volkomen z'n leiderschap vergat. 'Het Amsterdamse
publiek heeft de naam „uiterst sportief" te zijn, dit bleek
trouwens wel overduidelijk, toen S.V.V. door voortreffelijk
voetbal een verdiende 31 voorsprong behaalde, en herhaal
delijk open doekjes kreeg. Ook na de rust bleef het een boeiende
wedstrijd, en leefde het publiek geheel met deze strijd mee.
Reeds toen kon men niet bepaald zeggen, dat v. d. Spek „tot
aller genoegen" floot, maar hij verdeelde z'n foutjes over
beide partijen, al was „men" het dikwijls lang niet met z'n
beslissingen eens. Het nemen van Guus Drager was dermate
„in aller oog" lopend, dat hierover de gemoederen boven het
kookpunt heen kwamen, wat natuurlijk altijd te betreuren is.
Laten we vóór alles even vaststellen, dat iedere scheidsrechter
geheel ,,con amore" z'n fluitsolo weggeeft, en ook al doet hij
dit nog zo goed, er altijd verschil van mening zal blijven be
staan over zijn beslissingen. En ook is het onze diepe over
tuiging dat iedere ref het veld ingaat met de heilige wil z'n
instrument even feilloos te bespelen als de rattenvanger van
Hameln. Maar de K.N.V.B. als gróte werkgever bepaalt
of je werkelijk wel de wijs kunt houden en alvorens het
praedicaat (éérste klasse scheidsrechter) wordt uitgereikt,
men vele moeilijke hindernissen heeft moeten nemen. Onze
clubkrant is natuurlijk een partij-blad, maar dan toch in de
goede betekenis van het woord. Aan schelden en bij voorbaat
de tegenpartij de schuld geven, doen wij nooit mee, maar hier
moet toch een „tot hiertoe en niet verder" worden toegeroepen.
Het Ajax-bestuur wordt verantwoordelijk gesteld voor even
tuele excessen op ons terrein, maar wanneer men doorgaat
met dergelijke functionarissen aan te stellen, kunnen deze niet
uitblijven. En dat wij in ons oordeel niet alleen staan, bewijst
het volgende verslag in de Nieuwe Apeldoomse Courant van
11 October 1948, over de wedstrijd A.G.O.V.V. tegen Quick:
„De strijd was nu weer volkomen open en met geen
mogelijkheid was te voorspellen, wie uiteindelijk zou
winnen. Alhoewel het spel in de tweede helft al niet
meer van hoog gehalte was, raakte scheidsrechter v. d.
Spek volkomen de kluts kwijt en begon een waar fluit
concert, brak practisch elke aanval te pas of te onpas
af, en nam volkomen verkeerde beslissingen. Wat de
man mankeerde, weten wij niet, doch wij hebben in jaren
niet zo'n volkomen falende scheidsrechter gezien. Door
de dubieuze beslissingen kreeg de wedstrijd, die overigens
volkomen fair en uiterst sportief is verlopen, een rom
melig karakter en begon men zelfs buiten de lijnen mee
te fluiten. Gelukkig hielden de spelers het hoofd koel
en had deze zwakke leiding verder geen nadelige ge
volgen."
Wij zullen het hierbij maar laten, maar de K.N.V.B. zouden
we toch met nadruk willen verzoeken, ons voor het vervolg van
de competitie meer competente leiders aan te wijzen.
J. S.