Wie de schoen past
In verband met de vele critiek, die de laatste tijd op ons
eerste elftal wordt uitgeoefend, ben ik eens even in de pen
geklommen. En dan wil ik eerst stilstaan bij diegenen, door
wie de critiek geleverd wordt.
En wat zien we dan? Dat de meeste en ergste (om niet te
zeggen „smerigste") critiek komt van hen, die van voetballen
(om in de termen te blijven) de ballen verstand hebben:
van hen, die bij een overwinning of kampioenschap vooraan
staan om de spelers op de schouders te kloppen of te bewiero
ken (dezelfde spelers, die ze nu door het slijk sleuren)
van hen, die „Ajacied in hart en nieren" zijnmaar als
het minder goed gaat, stiekumpjes hun Ajax-speldje afdoen;
van hen, die afgunstig zijn en vinden, dat ze het veel beter
kunnen en al lang in het eerste elftal moesten spelen (de beste
stuurlui staan nog steeds aan wal).
Bovendien matigen de meeste critici zich nog aan het privé-
leven van een speler onder de loupe te nemen en dit met de
nodige ophef, verbeelding en leugens op de tribune te verkon
digen en dan liefst zo luid mogelijk om maar te laten horen,
dat „hij" 't weet. „Hij" weet wel hoe het komt,
dat speler X uit vorm is (gaat te veel met zijn meisje uit)
dat speler Y niet snel meer is (drinkt te veel borreltjes)
dat speler Z niet meer mee kan (is te veel op stap) enz. enz.
Ja, hij kent iedere speler van héél dichtbij en weet è,lles
Alleen weet hij schijnbaar niet, dat de spelers louter voor hun
genoegen spelen, net zoals de anderen kijken, en dat U,
„meneer de criticus", niets, maar dan ook niets met hun privé-
leven te maken heeft.
En misschien weet U ook niet, dat het voor beschaafde en
intelligente mensen zoals U, erg ongepast is zich met dergelijke
roddelpraatjes in te laten! En of een speler van Ajax 1, n'im-
porte qui, nu te veel borreltjes drinkt of te veel uitgaat, nog
maals, dat gaat U niets aan en moet de speler zelf weten,
daar hoeft U niet voor td zorgen.
Want de speler moet ook zélf voor zijn conditie zorgen; de
speler moet ook zélf iedere Dinsdag en Donderdag aanwezig
zijn voor de training; de speler moet ook zélf zorgen, dat hij
mee kan komen.
Er staan namelijk ook andere krachten klaar, die graag in
het eerste elftal willen spelen, maar daar heeft een speler geen
beledigende praat van U voor nodig om zich dat te realiseren.
Bovendien is er nog een trainer en E.C., die ook door U
gekozen zijn en die capabel genoeg zijn om, indien een speler er
niets meer voor over heeft en niet fit meer is, deze door een
ander te vervangen.
U neemt Uw plichten tegenover Ajax waar, door 's Zondags
de wedstrijden te bezoeken (misschien alleen nog als het niet
te koud is) en Vrijdags op de clubavonden Uw „oudewijven
praat" rond te strooien. De spelers nemen hun plichten tegen
over hun vereniging waar, door Dinsdags en Donderdags bij
elke weersgesteldheid te trainen om Zondags in staat te zijn de
rood-witte kleuren naar beste kunnen te verdedigen.
En als U vindt, dat er door de Ajacieden te veel gedronken
en uitgegaan wordt, dan moet U maar eens een grote spiegel
opzoeken en daarin lang en goed kijken! Met Uw „opbouwen
de" critiek heb ik mij uit de tent laten lokken met dit commen
taar iri de hoop, hieraan nu eens een einde te maken, maar de
juiste reactie was eigenlijk: Bah!
Eén en ander ontheft jullie, eerste elftal-spelers, echter niet
van de zéér zware taak, die dit seizoen voor jullie is wegge
legd. En gezien de grote belangstelling, die er op de trainings
avonden is en de ijver en animo, waarmede jullie naar de prima
lessen van Walter Crook te werk gaat, mag ik aannemen, dat
je hier allemaal van doordrongen bent.
Ik ben er van overtuigd, dat jullie met medewerking van
bestuur en Elftal-commissie alles zult geven om Ajax weer
aan de top van de voetballadder te brengen. Speel, speel voor
alles wat je waard bent en met alle geoorloofde middelen, laat
niet je medespeler het vuile werk doen, maar pak zelf ook aan.
Iedereen werke de volle 90 minuten, iedere wedstrijd is even
zwaar en als we dan weer over het dode punt heen zijn, dan
weet ik zeker, dat alles sal reg kom.
Succes, boys!
VICTIM.
Beste Victim!
Natuurlijk krijg je het volle pond en de gelegenheid je opge
kropte ergernis te luchten. Dat Jan Publiek wel wat dank
baarder kon wezen, zijn we trouwens volkomen met je eens.
