Momentopnamen bladen al voorspeld en alhoewel wij het op Heerenveen hielden, heeft die knaap toch gelijk gekregen. Je moet er verstand van hebben, doch als Abe, Abe was geblevenSpijtig voor Heerenveen, maar toch geloven wij, dat het kampioenschap door de beste ploeg werd behaald. Heer Pöpplein en club genoten, namens de rood-witte schare, onze gelukwensen met dit fraaie succes. Ajax 7 kampioen. In het Mei-nummer schreven wij, dat het zevende, na de nederlaag tegen R.K.A.V.I.C., tegen deze vereniging een be slissingswedstrijd moest spelen. Achteraf is gebleken, deze club minder punten had veroverd dan ons team, zodat, na de nederlaag, ons elftal toch kampioen was, waarmede wij onze jongens, al is het dan wat laat, van harte gelukwensen. Competitie-indeling eerste elftal. Volgens „De Sportkroniek" gaan wij het volgend seizoen om de „knikkers" strijden met: A.D.O., Blauw-Wit, D.O.S., 't Gooi, Haarlem, Sparta, Stormvogels, S.V.V., De Volewijckers en Xerxes. 't Zal een zware kamp worden en het zal ons niets verwon deren als er heel het seizoen gekke uitslagen uit de bus komen. Dat wordt voor onze eerste elftalspelers aanpakken tot en met. Feijenoord gaat feestvieren. Vrijdag 9 Juli a.s. begint: Feijenoord 40 jaar! Onze Rotter damse vrienden, waartegen wij in de loop der jaren zovele spannende- en goede wedstrijden speelden, doen het niet kinderachtig. Reünie, Erewedstrijd, Receptie en nog eens receptie en feestavonden bij de vleet. 21 Juli vinden zij het pas welletjes. Rood-wit Amsterdam zet hiervoor haar petje af, hoopt in de volgende veertig jaren (zestig mogen het er voorlopig ook zijn) nog vele prettige- en goede wedstrijden tegen de feeste lingen te spelen en biedt van deze plaats de rood-witte Rotter dammers de schriftelijke lauwerkrans der hulde aan. Feijenoorders, hoog het spelpeil, hoog de vriendschap, hoog het glas, cheerio! Rugnummers voor voetballers. De bondsvergadering was tegen. Heel verstandig en logisch. Wat voor nut heeft zo'n cijfer op je rug. De kleinste jongen weet wie er in het veld staat en bovendien, wat kan het schelen of No. 9 of 10 een mooie of slechte pass geeft. Het gaat om de ploeg en niet om de enkeling. Rugnummers, neen, de politie agenten willen geen nummers op hun kraag, zullen wij dan zo'n mal geval op ons shirt plakken. Maak het een beetje, wij zijn in het dagelijks leven al nummer genoeg en er zijn heel wat malle nummers bij. Er is o.i. maar één categorie, die nut van zo'n kengetal heeft en dat is de afdeling slaperige- en kippige scribenten, doch dat is heel onbelangrijk. Wij hebben AmsterdamLiverpool gezien. Honkbal. Feitelijk behoort deze sport in dit relaas niet thuis, maar het was erg interessant en dus wagen wij het er maar op. Wij zaten naast de mentor van het Ajax-honkbal, Evert van Tuyll, en waren dus in goed gezelschap. Wij dachten, dat wij er iets van kenden, maar Evert, van alle honkbalmarkten thuis, tikte ons nog al eens op de vingers. Je moet er respect voor hebben wat die knaap ervan weet enwat hij voor het honkbal doet. Een paar avonden in de week is hij met Appie Hordijk op ons veld te vinden en beide Heren leiden onze honkbaljeugd met vaste hand op. Na het honkbal-tijdperk Roodenburgh en Jan Blomvliet 25 jaren heeft Jan het volgehouden, een prestatie die er zijn mag beleven wij nu het Van TuyllHordijk tijdperk, een feit, dat wel eens even gememoreerd mag worden. Daarom deze regelen over honkbal, met als slot, onze hulde voor deze stille bouwers aan Ajax' honkbalroem. En hiermede zijn wij voor dit seizoen weer aan het einde van ons latijn. Zij, die ons blad lazen, dank voor hun aandacht! Misschien zijn dit onze laatste clubblad-krabbels geweest wij hebben er zo'n slordige 25 jaren opzitten en het wordt tijd, dat er jong bloed in onze gelederen komt. BROWN. Jubileum. Exitus. Redivivus. De rust in mijn Vjeluws dorp is nu volkomen. De