De Aj ax-tour naar het
prachtige Zwitserland.
Magglingen, een ideaal vacantieoord. Arvvin Scheurer, de
Zwitserse Nurmi. Een wedstrijd, die met het nodige doorzet
tingsvermogen gewonnen had kunnen worden. Een fest-essen
met vlagvertoon. Het 100-jarige Bundesfest te Bern. Een
wandeling door de Taubenlochslucht. Een nationaal gerecht
met wijn voor en na. Een bezoek aan The General Motors.
Engelwein met Hollandse en Zwitserse liedjes. Onze revanche
te Bern. Er is een tijd van komen, er is een tijd van gaan.
Dank, Bielenaren, voor de meer dan schitterende ontvangst.
Wij rekenen er op, dat jullie het volgend seizoen weer naar
Mokum komen. Het Ajax-racket.
Nu ik weer thuis ben en me neerzet om onze vierde trip
naar Zwitserland voor ons clubblad vast te leggen, valt het me
ditmaal moeilijk, een begin te maken. Als in een kaleidoscoop
warrelen de beelden door en over elkander, en tracht ik de
draad te vinden, die U een klein overzicht moet geven van al
het geziene en genotene. Welaan, ook het pogen is schoon, en
al zal ik zeker véél vergeten waarvoor ik bij voorbaat
excuus vraag de draad is er, laat ik dus oppassen, dat deze
niet te veel breekt. De treinreis naar Bern is voor een echte
Ajacied eigenlijk een peuleschil, maar als we daar eindelijk de
douane zijn gepasseerd, hebben wij met de ruim twee uur, die
wij voor het laatste rukje BernBiel nodig hebben, toch
bijna 23 uur in de trein gezeten. Gelukkig zorgen bridge, poker,
zwik plus de opperkomieken Volkers en Van Stoffelen voor de
nodige afwisseling, en als ik zo de stemming even mag pei
len, wijst alles er op, dat het weer een moord-tour zal worden.
En als we Vrijdagsavonds half zeven in Biel arriveren, worden
wij daar door het gehele bestuur der F.C. Biel met bijna alle
spelers van hun eerste elftal aan het station welkom geheten.
Verversingen worden ons aangeboden, en als wij weer naar
buiten gaan, wordt ons ons Hotel aangewezen. Als op een
plaatje heel ver en heel hoog (ruim 900 meter) tekent
het silhouet zich af tussen machtige eiken- en loofbomen, en
we begrijpen niet, hoe wij dit Sportwalhalla zullen bereiken.
Onze bagage verdwijnt in een vrachtauto, wij maken een
kleine wandeling en nog geen tien minuten later staan wij
voor een tandradbaan, die het gezelschap met een kalm vaar
tje naar boven voert. En dan zijn we in Magglingen, het
ideale trainingsoord en opleidingskamp voor athleten en sport
leraren. Dit hotel bevat ruim 100 kamers en als ons gezelschap
is ingedeeld en we gezamenlijk aan tafel zitten, hernieuwen we
de kennismaking met Arwin Scheurer, de centervoor van
F.C. Biel, die ik gerust de Zwitserse Nurmi durf noemen. Een
pracht sportfiguur, die me in Amsterdam reeds was opgeval
len, omdat hij daar met zijn club op ons veld trainde. Wat
rustig en bescheiden ging hij daar zijn gang, maar wat werden
zijn oefeningen en raadgevingen serieus opgevolgd. Wat een
verschil van optreden met de trainer van Racing Club de
France, die wel op een vat buskruit geleek en schreeuwde en
donderde, dat het niet mooi meer was. Maar laat ik niet af
dwalen en voortgaan. Na het diner, dat sober maar zéér sma
kelijk was bereid, gingen we, daar we een nogal vermoeiende
dag achter de rug hadden, maar spoedig slapen, 's Morgens
6 uur werden wij gewekt door vrolijke gramofoonmuziek.
Magglingen is n.l. geen hotel voor langslapers, want van zeven
tot acht uur is er gelegenheid te ontbijten en als U toch later
aan tafel belieft te komen, vindt U de hond in de pot. En Uw
diner-jacket kunt U gerust thuis laten, hier ontbijt, luncht en
dineert men bijna uitsluitend in trainingspak. Kijk, daar zit
een gezelschap van a.s. sportleraren, daar een twaalftal athle
ten, dat nog een kleine mental-training behoeft voor een of
andere landenkamp, en zitten daar de uitverkorenen niet voor
de Zwitserse vijfkamp? De supperkeien op sportgebied geven
hier elkaar rendez-vous en toen we de volgende dag onder
leiding van Arwin zo moesten wij hem noemen boven een
kijkje mochten nemen, hebben wij onze ogen uitgekeken. Uren
kan men daar boven dwalen en we zagen daar een zwembad in
wording, dat ideaal genoemd kan worden. Tussen de dennen
verscholen liggen de prachtigste athletiekvelden, gravelbanen
voor sprint en duurloop, hoog- en vèrspringen, speer- en dis
cuswerpen, hordenloop en kogelstoten, twee complete voetbal
velden, en namen een kijkje in een basketball-zaal, zó mooi als
ik nog nooit zag. De spring- en andere rekken tovert men er
uit de grond, welke veert als een springplank, daar deze met
een bijzondere soort van linoleum is bedekt, waarop men niet
kan uitglijden. Arwin tracteerde ons op een partijtje voetbal
in deze zaal en demonstreerde, dat de glazen, welke zich in
deze zaal bevinden, onbreekbaar zijn, door het bruine monster
er zo hard mogelijk en dat was hard tegenaan te trappen.
Alleen met een hamer zijn deze stuk te krijgen, en we hebben