14 Wat is de taak van de aanvoerder? Behalve het in acht nemen van de formaliteiten, heeft de aanvoer der er op toe te zien, dat zijn elftal zich niet door woord of daad misdraagt. Zo behoort het naar mijn bescheiden mening althans te zijn. Helaas, niet iedere captain houdt er een dergelijke opvatting op na. Feitelijk is de scheidsrechter als leider van een wedstrijd en niet als politie-agent aangesteld, maar als het nodig blijkt, dient hij het kwaad de kop in te drukken. Onlangs kwam een onzer elftallen uit tegen een physiek sterkere tegenpartij, waarvan enkele spelers buiten de schreef gingen. De be trokkenen bleken al heel weinig eerbied voor een andermans lichaam te hebben. Waarom eigenlijk? Qua spel was het bedoelde team tot dusver onze zwaarste tegenstander. Een week later werd reeds de return-match gespeeld. Terloops zij hier opgemerkt, dat het uit psy chologische overwegingen geen aanbeveling verdient, dat twee ploegen elkaar de volgende Zondag weer ontmoeten. Bij het tweede treffen maakten dezelfde heren het zo mogelijk nog bonter dan de eerste keer. Vooral onze doelverdediger moest het ont gelden. Als hij de bal nauwelijks in zijn bezit had, deinsde een der belagers er niet voor terug, keihard door te trappen. Dat zulks geen ernstige ongelukken ten gevolge heeft gehad, mag een wonder heten. Zoals het meer gaat, was de goedwillende partij bijna nog het slacht offer geworden. In beide wedstrijden heb ik toen het spel dood was de scheids rechter op correcte wijze verzocht de teugels iets strakker aan te halen, echter zonder resultaat. Nu stel ik de vraag, welke ik boven dit artikel plaatste. Reageren op onbehouwen spel van een tegenspeler mag niet, uit het veld lopen is evenmin toegestaan en als men handelt, zoals ik meende te moeten doen, bestaat de kans dat de scheidsrechter dit als mengen in de leiding beschouwt of doet alsof zijn neus bloedt. Men kan toch moeilijk verlangen, dat de andere partij ter voor koming van onaangenaamheden dan maar vrije doortocht verleent. Ik heb dit vraagstuk aan een tot oordelen bevoegd persoon voorge legd, doch deze vermocht hierop geen afdoend antwoord te geven. Denk niet, geachte lezer, dat ik deze regels uit wrok heb geschreven. Ik kom slechts op voor het aanzien van de voetbalsport en de veilig heid van degenen, die louter voor ontspanning spelen. E. H. VAN TUYL. De Amerikaanse Honkbalfilms. Door bemiddeling van de heer Mutters, zelf een actief honkballer, is de Nederlandse Honkbalbond er in geslaagd, voor drie maanden over een aantal prachtige, leerrijke Amerikaanse honkbalfilms de beschik king te krijgen. Zaterdag 31 Januari j.l. werden deze rolprenten in de welwillend door ons bestuur afgestane bovenzaaj van het Ajax- stadion, voor genodigden vertoond. Ten gevolge van de korte tijd van voorbereiding, waren de heer Mutters en zijn medewerkers met de Nederlandse tekst voor de in structiefilms Batting Stars of Baseball, Circling the Bases en Inside Baseball nog niet gereedgekomen, zodat ditmaal nog met het moeilijk te volgen Amerikaanse „slang" moest worden volstaan. Als dit clubblad verschijnt, is de eerste, grote voorstelling te Amsterdam reeds gegeven. Verheugend was het, dat de vraag naar toegangsbewijzen in onze clubkring zo groot was. Het oordeel over deze films kan niet anders dan bijzonder gunstig luiden, al kan het programma gerust iets worden bekort. Als Joe di Maggio, Williams, Cooper en andere sterren in hun slagperk staan, ziet men ze niet zo maar een bal wegslaan, doch er wordt ook volledig onderricht gegeven in het doorzwaaien van de knuppel, de stand van handen en armen en het voetenwerk. Prachtig is ook de wijze, waarop sommige lopers door snel reageren en goed sprinten een honk stelen, want dit is door de harde aangooien van de velders uiteraard erg lastig. De steun van een goede helper is hierbij van niet te onderschatten betekenis. Zeer belangrijk zijn verder de opnamen van de sliding, een onder deel, dat ten onzent nog zeer veel verbetering behoeft. Hierop dient voortaan dan ook meer te