't GooiAjax 22. „Op naar de volgende étage", was het slot van ons vorig overzicht en nu wij starten met het November-geschiedverhaal is het prettig te weten, dat nog slechts vijf buren boven ons wonen. Als het een beetje meeloopt zullen wij ons op deze ver dieping wel kunnen handhaven en blijven dan gespaard van na- competitie-narigheden. Bovendien is de mogelijkheid niet uit gesloten, dat de lui van boven een paar steken laten vallen en lijkt het ons zaak, maar zoveel mogelijk graankorrels uit de ruif mee te pikken, hetgeen, gezien het dringen om de bak, vandaag aan de dag niet meevalt. Tegen 't Gooi, te Hilversum, viel het om de dooie dood niet mee. Wij kregen er één, maar het heeft moeite gekost. Natuur lijk boekten wij de dit seizoen traditionele achterstand en wat onze jongens ook probeerden, het bleef tot de rust 10 voor de 't Gooi-ers. Daarna werd het zelfs 20 en leken wij ver loren. Ons veldspel was uitstekend, de wil om gelijk te maken groot, maar doelman Mosterd passeren, scheen voor ons niet te zijn weggelegd. Kansen kregen onze aanvallers legio, er waren erbij, die men „op een serveerblad" pleegt te noemen, maar de bal voelde meer voor lat en palen, dan voor het net. Éénmaal was het al heel frappant. Vijfmaal achtereen werd de bal in geschotenloeide het pubilek „nééééé" en zag tenslotte tot opluchting of teleurstelling, de kogel van Fischer tegen de lat bonken. Toen kwam Mosterd te hulp. Drager mocht een corner nemen, liet de bal voor het 't Gooi-doel tollen, waar Mosterd voor de rest zorgde. Dat was tenminste een stap dichter bij de gelijkmaker. Wel restte er nog slechts een korte spanne tijds, maar het kon en dus gingen de schouders er nog eens onder. Heel de 't Gooi-ploeg verdedigde de kostbare voorsprong en het moet een bittere teleurstelling voor de Hilversummers zijn geweest, dat een schot van captain Stoffelen, doelman Mosterd te geleerd was (22). Zo kwam dan het einde van deze sportief en in de beste verstandhouding (laat dit zo blijven, vrienden) gespeelde wedstrijd. Al onze jongens een beste match gespeeld, nu nog de kansen benutten en we tellen weer mee. Ajax—S.V.V. 3—3. 't Leek een aanwinst, die rood-groene ploeg uit Schiedam. Scherpe passes, vlotte combinaties, goed positiespel, uitsteken de balcontrole, kortom, voetbal naar ons hart, wat daar in ons eigen huis door de S.V.V.-ers naar voren werd gebracht. Wij moesten in het boek der voetbalherinneringen ver terug bladeren om daaruit zo'n Hollands team op te diepen en zullen vermoedelijk de plank niet ver mis zijn geweest toen wij stop ten bij Feijenoord, uit de tijd van Puck van Heel, Bas Pauwe en Kees Dqke. Kees Dijke, eens de roemruchte fullback van Feijenoord potige Kees is grijs geworden nu trainer van S.V.V., heeft eer van zijn werk gehad. Je proeft uit het Schie- damse voetbaldrankje, het oude beproefde Feijenoord-recept. Alleen de dekking der tegenpartij is intensiever, dus zwaarder geworden, maar overigens is het een getrouwe copie van de voormalige Rotterdamse grootmeesters. Wij hadden er voor de rust alle moeite mee en alhoewel de eerste kansen, zelfs een paar heel beste kansen, die met overleg en zelfbeheersing twee doelpunten hadden moeten opleveren, voor ons waren, konden wij er vrede mee hebben, dat rood-groen profiterend van afgewezen appèl voor buitenspel altijd fout, boys de leiding nam en zelfs met 20 voor kwam, hetgeen eveneens niet in strijd met het spelbeeld was. Zo stond onze ploeg dan voor de zware taak een behoorlijke achterstand weg te wer ken, een taak, die des te moeilijker was, daar de S.V.V.-ers, gedragen door het succes, elke duimbreed gronds hardnekkig betwistten en geen ogenblik op de behaalde lauweren gingen rusten. Ook niet toen Michels, deze middag één der beste spelers van onze voorhoede, fraai had tegengescoord. Integen deel, de Schiedammers gooiden er nog een paar scheppen op en, tot grote schrik van alles wat rood-wit adoreert, werd Leent- vaar voor de derde maal gepasseerd. Het gebeurde kort voor rust en toen tot overmaat van ramp, Gé Bruins, met een knots van een enkel onder de tribune kon verdwijnen, stonden onze papieren enige punten beneden pari. Optimisten zagen er tijdens de thee toch nog een gat in, maar de toto had aan ons vast en zeker geen droog brood kunnen verdienen, 't Is echter niet gelopen in de geest der