Kopenhagen Boldklubben 1876.
2
't Is gebeurd. Onze kampioenskroon ligt aan flarden en
Haarlem gaat nu een poging wagen, die van 19471948
naar de Spaarnestad te brengen. Of het de mannen van Van
Balen-Blanken zal gelukken, is vers twee, maar dat zij er
voor zullen vechten, kunnen we veilig aannemen. Hebben zij
voor het afdelingskampioenschap ook gedaan enhet is
gelukt. Verdiend, volkomen verdiend, want de rood-broeken
speelden het gehele seizoen met de heilige wil, als nummer één
te eindigen. Zij speelden constant en zij speelden goed. Lieten
een enkele steëk vallen, hoe kan 't anders, boekten daverende
overwinningen en hadden dat pietsie veine, dat een voetbal
ploeg nu eenmaal hebben moet. Xerxes had dat ook, slechts
een tikje minder en kwam daardoor de zucht te kort, die de
Xerxanen het recht op een beslissingsmatch moest geven.
Verdrietig voor de Rotterdammers, zij hadden er zo op ge
hoopt, tot het bittere einde voor gestreden, maar één onnozel
puntje, misschien weken geleden onnodig verspeeld, sloeg de
huisdeur der „grote zes" net voor hun neus dicht. Een schrale,
heel schrale troost rest de blauw-witte Rotterdammers. Zij
staan niet alleen met hun voetballeed. Ook de Feijenoorders
zullen een paar haartjes uit hun schedeldak getrokken hebben.
Vlak voor het einde een kampioenschap in je zak, gewoon op
fluweel en dan nog de bloemen aan een ander.
E.D.O. grinnikt en vriend Wesselius is in zijn sas. Eeuwig
jammer, dat de grote E.D.O.-er, wijlen Frans Pigge, dit mooie
succes van zijn club, waarnaar hij zijn leven lang heeft uit
gezien, niet meer mocht beleven. Wat zou hij trots op zijn
jongens zijn geweest en met recht. E.D.O.-ers, er rust een
plicht op U, een ere-plicht ter nagedachtenis van Uw grote
voorganger, ter nagedachtenis van Frans; een kampioenschap
van Nederland.
Dan Be Quick, Groningen. Wij hebben een zwak voor de
Groningers, waarom weten wij niet precies, maar het is een
feit. Wekelijks ontvangen wij hun clubblad een fraaie
prestatie om dat voor elkander te boksen en hebben dus
het lief en leed van rood-geel op de voet gevolgd.
Wij hebben gelezen, hoe zij Sneek, Frisia en al die andere
tegenstanders de wind uit de zeilen namen. Wij hebben ge
juicht, toen zij dan eindelijk vrijwel gelijke kansen hadden als
Heerenveen. Redacteur Kappinga schilderde in kleuren en
geuren de prestaties van Henk Pienter en zijn makkers en nam
ons mee naar Haren, Helpman en tenslotte in zeventig
touringcars, auto's en extra treinen naar Heerenveen. Via
zijn vaardige pen ondergingen wij het voetbaldrama van
„Abeveen". Zeven minuten voor het einde hadden de Be Quick-
ers het kampioenschap in de achterzak van hun voetbalpan
talon. Zeven zenuwslopende minuten! Toen viel de klap. Een
ongelukkig handsballetje sloeg alle illusies aan barsten en
gruizels. Een jaar hard werken voor niets. Alles op de vodden-
kar. Koning Voetbal; soms ben je een fijne kerel, soms een
miezerig ventje.
Onze laatste wedstrijden waren als vele voorgangers in dit
seizoen. Slecht, zeer slecht. Tegen R.F.C. wonnen wij met
32. 't Was van 't goede te veel. Wij lazen in een verslag
zoiets van: Ajax geloofde het wel en speelde, nadat zij met
20 de leiding had genomen, zeer slap. De man weet er niets
van. Wij speelden niet slap, geloofden het niet, doch konden
niet in ons spel komen, omdat R.F.C. het niet toestond. That's
all! Toen het 21 geworden was, voelden de Rotterdammers,
dat er winstmogelijkheden waren en spanden zich daarvoor
nog eens extra in. Zelfs de tegenslag van een penalty, door
v. d. Linden in een goal omgezet, kon het vuur niet uittrappen
en een tweede R.F.C.-doelpunt, gaf de Rotterdammers zoveel
moed, dat er haast geen houden aan was. Onze achterhoede,
met Jan Potharst en v. d. Veen als hoofdfiguren, heeft een
natte rug moeten halen om niet roemloog ten onder te gaan.