worden geoefend. Vervolgens wordt het gooien van een curve-bal gedemonstreerd. Tenslotte krijgt men nog de Worldseries van 1944, 1945 en 1946 te aanschouwen, welke worden gespeeld tussen de kampioen van de American League en die van de National League. Het team, dat het eerst vier overwinningen had behaald, was winnaar. Alvorens beide ploegen het zover hadden gebracht, moesten zij in haar afdeling haar meerderheid bewijzen over 7 clubs, die niet minder dan 22 maal werden bestreden, dus in totaal 154 wedstrijden! Het spreekt vanzelf, dat deze prof-clubs een groot aantal werpers hebben. In een wedstrijd komen verschillenden hunner op de plaat. In Neder land is het doorgaans zo, dat bij gebrek aan gelijkwaardige krachten één speler gedurende de gehele wedstrijd als zodanig moet optreden. Ook dit punt dient onze volle aandacht te hebben. Dat het leiden van een honkbalmatch niet zo eenvoudig is, zal elke ingewijde beamen. Op het witte doek springt duidelijk in het oog, hoe vastberaden de Amerikaanse arbiter zijn beslissingen neemt. Hij volgt het spel dan ook op de voet. Toen ik huiswaarts keerde, kon ik een gevoel van spijt niet onder drukken. Wat is het toch jammer, dat nu deze propagandafilms er zijn de materiaalpositie niet van die aard is, dat een onbeperkt aantal nieuwe verenigingen in de gelegenheid kan worden gesteld deze zomersport te beoefenen. Enkele sportbonden zagen zich reeds deviezen toegewezen, doch in dollars blijkt dit niet zo gemakkelijk te gaan. Als een speler in Amerika aan de beurt is om te slaan, haalt hij uit een rek met tientallen knuppels een voor hem geschikt exemplaar. Voor de Nederlandse honkballer om jaloers op te worden. Behalve in de hoofdstad, zullen deze films in Haarlem, Den Haag, Rotterdam, Utrercht, Hilversum, Eindhoven en mogelijk in Tilburg worden gedraaid. Waarschijnlijk zullen er ten behoeve van leerlingen van middelbare scholen ook middagvoorstellingen worden gegeven. Ik zou de zusterverenigingen, die in een van bovengenoemde plaat sen haar domicilie hebben en met de honkbalsport gaarne eens nader zouden kennismaken, willen aanraden, dit filmprogramma te gaan zien. Zij zullen er geen spijt van hebben. Honkbal vormt in de zomer maanden een waardige tegenhanger van voetbal. Moge het gebodene er tevens toe bijdragen, dat het spelpeil hier te lande spoedig omhoog gaat! E. H. VAN TUYL. Honkballers, aantreden Ofschoon het nog wel enkele maanden duurt, voordat het spel van knuppel en handschoen weer onze aandacht vraagt, zijn de werpers des Zaterdags in de grote zaal van ons stadion al aan het oefenen. Zodra het weer nog zachter wordt, dan het op het ogenblik reeds is, zal er op de velden worden getraind, waarbij dan alle honkballers worden verwacht. Nu het eerste voetbalelftal zijn kans op het kampioenschap heeft verspeeld, zullen wij ons deze zomer volledig op honkbal kunnen concentreren Hoe de resultaten van onze negentallen dit seizoen zullen zijn, kan thans nog niet worden voorspeld. Deze zijn mede afhankelijk van de kracht der tegenpartijen. Wel hebben wij het in de hand, dat wij goed beslagen ten ijs komen en in elke wedstrijd de nodige geestdrift aan de dag leggen. Het eerste negental was de vorige competitie lange tijd een kans- paardje, doch zijn eindspurt was niet daverend. Het tweede team daarentegen kwam er na een zwak begin steeds beter in. De jeugd krijgt het ditmaal niet gemakkelijk. Behalve het kam pioenschap moet zij de in de tournooien van R.C.H. en Ajax-V.V.G.A. behaalde bekers verdedigen. Verschillende juniores gaan thans over, zodat jongere spelers hun plaatsen zullen moeten innemen. Om voor een juniores-negental te mogen uitkomen, moet men op of na 15 Mei 1931 zijn geboren. De seniores en juniores, die dit jaar willen honk ballen, kunnen zith tot de ondergetekende wenden. E. H. VAN TUYL. Ajax II Blauw Wit II 4-1. Onze reserves boekten een verdiende, zij het wat geflatteerde over winning op hun Blauw Witte concurrenten. Het begin was niet slecht, na enige lichte „verkenningen" over en weer, bracht een