SPORTS SHOP
Van onze reserves.
6
zij zich wel rap op de techniek werpen er zijn als symptomen
en dan kunnen wij weer pret beleven. Per slot van rekening moet de
krant vol. dat wil de baas en met je vrijkaartje op een goed tribune
plaatsje neb je zoveel technische voetbalkennis opgedaan, dat de
voetballer nog geboren moet worden, die joü iets van voetballen
kan vertellen. O, zo! Clubgenoten, wij houden er mee op, maar nog
één vraag. Wie is de sterke man, die ons aan een hoofdklasse helpt?
Als het zo blijft doorgaan, wordt het een ramp. 't Volgend jaar ver
sterkte degradatie. Voetballende worstelaars, boksers en baltrappers
van gewapend beton, ijzer of staal, aantreden!
AjaxZeeburgia 11.
Ook de return-match tegen Zeeburgia is in een draw geëindigd en
zijn wij dus in totaal vijf punten aan onze stadgenoten, Volewijckers
en Zeeburgia, kwijt geraakt. Of dat nodig is geweest, laten wij in het
midden, maar dat die pret ons, en dus ook Amsterdam, de kampioens
wedstrijden heeft gekost, kunnen wij wel met aan zekerheid gren
zende waarschijnlijkheid aannemen. Ronduit gezegd, hebben wij
momenteel geen elftal, dat een kampioenschap waardig is. Achter
hoede en middenlinie zijn goed, zelfs meer dan goed, doch de voor
hoede is het zwakke punt. Alles gaat in deze linie stroef, zonder enig
verband en zo nu en dan lijkt het wel hutspot. De hedendaagse
voetbal-paedagogen noemen dat met een mooi woord „switchen".
Ook wel „modern" voetbal. Wij begonnen deze match met Drager en
Van Dijk op de rechtervleugel, Bruins en Stoffelen op links en Kees
Wolfers middenvoor. Na vijf minuten werden de kaarten opnieuw ge
schud (waarvoor) en stond Kees rechtsbuiten, Stoffelen rechtsbinnen
en opereerde de rest volgens oude samenstelling. Verbetering bracht
het niet. want de strijd, die vanaf de aftrap hoofdzakelijk op de
Zeeburgia-helft afspeelde, bleef hetzelfde beeld behouden.
Ajax, opgestuwd door de middenlinie, steeds in de aanval en
Zeeburgia, uitgezonderd een enkele uitval, doorlopend aan het ver
dedigen. Die verdediging was niet groots en dat zij zich staande
hield, dankte zij meer aan het peuterige, onvolmaakte spel van onze
aanvallers, dan aan eigen kracht. Kees, die Fischer wegens ziekte
verving, bracht er niet veel van terecht en Gé van Dijk, op zoek
naar zijn internationale vorm, wist niet waar hij het zoeken moest.
Ook Bruins, wel hard werkende, kon maar niet los komen en zo werd
het alras duidelijk, dat het heel moeilijk zou worden, de twee
punten binnen te halen. Wel kreeg de Zeeburgia-doelman druk
werk, maar het waren hoofdzakelijk verre schoten, die hij verwerken
moest en daar wist Altena wel raad mee. Dat spelletje ging zo'n
half uur door, doch doelpunten bleken een onbereikbaar ideaal.
Zeeburgia, die met Biljouw in de hoofdrol, het niet verder had kun
nen brengen dan. Potharst en v. d. Linden, begon het zo tegen half
time verder te zoeken. Een «nkele maal waren de Zeeburgianen wel
in de buurt van Keizer's remplagant, Leentvaar, geweest, doch dat
mocht geen naam hebben. Er zat, zogezegd, geen kwaad bij en
Leentvaar kreeg dus geen gelegenheid zich in te spelen. Eenmaal
zag het er benauwd voor hem uit, doch door oordeelkundig uitlopen
ontnam onze doelman de Zeeburgla-linksbuiten een goede kans. Wat
Ajax echter in een half uur stormlopen niet gelukte, speelden The
Whites in vijf minuten klaar. Hoogstens vijf minuten ging in deze
match het initiatief van Zeeburgia uit en dat korte tijdsbestek werd
ons noodlottig. Wat niemand feitelijk voor mogelijk hield, gebeurde.