radio behoeft niet meer aangezethet kampioenschap van Nederland is voor de Bossen bakker en Heerenveen is te ver om het gejank en het getreur te horen. Gelukkig, het is weer uit. Er was „niks" an en zelfs mijn vriend Kick Stopperspil zeurde in zijn Maandagmorgenblaadje over sn er t-v er toningen. Wat wordt die „Kick" van ons anders volumineus; het schijnt 'n goed baantje te zijn, journalist, en je schijnt er het volle pond bij te krijgen. Indien ik vandaag in de pen klim, dan is het om drie vliegen in één klap te slaan. Eigenlijk is dat oneerbiedig gezegd, maar het staat er nu eenmaal. De eerste is een jubilaris. Zo nu en dan heb ik het voorrecht in ons stadion te vertoeven. Ik kom altijd wat beschroomd binnen en word dan met 'n mooie plaats vereerd. Er is altijd een van onze gastvrije bestuurskanonnen, om de honneurs waar tenemen. Heb ik dan mijn route via de „kantoren" van Ajax, beneden, genomen, dan zag ik steevast Wim Volkers met zijn neus in de papieren gestoken, diep gebogen over boeken en be scheiden. En zelf wandel je dan met 'n smoessie en 'n smile naar boven', je zit er maar te zitten zo'n middag en je geniet maar! De heren van hét bestuur zullen het wel uitzoeken en het werk doen. En nu heb ik gelukkig een kans om Wim Volkers eens heel eventjes in de zon te zetten! 'm Weg te halen uit zijn paperassen en zijn zorgen en hem te tonen aan heel Ajax! Wat had ik dat graag persoonlijk gedaan. Maar mijn zaken riepen mij elders en gelukkig maar, dat ik Mr. Brown heb en zijn fidele krant. Ik kan mijn hart luchten! Wim Volkers! Mijn respect en ik wens Ajax toe, dat je nog vele jaren dit (beroerde!!) baantje, dit mooie baantje bedoel ik, mag op knappen. Ik heb een paar maanden terug beloofd, dat ik terug zou komen op het vertrek van Reynolds, toen ik hoorde, dat onze coach werkelijk zijn boeltje aan de wilgen zou gaan hangen. Dat bericht heeft me zeer getroffen, want hoever ik ook op mijn schone Veluwe verwijderd ben van Ajax, ik wist wel zeker, dat het vertrek van Reynolds, hoe dan ook, een verlies moest betekenen voor onze club. Ik heb nooit op bevel van Reynolds touwtje gesprongen of hij heeft me nooit voor „bouterletter" uitgemaakt, maar dat is eigenlijk héél jammer. Wie weet, had Vlokkie een jaar of dertig terug nog 'n bruikbare vijftiende- elftalier geweest. Maar ik heb Reynolds altijd het meeste gewaardeerd om zijn merk waardige invloed op onze ploegen. Reynolds was in onze kleedka mers een persoonlijkheid. Daarmede is alles gezegd. Exitus! Reynolds exit! Hoe bestaat het! Ach ja, die vervloekte tand des tijds, die aan ons alle knabbelt! Allemaal (de oude garde) even voor de spiegel gaan staan en stiekum plooitjes wegstrijken, ijdeltuiten! Doch in ernst: Reynolds krijge een ereplaats in ons aller herinnering als de man, die ontegenzeggelijk zijn gehele kunnen en zijn gehele werkkracht aan onze vereniging heeft gegeven. Reynolds: NEVER TO BE FORGOTTEN 'n Paar weken geleden zat ik tegenover Marius. Marius redivivus! Ik kan me Ajax zonder Marius Koolhaas eenvoudig niet indenken. Maar evenmin geloof ik aan het bestaan van een Marius zonder Ajax. Het is vast en zeker, dat Marius het harnas nimmer zal afleggen. Marius geeft zich niét over! Op j December 1946 was het dertig jaar geleden, dat ik de eerste schuchtere pennehalen deed ten faveure van het Clubnieuws der A.F.C. Ajax. (het jubileum is vergeten, volk, maar laat dat maar zol en dus is het straks 'n slordige 32 jaar dat ik over Marius Koolhaas heb geschreven, want in 1916 was Marius reeds bestuurslid en 2e secretaris. Wat 'n verenigingscarriére! Marius is weer terug en straks, als het „spul" weer begint, zie ik 'm alweer draven Wanneer nu ook Dora weer de oude zal zijn, dan kunnen we met gerust hart het komende seizoen tegemoet zien. Onze commodore is present!

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1948 | | pagina 16