op maat aangegeven bal van Ter Horst van het centrum uit Smit en Broekman vrij voor het Blauw Wit-doel, doch Theo schoot over. Een aanval over de linkervleugel besloot Wyga met een voorzet op de goede hoogte en de snel naar binnen gesprinte Smit scoorde met een fraaie kopbal ons eerste doelpunt. Daarna was het echter voorlopig met ons overwicht gedaan en bleek bij de vele Blauw Wit-aanvallen, dat onze verdediging niet haar „Jour" had. Er waren nogal wat „gaten" en een kopbal na een goede voorzet van de linksbuiten, bracht de stand op 11. De kansen wis selden nu snel. We dachten Ter Horst na een verdienstelijke rush vanaf de rechtsbinnenplaats te zien doelpunten, doch z'n schot ging over het doel. Even later was onze gehele linkerverdediging zoek, doch Blauw Wit's rechtsbuiten schrok zo van de lege ruimte, dat hij naast schoot. De tweede helft was nauwelijks enige minuten oud, toen uit een hoekschop van Smit Ter Horst tweemaal op doel knalde. De eerste keer werd de weg door een Blauw Witter versperd, doch het tweede schot was raak, 21. Een kopbal van Smit tegen de kruising van lat en paal bleek slechts uitstel van executie, want even later breekt Smit opnieuw door, zet scherp voor doel en de Blauw Wit-verdedi- gers, die meer aandacht besteedden aan de inlopende Ajacieden, dan aan de bal, zagen het leder precies in de bovenhoek verdwijnen. Om aan alle twijfel een einde te maken, plaatste de linksback van BI. Wit de bal nog eens langs z'n uitgelopen doelman, zodat het einde met 4—1 kwam. Tot slot een compliment aan v. d. Heyden, die de overigens niet talrijke gevaarlijke schoten met vakmanstalent on schadelijk maakte. ADé. Het „zevende" zet door. De mannen van aanvoerder Harry v. d. Pol voelen schijnbaar iets voor een kampioensvaantje aan het einde van het seizoen, want men zet alles op alles om de eer van rood en wit hoog te houden. Scheen eerst Aalsmeer 3 de gevaarlijke concurrent, alras bleek het pas toege voegde R.K.A.V.I.C. 2 de grote kanshebber te zijn, want de bloemen stad-bewoners verloren maar liefst met 71 van de Over-IJ-ers. Doch het weer in oude glorie herlevende zevende bezorgde de „V.I.C.-ers" een bittere pil door op hun terrein te laten voelen, dat Ajax 7 andere plannen had. Het trio v. d. Pol Saarloos Schalm gaf die dag niet thuis en daar het quintet Schijf Keyser Spet De Graaf Kamlag drie maal in totaal het vijandelijk net liet trillen, was de einduitslag 30. Bravo, mannen, doch ook bravo scheidsrechter, want we zagen zelden zo'n goede arbiter en hij zou zeer zeker een aanwinst zijn voor de eerste klasse K.N.V.B. De volgende wedstrijd ging tegen Vecpucci „ergens in Nederland". Men moest verbieden, dat verenigingen ergens in den vreemde hun terrein hadden. Een onzer spelers had Zaterdags, overmoedig, het bestuur een grote overwinning beloofd en ik geloof, dat hij z'n belofte na is gekomen ook, want het werd 110 met als topscorer Harry Spet. De big-match tegen Aalsmeer in de bloemenstad ging weer niet door, daar Pluvius als spelbreker optrad en we dus rustig het eerste een 11 gelijk spel zagen bevechten in de laatste seconde te Haarlem, wat me tot de conclusie bracht, dat wij wel schutters hebben in de lagere teams, maar in het eerste ho maar. 1948 zetten de rood-witte leeuwen van het zevende al zeer goed in door Z.S.G.O., dat de a.s. kampioenen hun enige nederlaag toe bracht (laat het de enige blijven, jongens!) met 3—1 naar huis toe stuurde. Merkwaardig genoeg scoorden beide ploegen hun eerste doelpunt door een penalty (hands van beide linksbacks). Maar ik geloof, dat het succes toch ook lag aan het vooruitzicht, dat onze vice-preases de heren beloofde, als we inderdaad de vlag der kam pioenen mogen hijsen. Nu, mannen, jullie weten wat het is en daarom volhouden tot het einde, maar niet alleen daarom, doch tot meerdere eer en roem van ons geliefd rood en wit. Mannen van het eerste tot adspiranten en welpen, toe, laat een juichtoon daveren langs de velden in 1948. DIXIE-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1948 | | pagina 14