sombe^ingen. De Ajacieden op het veld voelden zich nog lang niet verloren. Wel was Janie v. d. Veen uitgevallen, stond Cor v. d. Hart nu spil, Corrie v. d. Hoeven rechtshalf en Theo Brokman midvoor, maar dat mocht het strijdvuur niet blussen. Hadden onze jongens in vervlogen jaren niet voor hetere voetbalvuurtjes gestaan. V.U.C. in haar goede tijd, heeft het moeten ervaren. Met rust stonden de mannen van Stam met 50 voor en toen het finis was, waren twaalf doelpunten broederlijk gedeeld. En Zondag j.l. tegen 't Gooi, ook 2'0 achter en toch nog een draw. Neen, Ajax had wel een deuk in het harnas, maar de houwdegen was nog scherp. En drie kwartier om de schade in te halen, is een hele tijd. Zij zijn benut, die vijf en veertig minuten. Onder aanvoe ring van Fischer, Michels en Drager werd de Schiedamse veste bestormd, werd S.V.V. uit het lood geslagen en bleef van het glanzende rood-groene spel niet veel meer over. 't Werd gelegenheidsvoetbal, bestaande uit fanatiek verdedigen, afge wisseld door „op hoop van zegen-uitvallen", die toch moeilijk te verteren waren en alle aandacht van onze defensie ver eisten. Dit spelletje had precies een kwartier geduurd, toen het voor ons zijn eerste vrucht afwierp. Guus Drager, die lang zaam maar zeker tot eenzame hoogte uitgroeide, werd volgens de regelen van de ontoelaatbare kunst genomen en mocht captain Stoffelen dit ongerechtigheidje even corrigeren. Joop plaatste met een fraaie boog de bal voor het S.V.V.-doel, waar Michels klaar stond om in te koppen en dit dan ook prompt deed (23). Een schoon doelpunt, maar een klontje uit de S.V.V.-pap, dat helemaal niet in goede aarde viel en de toch al hard geworden strijd nog meer toespitste. Het werd het hedendaags recept van vallen en opstaan, onvriendelijke ge zichten en wat de voetbalkeuken in dit stadium alzo schaft. De schoonheid was er glad af en wie nu maar een doelpunt maakte, won de pot. Kijk eens, mijne heren! en nu citeren wij „zekere zijde", onze voetballers ontbreekt het aan hardheid van lichaam en geestdaar moeten wij absoluut naar toe! Zondag j.l. waren wij er al prachtig dichtbij, dat was na de gelijkmaker. Guus, die een lelijke sta-in-de-weg was geworden, o.a. de grondslag had gelegd voor de gelijkmaker, welke Brok man fraai op zijn conto boekte, was aardig op weg een Ajax- zege uit het vuur te slepen, toen hij op hardheid van lichaam... pardon, op een daverende foul werd getracteerd, die twintig duizend ogenparen glashelder zagen. De inhoud van ons stadion gilde om een penalty. Helaas, de fluitmanzag het niet. Daar zou over te discussiëren zijn, maar O.K. Sir, voor kennis geving aangenomen. Die ligt tenminste buiten de lijn, moet een voetbalheer gezegd hebben. Even later lag „die" op een bran card en konden wij philosoferen over de vreugde en opvoed kundige waarde van het edele voetbalspel. Wij hebben ergens iets gelezen dat was tijdens de Olympische Spelen over schrappen van voetbal. Zou daar dan toch iets waars in zitten Vier minuten duurde het feest nog voort en toen zakte het scherm. Inplaats van de (vroeger in de toneelwereld nog wel eens gebruikelijke) rotte peren- en tomaten-smijterij, kregen wij als extra-nummer een demonstratie „zitkussen-werpen", waarmede weer eens blijk gegeven werd van onze uiterst ver fijnde beschaving. Na afloop geprotesteerd tegen niet-toekennen van de penalty en mocht v. d. Hoeven de bal tegen de paal schieten, hetgeen hij dan ook maar deed. 't Bleef dus in ieder geval 33 en trok een rumoerige kijkersschare dankbaar af. Tot de volgende hardheid van lichaam en geest opvoering, vrienden! HaarlemAjax 14. Bruins' blessure, opgelopen in de strijd tegen S.V.V., bleek later zo ernstig, dat vier weken in het gips zijn deel is ge worden en Janie v. d. Veen, die tijdens deze match ook het bijltje er bij neerlegde, bleek 's Maandags niet in staat (griep en pijn in de rug) om aan de arbeid te tijgen. Veertien dagen onder de wol werd zijn portie. Beterschap, makkers! Guus was weer tamelijk 't heertje en zo togen wij met Brokman als midvoor, Cor v. d. Hart als spil en Gerrit Krist als rechtshalf, naar Haarlem, 't Begon direct goed. De zaak klopte als een bus en toen Michels die knaap wordt iedere match beter een prima pass oppikte, stonden wij binnen viif

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1948 | | pagina 2