i
het moderne verkeer over kunstig uitgehouwen bruggen en
vliegen treinen door nog kunstiger uitgehakte tunnels, en diep
onder je zie je de forellen door het jachtende water schieten.
Je voelt je als Alice in Wonderland en tevens zo nietig als een
luis in de baard van de meest armzalige bedelaar.
Een wandeling van ruim vier uur, die ik ieder sterveling kan
aanbevelen, maar trek een paar gemakkelijke schoenen aan
met stevige zolen.
En 's avonds proefden wij het nationale gerecht, waarvan ik
helaas de naam vergeten ben. We marcheerden naar zo'n knus
oud-Zwitsers knijpje en schaarden ons in groepjes van onge
veer acht personen rondom de tafels. Vóór je werd een bran
dend komfoor neergezet, waarin een gele substantie gezellig
stond te pruttelen. Een schaal met dobbelsteentjes brood, een
vork, en nu maar pikken, jongens. Ieder stukje brood wordt in
de gloeiende lava gedoopt en zó warm .verorberd. Hierbij wordt
de witte wijn niet gespaard, als je glas leeg isklok, klok,
klok, en het is weer vol. Nu nog zo'n echt jodelliedje dat
gaat daar vanzelf 1 en de stemming stijgt ver boven pari.
Het gerecht moet mieters smaken, vooral als je de verzaligde
gezichten van onze gastheren zag. Het bevat in hoofdzaak
geraspte kaassoorten met witte wijn en Kirsch, en iedere
Zwitser heeft hiervoor z'n eigen recept, met een paar geheim
zinnige kruiden waar ze niet over spreken. Ik voor mij kan er
niet zo mee dwepen, anderen, Vunderink en Dukker b.v.b.,
smulden er van. En nu werd ons verzocht, ons wijnglas in de
zak te steken U merkt wel, dat de glazen daar niet op de
bon zijn -daar we een bezoek aan een wijnkelder gingen
brengen. We stapten door oud-Biel en zagen o.a. het huis
waar Goethe heeft gewoond. Prachtig, die geveltjes uit de
middeleeuwen, straatjes en pleintjes zijn buitengewoon goed
gerestaureerd, de Bielenaren zijn er dan ook terecht zéér trots
op. De wijnkelder bevatte niets dan vaten, zó groot en hoog,
dat ze nooit meer uit deze enge ruimtes kunnen verhuizen. Op
bijna ieder vat staan een paar geheimzinnige lettertekens, en
de eigenaar gaat als een antiquair met een geheimzinnige
sleutel rond. En wij proeven en proeven maar. Och, wij Hollan
ders zijn nu eenmaal geen wijndrinkers, ik kreeg b.v. in een
bokaal, waar wel een liter in kon, een half maatje van een
rode substantie, die zeker uit de tijd van Willem Teil zelf
moest dateren. Van al die zeldzame dranken had ik een
beetje koppijn, ik snakte naar een lekkere kop thee. Natuurlijk
vond ik het heerlijk en zei maar, dat als ik ooit nog eens
millionnair zou worden, zeker een okshoofd van die vloeibare
zonneschijn zou bestellen.
We hadden in Biel ook kennis gemaakt met een Hollander,
de heer E. Zumsteg, die ons gezelschap op allerlei wijze van
dienst was. Letterlijk overal wist hij raad op en ik weet de
tolk te zijn van alle deelnemers, als ik hem en zijn charmante
vrouw hartelijk dank zeg voor alles wat hij deze dagen voor
ons gedaan heeft. Daar hij niet alleen oud-voetballer, maar
ook directeur van The General Motors is, vroeg ik hem, of we
Strandbad te Biel.