Mag ik je nog even in dit verband herinneren aan hetgeen ik
na R.F.C.Ajax en AjaxNeptunus schreef in het clubblad
van het vorig jaar December?
„Nu nog even iets tot onze leden en over hun hoofden tot de
Ajax-supporters in het algemeen.
Ook als club hebben wij op Zondag 30 November gefaald.
Het ;was duidelijk, dat Ajax tegen Neptunus psychologisch
voor een moeilijke opgave stond. Fischer, met de waarschuwing
van de vorige week boven z'n hoofd, speelde als een bridge-
speler, die kwetsbaar is. En zo was het met het hele elftal. Een
morele ruggesteun in wat applaus, wat aanmoediging in het
begin van de wedstrijd, had veel kunnen doen om onze jongens
weer zichzelf te doen worden.
En dat was toch werkelijk niet veel gevraagd. Als men nu al
vergeten is, hoeveel voetbalgenot onze jongens ons verschaft
hebben in de kampioenscompetitie, dan had men de tegen
prestatie alléén M kunnen leveren als dank voor het mooie
spel tegen Boldklubben. Maar we zaten verveeld toe te kijken,
met de kiezen op elkaar. Op z'n Amsterdams gezegd, als een
stelletje dooie dieven."
Dus, Victim, dat dankbaarheid in ons voetbalwereldje even
zeldzaam is al 'n artikel dat pas van de bon af is, daarover
zijn we het eens.
Toch vind ik het jammer, dat je tot het schrijven van je
artikel bent overgegaan en wel omdat je ageert tegen ge
roddel en daartegenover is het beste verweer een ijzig zwijgen.
Denk eens aan het geroddel tegen onze club in de jaren
vóór de oorlog. Ajax was een facistenzooitje, Piet v. Reenen en
Schubert liepen te venten met Volk en Vaderland enz. En
tengevolge van die vuilspuiterij hadden we zelfs op eigen veld
het publiek van de staantribunes tegen. De oorlog en de
schoonmaak daarna hebben uitgewezen, hoe misplaatst al dat
laffe geklets was.
Dus, Victim, neem mijn raad, laat al dat geroddel langs je
koude shirtje glijden. Ze worden vanzelf stil en roepen straks
wel weer hoera!
Adé.
AJAX 4—'t GOOI 2 1—3.
Dat ons vierde elftal diverse tweede elftallen van le klassers
moet bekampen, terwijl ons tweede elftal diezelfde dag Z.F.C. 2
ontmoet, zoals U weet een tweede klasser, dat zijn van die
dingen, waarover een gewoon sterveling alleen maar z'n
schouders kan ophalen. Het indelen van een competitie voor
reserve-elftallen, schijnt me een puzzle, moeilijker dan het vin
den van de draad van Ariadne en U en ik begrijpen er niets
van. Het was een stevige, vinnige wedstrijd, waarin de physiek
sterkste met de punten ging strijken. Toch nam Ajax de lei
ding door een magnifieke voorzet van Pieters Graafland, die
onberispelijk door Masseling werd ingekopt. De Gooiers vielen
hierna geweldig fel aan, maar onze achterhoede, met Blomvliet
en Bap Fritz, wist alle aanvallen af te slaan. Pittige uitval
len van de onzen brachten enige malen het Gooi-doel in ge
vaar en paal en lat traden als sta-in-de-weg op. Jammer was
het, dat onze vleugelspelers te weinig in het spel betrokken
werden, met al dat korte gedoe wisten de Gooiers wel raad en
Aukema en Huis liepen met boze gezichten rond, omdat ze
niet bepaald in figuurlijke zin op hun teentjes werden ge
trapt. Gooi het spel toch open, kerels, betrek je vleugelspelers
en centervoor meer in het spel en blijf in hemelsnaam niet zo
lang met die bal figuurzagen. Dat voorkomt dat lijf-aan-lijf
werk, pijnlijke enkels en boze gezichten. Van Son, onze keeper,
stal m'n hart door een prachtige save, maar kort voor de rust
moest hij toch vissen. Na de rust werd er zo mogelijk nog
harder gespeeld, gelukkig was de scheidsrechter prima. Twee
maal werd er door 't Gooi nog gescoord, vooral de derde goal
was een beauty. Wèl kregen wij nog enige kansen, maar deze
werden helaas niet door ons benut. Pieters Graafland kan een
goede linksbuiten worden, hij is snel, heeft een goed schot en
zet de bal mooi hoog voor het doel. Maar zoek niet altijd de
cornerlijn op, boy, breng meer afwisseling in je spel en wees
niet te bescheiden. Durf gerust een knoert te geven, knal er
maar vrolijk op los. Midvoor Masseling had geen geluk, jam
mer, hij werkt steeds voor twee, is voor de duivel niet bang en
kopt in alle standen. Het gehele elftal heeft hard voor de
overwinning gewerkt, alleen vonden we de linkshalfplaats on
voldoende bezet.
J. S.