Na enige vergeefse aanvallen, kwam de bal bij de linksbuiten, hoog
werd het ronde geval voor ons doel geplaatst en Verhage kopte
onhoudbaar voor Leentvaar in. Een fraai doelpunt. Verwoede pogin
gen hebben onze jongens toen nog in het werk gesteld om voor de
rust gelijk te komen, maar het gelukte niet.
De tweede helft is een voortdurende belegering van het Zeeburgia-
doel geworden. Wel probeerde Biljouw zo nu en dan opluchting te
brengen, maar v. d. Veen gaf hem geen kans en bleven de paar
Zeeburgia-aanvallers, die uit de verte op een kansje loerden, vrijwel
werkloos. Heel Ajax viel aan, omzettingen van spelers volgden elkan
der op, zelfs v. d. Linden kwam rechtsbuiten te staan, doch niets
hielp. Het Zeeburgia-doel zat dichtgespijkerd en wat Waldeck, v. d.
Veen en v. d. Hart ook probeerden, de met de moed der wanhoop
spelende Zeeburgianen gaven geen krimp. Hoekschoppen en ingooi-
ballen kregen wij bij de vleet, kansen tot scoren legio, doch de bal
wilde niet in het net. 't Werd wanhoopsvoetbal van beide kanten.
Ajax vocht verbeten om het ronde ding in, Zeeburgia nog ver-
betener om de bal uit het doel te houden. Heftige tonelen speelden
zich voor Altena af. Tot tweemaal toe scoorde oh, stopperspil
Janie v. d. Veen bijna, doch op het alleruiterste nippertje werd de
bal nog weggewerkt. Guus kreeg een schier niet te missen kans,
doch schoot nog naast. Bruins en Wolfers liepen bij een rijpe doel
kans elkander van de sokken en Van Dijk treuzelde met een „dotje"
zo lang, dat hij er zelf duizelig van werd. Het begon er angstig
veel op te gelijken, dat onze jongens het niet zouden halen. Nog tien
minuten waren er te spelen, nog acht, nog zesdoch toen kwam
de zoveelste corner. Guus Drager nam een aanloop, met een sierlijke
boog kwam de lieveling van alle soccer-fans voor het Zeeburgia-doel
neer, een verschrikkelijke, adembenemende scrimmage volgdeen
toen werd het de dag van captain v. d. Veen. Een moment, een
fractie van een seconde kreeg Janie de bal vrij, een oerharde dreun
volgde en juichend gingen zijn armen ten hemel (11). Vijf minuten
waren nog over om de zege veilig te stellen, 't was te kort. Zelfs
kreeg Zeeburgia nog enige kansen, maar ook die liepen op niets uit.
En zo kwam met 11 het einde van een sportief gespeelde, door de
heer Nijs uitstekend geleide wedstrijd. Zeeburgia had pech, doordat
reeds spoedig na het begin één harer spelers door een oogblessure
hij kwam in botsing met Stoffelen moest uitvallen. Van deze plaats
een spoedige beterschap toegewenst.
BROWN.
Ajax 2. De Ajacieden, die ons tweede elftal uitmaken, waren lich
telijk in de contramine. Ondergetekende had in het vorig clubblad
geschreven, dat een kampioenschap van de baan was en dat namen
de heren niet. Zij zouden het wel even anders vertellen en ons een
paar jasjes uittrekken, waardoor wij lelijk in het reeds slijtende
vestje zouden staan. Om te beginnen werd de D.O.S.-ploeg, waarvan
in Utrecht werd verloren, met 41 geslagen. Een aardige wedstrijd,
die een enigszins geflatteerde zege opleverde. Volewijckers, op eigen
veld, kon het ook niet bolwerken en verloor met 02. Volgens de
verhalen moet het een heel goede wedstrijd zijn geweest, die door
onze mensen verdiend werd gewonnen. Toen kwam Spartaan op be
zoek en werd ons in de kleedkamer aan het verstand gebracht, wie
er nu eigenlijk kampioen zou worden. Natuurlijk mogen wij een
flinke scheut optimisme wel en, gezien de resultaten der laatste
wedstrijden, waren wij geneigd de met overtuiging uitgesproken
voorspelling au serieux te nemen. Tot half time hebben wij de voor
stelling bijgewoond en zonder een sprankje hoop zijn wij vertrokken.
