Kopenhagen Boldklubben 1876 naar Amsterdam. Wat Sint en Piet zeiden. 9 „Dinsdag arriveert „Boldklubben" op Schiphol, als je even gelegenheid hebt, maak dan dat je er tegen half drie bent," aldus onze president. En dies zitten wij die middag met de heer en mevrouw Vunderink, Dick Bessem, Hans Tetzner en Kool haas in de koffie-kamer van onze gigantische luchthaven. Precies op tijd daalt de zilveren vogel op Hollandse bodem en even later staan zeventien Denen en vijf Hollanders te „how-do-you-do-en". Het blijken een stel „vlotte jongens" te zijn, waarvan enige al eerder in Holland waren. Het douane- gedoe neemt wel een stief kwartiertje in beslag, maar zonder moeilijkheden mogen onze gasten passeren en dank zij de be kende K.L.M.-service, brengt de blauwe bus ons tot aan de deur van Hotel Suisse, waar de tenten worden opgeslagen. Na de inwendige mens te hebben versterkt, trekken wij voor een oefenpartijtje en ter kennismaking met voetbal bij kunstlicht (een ongekende weelde in Denemarken), naar het Olympisch Stadion, 't Valt geweldig mee en onze gasten zijn tevreden. Na afloop wordt het Amsterdam bij nacht, doch niet voor ondergetekende, daar men in een dorp nu eenmaal met de kippen op stok gaat. Woensdag, rondrijden door Amsterdam, Rijksmuseum en be zoek aan ons stadion. Misschien kent U de gijn! Op ons stadion wierpen de Denen een schuin oogje spelen in Kopenhagen met zeven clubs in één stadion (twee matches op een dag en bezoekers, die het eerste programma hebben gezien, moeten de zaal verlaten) en de Nachtwacht zouden zij ook wel willen hebben. Om vier uur, met het oog op de match, naar bed en wij even uitblazen, want de Denen wilden veel van ons landje en voetbalwereldje weten. Moesten wel tienmaal ver tellen, dat wij zes en zestig eerste-klassers hebben en nu mag U ons geloven of niet toen keken zij ons nog onder zoekend aan. U weet wel, met zo'n blik van „die vrijer is van Lotje getikt". Wat zegt U van die ongelovige Thomassen? Nu is het wel waar, in Danmark zijn maar slechts tien eerste klassers, doch die lui schijnen met betrekking tot dit punt er nogal bekrompen ideeën op na te hóuden. Hoe het de Denen in het Olympisch Stadion verging, weet U en kunt U bovendien elders in dit blad lezen. Donderdag, autotocht naar Doorn (bezoek aan het huis van ex-Duitse keizer) en Arnhem, 's Avonds vrijaf en enige van onze gasten naar de opera. Vrijdag naar de diamant slijperij van Asscher en daar een keurcollectie zien flonkeren. Verder enige Amsterdamse winkeliers afgeholpen van wat „herinneringen aan Holland". Zaterdag met de ploeg naar Neptunus en daar de kranig partij gevende Rotterdammers met 02 zien verliezen. Koning Drietand, vlotte gastheer en niettegenstaande financiële strop, sandwiches met stoffering en bijbehoren. Jammer voor de Neptunianen, dat er zo weinig publiek was. Hun ondernemingsgeest had meer waardering verdiend. Na tafel Engelse speeches van Neptunus' voorzitter en Leo Dannin en toen in ijltempo naar ons stadion, waar de heer Boudrie met zijn staf alles in het werk had gesteld om namens de gastheren (Stadion en Ajax) een stijlvol afscheids diner te serveren. De heer Lotsy, door de bondsvergadering, in Amsterdam, had de uitnodiging met zijn aanwezigheid het diner een uitzonderlijke tint te geven, aanvaard en zo was hierdoor een extra gelegenheid geschapen, de vriendschaps banden met de Deense voetballers stevig aan te halen. De heer Lotsy, die tijdens de bondsvergadering reeds een magi strale rede (lj^, uur) had gehouden - onze club daarin een heel beste beurt gevende stak nu in ons home opnieuw van wal. Als goed kapitein geef je alle zorg aan je schip en daar de „skipper" van onze K.N.V.B. deze gulden stelling in alle opzichten huldigt, kregen wij één van zijn meeslepende spee ches te horen, die tot ondertoon had; de match Holland Denemarken weer geregeld op ons internationale voetbalpro gramma. En al was het dan de heer Lotsy, die met zijn in taal (Hollands, Engels, Deens) afwisselende speech een voor voetballend Holland stevige bal opwierp, onze club kan er een beetje trots op zijn, hieraan een tikkeltje te hebben mede gewerkt. Leo Dannin dankte namens K.B. voor de ontvangst, voor alles wat Ajax voor zijn spelers en leiders had gedaan, roemde ons spel (wij hadden wel wat geluk gehad) en beantwoordde de rede van de heer Lotsy. Hij zegde alle medewerking toe en wilde ons elftal in Kopenhagen revanche geven. U