Be Quick over ons Paastournooi. 6 (Ontleend aan het Be Quick-orgaan.) De dagen, die we in Groot-Mokum hebben doorgebracht, be horen weer tot het verleden. Het is vandaag echt zo'n dag, waarop je je op het normale moet omschakelen. Je bent nog wat zwaar in je hoofd en hebt een gevoel, alsof je juist van een behoorlijke vacantie bent teruggekeerd. En toch was het maar twee en een halve dag, dat we er tussenuit zijn geweest. En wat voor dagenNeen, met Pasen was er geen stad, die aan Mokum tippen kon. Wat een vreugdevolle uren en prettig samenzijn, wat een vrolijk zon netje enwat een denderende gastheren. Joa, joa, Oajaks kin d'r wel een pietsie fan! Zaterdagmiddag kropen we met een gezellig dubbel-sex clubje in de wat hoog op zijn pootjes staande Chausson, die om kwart over twee reeds naar het Zuiden snorde. Een gezellig gekeuvel, wat ,,ge-lik-lik aan toffies, af en toe pi-pi tegen boompies", enfin het is genoegzaam bekend hoe zo'n reisje pleegt te verlopen. Om acht uur 's avonds werden de paarden voor de herberg Krasnapolsky uitgespannen. „Ajaxaanse" kopstukken als Koolhaas en Elzenga, heetten ons allerhartelijkst welkom en daarna werden trio's en quartetten naar alle mogelijke kamers in Kras verwezen, zodat het wel duidelijk was, dat op alle verdiepingen het sein op onveilig kon worden gezet. Nadat de kamers gemonsterd waren, de maximale licht sterkte van gezamenlijke hang- en wandlampen getaxeerd, badkamers op het extreemste koud en warm onderzocht, trok ken we van leer op onze warme maaltijd, die werd ingezet met in spinazie ingekuilde eieren. De Ajacieden zweepten ons met veel enthousiasme door de (eet)gangen heen, want ze hadden nog een bloemententoonstelling in het R.A.I.-gebouw voor ons in petto. Inderdaad was dat Holland op zijn best; we hebben er zeer van genoten. Om elf uur terug in het hotel, zochten de spelers hun slaap steden op, waar in stede van slapen, de eerste tijd alle mogelijke zotheden werden uitgedacht. Ook voor een redactie-lid moet het voetballen een liefhebberij blijven en kunnen wij dus niet al te veel tijd besteden aan uitvoerige verslagen. Hoe gaarne zouden wij anders tientallen bladzijden willen volschrijven om daarin juist de zo aardige details te vermel den. Het moet dus bij grote trekken blijven en stap ik maar meteen over naar de volgende morgen, zij het met weemoed, want daarmee stap ik over „heel wat" heen Goed danZondagmorgen konden de langslapers wel aan hun trekken komen, want pas om een uur of elf werd het ontbijt met een lunchachtige inslag in de geest van een komische Bord-Switch-opera in groot bevorkte en gelepelde terz opgediend, subliem ten uitvoer gebracht door een ge- (ver'.)acht college van obers, alles in „Kras" in de meest v. d. Heide grijpt in bij een Zwitserse aanval. krasse Horecaf-stijl. De meesten hadden voordien reeds tijdens een ochtendwandelingetje voor .zover mogelijk een frisse neus opgehaald of hun complexen cm2 Damterrein in ogenschouw genomen. Na het eten vertrokken we naar het Ajax-stadion, waar we om half twee moesten spelen tegen F.C. Biel uit Zwitserland, dat met drie internationals en evenveel B.-elftallers zou uit komen. Alhoewel Geert een nog pijnlijke knie had en Henk zijn ribbekastje nog niet van Heerenveense smetten vrij was, gingen we toch met ons normale elftal het veld op. Een 15.000 toeschouwers waren in het mooie stadion aanwezig, toen de beide volksliederen werden gespeeld. Een hinderlijke tegenwind, het te hoog spelen van de bal en het door onrust onzuivere plaatsen, waren oorzaak, dat we direct de minderen waren van de Zwitsers, die ons met een goede techniek en prachtig positiespel overtroefden. De kee per, linkshalf en linksbinnen waren wel de beste spelers van deze ploeg, die onze achterhoede voor de meest ingewikkelde problemen plaatste. Eenmaal in het bezit van de bal, trapten onze mensen deze in allerijl weg en het waren vrijwel steeds de Zwitsers, die deze ballen oppikten en meteen nieuwe aanvallen opzetten. Onze binnenspelers stonden dan ook voor een zware taak, want ze moesten zelf maar proberen de bal te bemach tigen, doch vooral Klaas schoot daarna dan eveneens te kort, wat het plaatsen van de bal betrof. Toch kwamen we des ondanks tot enkele gevaarlijke aanvallen, waarbij duidelijk naar voren kwam, dat de Zwitserse achterhoede wel heel lang zaam reageerde. Gert had geen geluk, toen een hard van de vleugel ingeschoten bal via de reeds geslagen keeper en lat het veld weer inrolde, doch even daarna pikte hij één der backs de bal handig af en kon toen scoren. Intussen had ook Geert reeds enkele malen de bal uit het net moeten halen. Gezien het veldoverwicht van de Zwitsers was dit geen wonder, doch ze kwamen op ietwat fortuinlijke wijze aan hun doel punten. De nodige rust kwam nog maar niet in ons spel en toch was steeds de mogelijkheid te zien, dat er een beter resultaat kon worden bevochten dan de 14 stand, die het scorebord met de rust aangaf. Intussen stemde het aan de andere kant tot tevredenheid, dat er nog geen uitvallers waren. Dat er met wat meer vertrouwen in eigen kracht iets beters tot stand kon worden gebracht, werd in de tweede helft be wezen. De geblesseerden lieten hun angst varen, de wind was nu met inplaats van tegen ons en zienderogen kwamen onze jongens er beter in. Vooral Henk en Cees begonnen stukken beter te spelen. De voorhoede kreeg nu de nodige steun en de binnens konden al hun aandacht aan de aanvalsafwerking be steden. Zwoegen dat die Ben en Klaas deden! Prima! Kerels, dat was goed werk, trouwens, onze buitenspelers en Hennie lieten zich evenmin onbetuigd. Toen we, na een nog grotere achterstand van 15, zo be gonnen te spelen, hadden we het Amsterdamse publiek spoedig op onze hand en onder luide toejuichingen ondernamen we aan val op aanval en kwamen we weer tot dat spel, dat we dit seizoen zo dikwijls hebben gespeeld, doch nu tegen een ploeg De doelman der F.C. Biel plukt de bal van Michels' voet.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1948 | | pagina 6