De stand was gelijk (11) en daarmede leefden onze reserves ver
boven de inhoud van hun voetbal-vestjeszak. Spartaan speelde stuk
ken beter en als Leentvaar zijn doel niet zo goed had verdedigd
jammer van die doorglipbal dan was de strijd reeds ver voor
de rust beslist geweest. Nu werd het slechts 21 voor de Spartaan en
nogmaals, wij geven geen cent voor de eretitel. Zijn er nog opti
misten?
Ajax 3 klopte K.F.C. 2 met 32, deelde met Alcm. Victrix de punten
(11) en zegevierde met 10 over E.D.O. 2. Doelman v. d. Heide ont
nam de E.D.O.-ers een gelijk spél door o.m. een penalty fraai te
stoppen. Goed werk! Al zijn wij dan weer een punt kwijt geraakt,
de kans op het kampioenschap is er nog. Volhouden, mannen!
Ajax 4. Dit elftal zakt hoe langer hoe dieper in het moeras. Tegen
A.P.G.S. 2 werd nog een kostbaar puntje veroverd, doch tegen D.W.S.
3 was er geen redden aan. Hoewel op papier versterkt met Van
Wijngaarden, Blomvliet, Looys en Michels, ging ons elftal roemloos
met 26 ten onder. Het enige lichtpunt was het optreden van Michels,
die een zeldzaam fraaie goal scoorde. Dat belooft weer wat voor de
toekomst. Ondertussen begint de competitie aardig op te schieten en
zullen onze jongens zich moeten reppen om niet bij het scheiden van
de markt voor lampenist te mogen spelen. Come on, luitjes, de
mouwen opgestroopt, tanden op elkander en dan moet het toch ge
lukken.
Ajax 5 kwam maar éénmaal in het veld, n.l. tegen ex-buurvrouw
T.W.M., en won met 31, zodat de kans op het eremetaal nog steeds
aanwezig is.
Ajax 6 blijft wispelturig. Dachten wij eerst, dat de heren hun draai
hadden gevonden, de laatste wedstrijden bewezen het tegendeel.
Tegen Z.S.G.O. een draw (11) en Watergraafsmeer joeg honend onze
jongens van haar erf. Zes builen voor ons en twee stenen door de
ruiten van Ouwehand's c.s. Beterschap, folks!
Ajax 7 was weer heel kwistig met doelpunten. R.K.A.V.I.C. (lange
naam is dat) verloor met 03, Vespucci moet zich wel een erg
„pukkie" hebben gevoeld met 011 en Z.S.G.O. met 1—3.
't Schijnt de heren dan toch ernst te zijn. Niets op tegen, mannen,
een paar kampioenschappen kunnen wij altijd gebruiken.
Ajax 8. De mannen van v. Tuyl, in ons vorig clubblad reeds naar
voren gebracht vanwege de doelpuntenhonger, blijven aan het kanon
nieren. Na het sterke D.E C. met 31 geslagen te hebben een wed
strijd, die door een vechtlustige D.E.C.-er een onaangenaam slot
dreigde te krijgen, doch gelukkig staakte deez krijgsmakker zijn
drift werd S.A.V.M. een doelpuntenfilm voorgedraaid. Elf tegen
nul mocht onze captain op het formulier zetten, hetgeen voor een
aanvoerder in zo'n geval immer een prettig karwei is. Het kampioen
schap schijnt dus toch nog in de Meer terecht te komen. Afwachten
maar! Aldus naar waarheid opgetekend en gesigneerd door
BROWN.
VAN BAERLESTRAAT 90-AMSTERDAM-Z.TEL.9395)
DE AJAX-SHOP NAAST HET CONCERTGEBOUW