begrijpt, dat was in het schuitje van Koolhaas, die die avond voor de vierde maal in zijn redenaarsstoel klom en de uitdaging accepteerde. Hans Tetzner ging toen namens het Stadion het woord voeren en een ieder, die Hans kent, weet wel hoe dat gaat. Hans wint er geen doekjes om en die oud-internationaal vertelt zijn verhaal lollig en goed. Toen kwam Roef Vunderink voor de balie niet voor de piano, want dat had hij al enige malen gedaan en begon met het oog op 5 December voor Sinter klaas te spelen. Zo doodgewoon, in zijn burgerpak, zonder tabberd of mijter. Vlot in het Engels zeide hij het met choco lade en alle Denen kregen van Santa Claus hun initiaal-letters, een geste, die zeer op prijs werd gesteld. De club bood bij monde van onze voorzitter alle Denen en onze bijzondere gasten een keurig uitgevoerd vaantje aan, zodat zij een stoffelijke herinnering aan deze trip in hun bezit kregen. Met zang, dahs en muziek, afgewisseld door met edele dranken besproeide cheers, versmolt de avond in de nacht en laat floepte het slaap kamerlicht uit. Zondagmorgen hebben wij van Boldklubben 1876 afscheid genomen. Eigil Nielsen, Jörgen Iversen, Porkendahl, Leo Dan nin en hoe al die nieuwe voetbalvrienden mogen heten, gingen weer naar huis, naar Kopenhagen, misschien blij, dat het er opzat, misschien met een pietsie weemoed, maar, naar zij ons verzekerden, dankbaar voor hetgeen rood-wit in die paar dagen voor hen deed. K.B.-ers, so long! BROWN. Jongelui van Ajax, Na mijn bezoek van verleden jaar moeten Piet en ik constateren, dat de vorderingen van de Ajax-jeugd, speciaal de adspiranten, zeer goed zijn en ik ben daar zeer over tevreden. Gaat zo door, opdat, wanneer ik misschien volgend jaar weer bij jullie kom, het nog beter is, want Ajax kan alleen goede voetballers gebruiken en jongens, die alles voor de voetbalsport over hebben. Als ik zo de elftallen bekijk, moet ik toch enige aanmerkingen maken, t.w.: Juniores 1, aanvoeiider Hannie Velder. De Jeugd-commissie gelooft wel, dat thans de sterkste com binatie gevonden is en al staan jullie 3 punten bij D.W.S. achter, welke tegenstander nog tweemaal bestreden moet wor den, jullie een goede kans maken voor de bovenste plaats, daar thans de tweede plaats ingenomen wordt. Het is wel jammer, dat Wiertz bij het zwemmen een ongeluk gehad heeft en nog steeds niet kan spelen. Ik wens hem spoedige beterschap. Veel aanmerkingen heb ik over jullie team niet, alleen moet Wiege Blom als linksbinnen veel sneller worden. Juniores 2, aanvoerder Wim Weppner. Jullie staan nu op de 4e plaats met 5 punten achterstand. Dit is te veel voor een Ajax-team. Trainen, trainen en nog eens trainen. Juniores 3, aanvoerder Jan van Dijk. Jullie staan nu op de 5e plaats met 6 punten achterstand Ook voor dit elftal het advies van geregeld te komen trainen. Begin van dit seizoen werden enige jongelui als juniorlid van Ajax aangenomen, waarvan wij goede verwachtingen hadden. Deze jongens zijn echter van mening, dat zij lid van Ajax zijn en nu rustig cigaretten kunnen roken en bier kunnen drinken en training niet voor hen nodig is. Wij zullen de Jeugd-commissie echter advi seren, deze zo spoedig mogelijk weer als lid af te voeren, daar Ajax uitsluitend voetballers nodig heeft en geen tribuneleden. Adspiranten 1, aanvoerder Wim Anderiessen. Jongens, over jullie zijn we tevreden, doch niet helemaal. Van de 8 wedstrijden werden er 6 gewonnen en 2 gelijk ge speeld. Er zijn nog 10 wedstrijden te spelen, zorgt, dat deze allen gewonnen worden. Als Leen Metzger het cigarettenroken laat staan en Hans Boskamp thuis goed oppast en geen straf van zijn vader krijgt, moet het lukken. Adspiranten 2, aanvoerder! Babbel Tak. Van de 16 te spelen wedstrijden werden er 8 gespeeld, welke allen werden gewonnen. Zeer goed, jongens, gaat zo door. Adspiranten 3, aanvoerder Jan de Wit. Jongens, het gaat niet slecht, al staan jullie op de 2e plaats. Volhouden, er is nog een kans. Zondag moet gewonnen wor den, dus denkt er om. Adspiranten 4, aanvoerder Wim Volkers Jr. Jullie staan nu op de 2e plaats en zijn 4 punten achter op no. 1. Toch volhouden, je kunt niet weten. Adspiranten 5, aanvoerder Loekie den Edel. Jongens, jullie hebben een aardig elftal en staan op de 2e plaats met 2 punten achterstand, dus het kan en het moet. Verder alles winnen. Pas op voor morgen, een lastige wed strijd.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1947 | | pagina 9