AjaxRotherham.
Was dan de match tegen South Liverpool, die enige weken
geleden plaats vond, als oefenpartij waardeloos, de wedstrijd
tegen de derde klasser Rotherham, de ploeg, die van het
Bondselftal met 12 verloor, gaf onze jongens meer gelegen
heid iets van goed Engels voetbal op te steken. De Rother-
hammers, vermoedelijk erop gebrand, zich voor de geleden
nederlaag te revancheren, kwamen met een spelletje voor de
dag, waarvan ons team niet terug had. Vanaf de aftrap namen
de Engelsen het spel in handen en daar zij schijnbaar erop
uit waren de nederlaag zo groot mogelijk te maken, speelde
de strijd zich hoofdzakelijk op onze helft af. Met goede com
binaties, waarin de uitstekende linksbinnen en rappe rechts
buiten een hoofdrol vervulden, sneed de Engelse stormlinie
door onze verdediging en spoedig werd Leentvaar kansloos ge
passeerd. Toch, hoe gek het ook moge klinken, had het even
te voren, met een weinig geluk, 10 in ons voordeel kunnen
staan. Fischer zag kans een hard naar voren getrapte bal in
zijn bezit te krijgen, passeerde in een flits een paar verdedi
gers om vlak bij doel een enorm hard schot te lossen, doch
helaasde bal vloog rakelings langs de voor ons verkeerde
kant van de paal. Een treffer had de strijd een heel ander
aspect kunnen geven. Nu viel de treffer aan de andere kant,
even later gevolgd door nummer twee, waarmede Rotherham
„rustig zat". De heren lieten nu eerst goed zien wat zij in de
mars hadden en dat was lang niet mis. Er viel voor ons het
een en ander te leren. Balcontróle was voor de Rotherhammers
een open boek; positiekiezen, de bal spelen in de vrije ruimte,
inkomen, spelen zonder in het bezit van de bal te zijn, drib
belen, afdekken, kortom al de ons zo wel bekende onderdelen
van het spel; een uit het hoofd geleerd lesje. Het werd uit
eindelijk 04, 't had meer kunnen zijn en met wat veine zelfs
36, daar wij wel geteld drie prachtige kansen op een doel
punt hebben gehad en de Engelsen een paar „dotjes" ver
prutsten. Maar wat deert de uitslag? 't Ging om het spel en
niet om de „knikkers". Er waren enkelingen, die „er-niets-
aan-vonden", omdat ons team zo slecht speelde; een mening
waarvoor wij geen bewondering kunnen hebben. Onze ploeg
speelde inderdaad niet groots, wij hebben haar heel wat betere
wedstrijden zien spelen, maar door het goede spel van Rother
ham konden onze jongens niet tot daverende dingen komen.
De Engelsen schreven de wet voor en wij hadden ons er naar
te regelen. Niets meer, niets minder. Dat mag voor de door
gefourneerde Ajax-supporter dan misschien niet prettig zijn,
voor de objectieve toeschouwer is dat van minder belang. Per
slot van rekening gaan wij naar een match om goed voetbal te
zien en als er dan een tegenpartij in het veld staat, die in
alle opzichten superieur is, dus datgene schenkt, wat wij zo
gaarne van eigen spelers zouden willen zien, waarom is er dan
„niets-aan" Neen, wij zijn het met die enkelingen niet eens,
want Rotherham, al is het dan maar een-derde-klasse-prof-
club, onderstreepte nog eens duidelijk hoe armetierig het Hol
landse voetbalplantje in zijn potje staat. Kunstmest en verse
aarde, m.a.w. oefenen en veel wedstrijden tegen sterke buiten
landse clubs, zullen de kwarrende stek misschien vitaliseren.
Weer was het Joop Stoffelen, die Ajax' naam in den vreemde
hoog hield. Joop was de enige Ajacied die in het stuk „Inter-
land-matches" voorkwam. Hij hielp mede de Noren in eigen
huis een 12 nederlaag toe te brengen en hoe Joop dat deed,
hebben wij kunnen beluisteren in het vermoeiende radio
verslag.
Onze clubgenoot deed het volgens de microfoonman heel goed,
had in tijden niet zo best gespeeld. Als Ajacied zwol ons hart
van trots, doch hoe vreemd werd het ons te moede, toen wij een
cijferlijstje samengesteld met medewerking van dezelfde radio
man toegeschoven kregen. Joop stond op deze „koorts-thermo
meter" gewaardeerd met, zegge en schrijve, een zes. Afgezien
van het onzinnige van deze bewaarschool-methode (Pietje,
een tien met een griffel) vragen wij ons af, hoe lang zal het
nog duren, eer wij weer eens gedegen sportjournalistiek voor
gezet krijgen. Ook in andere clubbladen krijgt men genoeg
van de heren en vriend Wesselius, redacteur van de E.D.O.-er,
spreekt al over maatregelen nemen.