Het is gelukt, doch niet alleen door eigen kracht, maar ook
door geluk en te onbesuisd schieten der Rotterdammers. De
punten kwamen dus bij ons, maar aan de hand van het door
onze ploeg vertoonde spel, hadden wij zeker geen rechten. Wij
kennen de kracht van de tweede klasse-kampioenen niet, doch
hebben zo'n idee, dat de R.F.C.-ers het een heel eind in de
degradatie-wedstrijden zullen brengen. Zij nog vermeld, dat
er zeer sportief werd gespeeld en geen wanklank vernomen.
Goed zo!
De match tegen Neptunus in Rotterdam hebben wij niet
gezien, dus kunnen van de 13 nederlaag alleen vertellen,
wat wij er hier en daar van hoorden. Henk Smit verving de
geblesseerde Fischer en deed dat niet slecht. Het team-comité
was tenminste niet ontevreden. De eerste helft speelden onze
jongens een aardig partijtje, werkten middels Van Dijk een
01 achterstand weg, doch daarna ging het mis. Na de rust
was het woord hoofdzakelijk aan Neptunus en besloten wij dit
seizoen met een verdiende nederlaag.
Guus Drager, Gé van Dijk en Joop Stoffelen speelden met
het Nederlands elftal tegen België en hielpen mede aan de
1-1 overwinning op onze Zuiderburen. Onze felicitaties,
luitjes. Wij lazen in een sportblad, dat dank zij het stopper-
spilsysteem, dit resultaat werd bereikt. Dat lazen wij ook,
toen er met 62 van Zwitserland werd geronnen en dat
zullen wij ook lezen, als er eens verloren wordt. Ook lazen
wij, dat een Belgisch jeugdelftal (oud systeem) met halftime
door kunst- en vliegwerk met 31 voorstond en uiteindelijk
'door de tegenpartij (stopperspil-systeem) met 74 werd ver
slagen. Is dat even een nummertje voetbal-journalistiek? In
Engeland heeft een club de cup-finale bereikt. Die club
speeltoud systeem en volgens Jack Reynolds speelt die
club het beste en mooiste voetbal van Engeland. Jack weet er
echter niets van, vraagt U het maar aan A.F.C., en het wordt
tijd, dat hij een voetbalboek, b.v. „Beter Voetbal" gaat lezen,
ofzou hij misschien een boek willen schrijven, getiteld
„Het Beste Voetbal". Wij zullen het Jack eens vragen. Als hij
het doet, moet de prijs laag zijn, want een slordig tientje voor
een voetbalboek ligt buiten bereik van de kleine man en
om van zijn huis naar ons stadion te komen, heeft hij geen
dure slee nodig.
Folks, so long! BROWN.
Eigil Nielsen, de doelman van Kopenhagen Boldklubben 1876,
de club, die in November 1.1. bij ons te gast was, zond ons een
brief, waaruit wij het volgende citeren:
„I must not forget to thank all of you in Ajax, for all that
you have done for us K.B.-ers during our stay in Holland. I
know that all my friends will join me in saying so, and the
true natur and essence of Sport, which such a spirit appeared
and blossomed forth, is worth more than its weights in gold,
when K.B. and Ajax met. May it always be soFootball
is more thans kicking a ball and scoring goals, and we
left Amsterdam with the impression, that Dutch appretention
and construction of the ideals of Sport and Dutch mentality on
the whole is very very similar to the Danish.
The Ajax-standard I was presented with at the dinner, is
still hanging over my bed te remind me of the happy days in
Holland and the Dutch flag the lady or the ladies gave me is
on the mantelpiece. Remember me to the ladies s.v.p. Remem
ber me to good old „Marius", to Hans and thank him for his
marvellous „chocolate-initial-letters" which tasted delight
fully. Remember me last but not least to all the Ajax-boys
and I hope, I shall have the pleasure to meet them many
times in future years. By the way remember me to the female
journalist who interviewed me and promised to send me a
copy of her paper which I have unfortunately never received,
the reason may be, that she has lost my address.
Ad interim: de hartelijke groeten aan al mijn Ajax-vrienden
and to yourself from
Yours sincerely
EIGIL NIELSEN.
Onderschrift
Zo is het precies: voetballen betekent iets meer dan trappen
tegen een bal en het maken van doelpunten. Voetballen
kweekt tenminste dat behoort het te doen vriendschap en
als wij dit nu maar voor ogen houden, het begrip „sportiviteit"
veruit de boventoon laten voeren, dan dragen wij met onze
sport misschien een steentje bij tot een betere wereld.
BROWN.