En wat zal Abe Lenstra van „zijn geval" zeggen. Abe was
niet fit en als goed sportsman bedankte hij voor de nationale
ploeg. Dat was niet naar genoegen van de heren. Zij zouden
dat wel eens even uit de doeken doen. Men kent het verhaal.
Onze commentaar: Hulde voor Abe!
Ook tegen Zweden was Joop van de partij en met zijn tien
medeuitverkorenen kan hij zich erop beroemen de, naar men
beweert, beste voetballers van Europa met 10 te hebben
geklopt.
Joop, namens de gehele Ajax-familie onze warme hulde en
laat je door „Jan Boerefluitjes-journalistiek" niet intimideren.
Jack Reynolds heeft zijn dag der dagen gehad. Op Zondag
13 Juni 1.1. zijn de Zwaluwen gekomen en al vlogen zij dan in
andere formatie als oorspronkelijk vermeld (Kraak, Smit e.a.
konden niet komenzij hebben medegewerkt waarvoor onze
hartelijke dank Jack's benefit-match tot een onvergetelijke
te maken. Ook het Amsterdamse publiek, dat niettegenstaande
de hitte in grote getale naar ons stadion was getogen, heeft
Jack de hulde gebracht, die hij zo ruimschoots heeft verdiend.
Het moet voor good-old Jack en ook voor zijn broer, die uit
Engeland was overgekomen, een groots moment zijn geweest,
toen duizenden Amsterdamse voetballiefhebbers, de schepper
van het specifieke Ajax-voetbal, een donderende ovatie brach
ten. Ons eerste elftal liet zich eveneens niet onbetuigd en
schonk onze scheidende voetballeraar, als sluitstuk van zijn
trainerscarrière, een 43 overwinning op de Zwaluwen. Jack
is dus weg! Voorgoed(?)neen; hij blijft Amsterdam en
Ajax trouw, maar toch zullen wij en de Ajacieden, die later
komen, iets missen. Onze club is iets kwijt. Een episode werd
afgeslotende Reynolds-periode is voorbij! Onherroepelijk!
Een fonkelende steen aan de Ajax-kroon is afgevallen. Onher
stelbaar! Vadertje tijd kent geen genade! Wij zouden het zo
gaarne anders willen. Helaas't gaat niet. Jack's „is that
ball so heet" en „over toen, jou botterletter" zullen niet meer
over onze velden klinken. Wij waren er zo mede vertrouwd,
't klonk als muziek en wij accepteerden met een lach. Waar
om? Omdat het Jack was, onze voetbalmeester enonze
vriend. Wie van de oude garde herinnert zich niet ons oude
veld; het kamertje onder de tribune, Jack's domein, met het
stokoude potkacheltje. Hoe dikwijls zaten wij des winters niet
omdat vuurvretertje geschaard en luisterden naar Jack's voet
ballessen en -tips. Hoe hartelijk is daar gelachen om voetbal
belevenissen en al of niet aangedikte verhalen. Hoeveel
„knietjes" en „enkels" zijn daar behandeld? Hoeveel over
winningen en kampioenschappen gevierd? Champagneglazen
met badwa.ter! Schiet in een lach, oude garde!
Voorbij, onherroepelijk voorbij! Alleen de herinnering blijft,
ligt onuitwisbaar verankerd. De herinnering aan een levens
periode, die ons dank zij de voetbalsport, dank zij Jack Rey
nolds, zo enorm veel vreugde schonk.
Jack, wij weten ons de tolk van hen, die eens het rood-witte
shirt droegen en nog dragen, als wij je van deze plaats danken
voor alles wat jij tijdens onze voetballoopbaan voor ons deed
en voor de waarachtige vriendschap, die wij van jou mochten
ondervinden. Wij weten het, je blijft, zij het dan „als man in
ruste" in ons midden en als het nodig mocht zijn, kom je weer
op de grasmat, maar nu, op dit moment, nemen wij afscheid
van „a gentleman every inch", van een goed vriend, van „onze
Jack Reynolds".
Jack, old fellow, geniet van je pensioen tot in lengte van
dagen, je hebt het ruimschoots verdiend.
Het eerste elftal maakte een reisje naar Zwitserland en te
oordelen naar het verslag van collega Jan Schoevaert, schijnt
het weer een fijne trip te zijn geweest. Het sportieve succes
was fifty-fifty; n.l. één match gewonnen en één verloren.
Elders in dit blad vertelt Jan zijn zoveelste toerbelevenissen.
Guus Drager en Joop Stoffelen behoren tot de spelers, die
een kans maken, voor het Olympisch voetbaltournooi te
Londen. Dit is alvast een felicitatie waard, lui; doe je best en
als het zover komt, dat jullie moeten aantreden voor de natio
nale ploeg, houdt dan de oranje- en rood-witte kleuren hoog.
B.V.V. kampioen van Nederland. B.V.V. heeft de kampioens-
kroon van ons overgenomen, waarmede wij de Bosschenaren
van harte feliciteren. Adé had het in een van onze vorige club-